schuldbekentenis 1621

Compareerden voor mij Adriaen Rijshouck, notaris
publycq, residerende binnen der stadt Delft ende
den ondergeschreven getuygen, Cornelis Vranckens
van Adrichem, wonende an de Westgaech in Maslaent
als principael, ende Huych Jansz van der Dussen, wonende
opten dorpe van Maessluys, als borge ende mede als
principael, met renunciatie van den benefitien
ordinis vel excussionis, vermeldende dat men den
principael voor den borgen soude moeten anspreken,
verwinnen ende executeren aleer men opten borghen
soude mogen comen als t'effect vandien wel verstaen
hebbende, bekennen bij desen uut saecke
van cassatie ende tenyete
doeninge, eerst van een obligatie in date den 16e
October anno 1614, gepasseert voor
Pieter Verhaeren, in zijn leven notaris tot delft, bij Jan
Thiemansz , schoemaker in Maeslant, als principael /
ende bij hem Cornelis Vranckens als borge met renunciatie
van de somme van een hondert vijftich gulden die hij comparant
Cornelis Vrancken tot zijnen laste hadde genomen ende
noch van een obligatie van drye hondert carolus gulden
bij hem Cornelis Vrancken ten behouve van Thonis oudt
Gerritsz Verlecken daervan Adriaen van der Waes
transport hadde, wel ende
deuchdelicken schuldich te wesen den
weeskinderen van Machtelt van Rechteren,
geprocreert bij den voorn. Adriaen van der
Waes, de somme van vyerhondert vijftich
carolus gulden tot 20 stuvyers den gulden, welcke
voorsz. vyerhondert vijftich carolus gulden
zij comparanten belooft hebben ende beloven bij desen
wederomme te restitueren ende te betalen
aen de voorsz. Van der Waes, ten behouve van sijne
voorsz. kinderen ofte an den houder deser obligatie
opten 17e October in desen jare van 1621
precys ende sonder eenich dilay,
ende dat metter intresse vandien jegens den
penningen sestyen te rekenen van den 12en October
1620 lestleden aff ter voldoeninge
toe, zonder nochtans onder pretext van den voorsz.
intrest de penningen eenichsins langer te moghen
onderhouden dan voorsz. staet, ten waere bij expres
consetn ende toelatinge van de voorsz. Van der Waes,
ende oock met geen minder payement te moogen
betaelen als met penningen van ses stuvers,
coers ende ganck hebbende, mitsgaders ten prijse als die
lest gevalueert sullen zijn, verbindende
daervooren zij comparanten heurluyder persoonen ende
goederen, roerende ende onroerende, present ende toecomende,
egeen vandien uutbesondert, subject allen rechten
ende rechteren met allen costen daeromme te doen,
sijnde voorts mede tevreden zij comparanten
hen in de inhouden deses bij den Hove van Hollant /
goetwillichlicken te laten condemneren, gevende
daertoe onwederroupelicke last ende speciale
procuratie Dirck Boot ende Johan van Tongeren,
beyde procureurs voor den voorsz. Hove, tesamen ende
elcken van hen int bysonder, belovende de-
selve condempnatie voor goet, vast ende van waerden
te houden ende de costen daerop vallende selffs te
gelden ende betalen, alles onder gelijck recht ende
verbant als vooren. Alle dinck sonder arch ofte
liste, ende belooft mede den voorsz. Cornelis
Vrancken onder gelijck recht ende verbant als boven
zijne voorsz. borge van dese borgtochte te bevrijden,
costeloos ende schadeloost te houden onder gelijck
verbant als boven. Aldus gedaen ende gepasseert
ten [akte stopt hier]