Ydem.Cecilia Wisschavonts Sebastiaens doghtere, ende
weduwe Ambrosii Tassijns cum tutore extraneo, woonende tot
Antwerpen, voor haerselven ende inden naeme van Hans Sleghers
ende Elisabeth Tassijns sijne huysvrouwe ende derselver Cecilia
doghtere, over dewelcke sij haer ten desen sterckmaeckten, met
belofte nyettemin van tghene haerbeschreven bij den voorsz. Sleggers
ende sijner huysvrouwe behoorlijck te doen ratificeren binnen acht
daghen eerstcommende, heeft bekent dat Jan van Loenhout jegebs
haer wel ende deuchdelijck gelost ende affgequeten heeft de twee gulden
13 stuyvers eenen grooten Brabants erffelijcke reste van meerdere rente, wesende
bepandt op een huys metten toebehoorten, gestaen bij den mol(en?)
op den houck van de Drapstrate, jegensover den szelven mol,
welcken twee guldenen derthien stuyvers eenen grooten Brabants
haer Cecilia gemaeckt ende gelaten sijn geweest bij Catherina
Wisschavonts haere moye was (soo sij verclaerde) et quitanit
qualitate qua supra ut in forma
VI Novembris 1603
Carlo van Eysendyck
zei op woensdag 22 februari 2023 - 17:59