Rietvelt 1661

Draft transcription.

Minute van schuldbekentenis, Rietveld en de Bree - 16 October 1661
Wij Huybert de Moy, schout, Jan Ariensien van 't Hof ende Barent Dircksz van Leeuwen,
schepenen van Rietvelt ende de Bree, gelegen in den lande ende ballliuagie van Woerden, doen
cont ende maecken  kennelijck, dat voor ons verschenen ende gecornpareert is Gijsbert Jan Costen
van der Wiltenburch, woonende op Rietvelt voornoemt, ende bekende hij comparandt wel ende deuchdelijck
schuldich te wesen aen ende ten behoeven van Gerrit Aertsen van der Swaen, ende Cornelia Cornelisdochter
van der Wlltenburch, echteluyden, off wettige houder deses, de somme van twee duysent ende vijff
hondert carolus guldens van 40 grooten vlaems t'stuck, spruytende ten saecke van een notariale obligatie van
twee duysent drye hondert gulden capitael die hij comparant aen den voorschreven Gerrit Aerts van der Swaen
schuldich was, van date den 24en Aprilis 1657, dewelcke mettet passeren van dese gehouden wort voor
gecasseert, ende voorts ter saecke van deuchdelijcke geleende, ende verstrecte penningen, bij hem comparant
soo hij bekenden, van der voornoemden Gerrit Aerts van der Swaen, in goet ganckbaer gelt ontfangen, versae-
kende daeromme d'exceptie van onaengetelden gelde, belovende hij comparant van de voorschreven twee duy-
sent vijf hondert gulden capitael jaerlijcx tot renten te gelden ende betalen, seven en tachtentlch
gulden tien stuyvers, munte voorschreven, sijnde tegens drye gulden tien stuyvers vant hondert int jaer,
daervan het eerste jaer renten verschenen ende ongecomen sal sijn prima Novembris anno 1600
twee en tsestich toecomende, ende soo voorts jaerlijcx loopen ende continueren sal totte volle ende
effectuele betalinge, restitutie, ende wederoplegginge van de voorschreven vijff en twintich hondert
gulden capitael toe, welcke capitale stomme binnen den tijt van tien eerstcomende jaren niet opge-
eijscht, noch oock niet opgeleyt off afgelost sal mogen worden, meer sal d'voorschreven capitale
somme van penningen ter expiratle van de voorschreven tien jaren t'allen tijden opgeleyt ende oock opgeeyst
mogen worden ende dienvolgens opgeleyt ende afgelost moeten worden, mits malcanderen een jaer te voren te
moeten waerschouwen als men het voorschreven capitael sall willen aflossen, off afgelost sall willen hebben t'welcke
alsdan sal moeten geschieden met bijvoeginge van alle de verschenen onbetaelde renten vandien, sonder
immermeer eenige cortlnge te mogen doen van 100e, 50, 40, 20e minder off meerdere penningen off
eenige schattingen off subventien hoe die genoemt sonde mogen worden, verbindende hij comparandt
voor de verseeckeringe ende prompte voldoeninge van't bovengenoemede capitael mette renten
daerop te verloopen seeckere sijne hofstede ende landen leggende op Rietvelt voornoemt, groot omtrent
tien mergen met huys ende verdere betimmeringe, bepotinge ende beplantinge daerop staende,
belent ten oosten ende westen Pieter Bouwen ende Jan Hendricksz Sney, gebroeders, streckende voor
uytten Rhijn tot achter aende Segvelder landtscheydeninge toe, ende voorts generalijck alle sijns
comparants vordere goederen, hebbende ende vercrijgende, egeene uytgesondert, stellende alle deselve ende de
keure vandien, ten bedwanck van allen rechten ende rechteren, sonder list. Des t'oirconde hebben wij
schout ende schepenen voornoemt, ten verlijde van den comparant dese onderteeckent, ende ick schout met
mijn uythangende zegel besegelt opten 16e October anno 1661.
Hubert de Moy
T'merck X bij Barent Dicxsz van Leeuwen zelfs gestelt
T'merck + bij Jan Ariensz vant Hoff gestelt
In kennisse van mij secretaris G. van Gorcum

Thank you again Geert. The benefit of your more experienced eyes is much appreciated. Luke J.