Wij Jan van de Poll en Willem van Loon etc.,
schepenen in Amstelredamme, oirconden ende
kennen dat voor ons gecompareert sijn de
heeren burgemeesteren ende regierders deser
stede, ende gelieden dat op den 30 January
anno 1643 bij executie derselver
stede vercoft is geweest Rem
Anthonisz Fonteyn een huys ende erve,
staende ende gelegen in de Teertuynnen,
genaemt d'Oude Swaen, daer tegenwoordich
den Bisschop van Uyttrecht ende
den IJjseren Bergh uythanght, ende
lendenen van zijn off geweest hebben
Ellert Roeloffsz, aen de oostsijde, nede
Reyer Pietersz houtcoper aen de
westsijde, streckende voor van 't
IJe tot achter aen de Colck toe ,
in allen schijne etc. onder conditie
soo wanneer de voorsz. Reyer
Pietersz off zijne erffgenaemen
zullen willen timmeren, dat sij alsdan
gehouden zullen sijn van desen huyze
te blijven zeven duymen, die aldaer
zullen blijven leggen tot heur
beyder huysendrop off waterlosing,
mits dat daertegens 't huys ofte de
houttuyn van Reyer Pietersz zal
vermogen zes duymen verbij de gevel
van desen huyse te zetten lijnrecht
tot het somerhuysgen toe, stellende
de lijn aen de principale opgaende
muyr van desen huyse, zal oock de
gote leggende tysschen desen
huyse ende 't huys van de voorsz. Reyer
Pietersz bij hen beyden onderhouden
ende becostight werden, wel-
verstaende dat de vensters aen de
oostsijde van desen huyse precario
haer opslag hebben over
t'erve van d'erffgenamen van
Elbert Roeloffsz voornoemt,
toebehoort hebbende Nicolaes /
Pathuys voor de somme van tweendertigh
duysent eenhondert gulden die de voorsz.
Rem Anthonisz Fonteyn te borde
gebraght etc. den 6en December
anno 1644.
Jan T.
zei op zaterdag 29 augustus 2020 - 19:56