Here is a transcription of the text and at the ende my conclusion.
Op huyden den 8en November anno 1678
comp[areerden voor mij notaris publicque
ende voor den nabeschreven getuygen, Wouter
Tucker, toebackvercooper, omtrent
40 jaren, ende Judick Feis onge-
huwde persoone, nu omtrent 20 jaren
oudt, ende hebben sij comparanten beyde
wonachtich binnen deser stede,
ter requisitie ende instantie van
Christoffel Lasen, toebacpijpmaker,
bij harte respective mannen ende
vrouwe ware woorden ende getrouwe
eer ende vromicheyt getuycht ende
verclaert warachtrich te wesen, ende
eerst de voorsz. Wouter Tucker alleen,
dat hij deposant op gisteren tusschen
vier ende vijf uyren naermiddach
mitten requirant heeft wesen
wandelen ende dat sijluyden comende
opte Chingel buyten de Sijlepoort
opmtrent de stadts herberge
haerluyden te moete is gecomen
eenen Henric Beffert de Jonge,
mede toebackpijpmaker, bij hem hebbende
seker vrou persoon van Rotterdam,
genaempt Neeltgen Brunen, welc vrou-
persoon den requirant (als sijnde van sijn kennisse) /
aensprac, vragende onder andre proposten,
hoe dat sij al waren ende wat sij tot Leyden
quam doen, waerop t'voorsz. vroumens antwoorde
dat sij naer enen jongen quam soecken
ende vraechde wijders tegens den
requirant of hij niet een goede herberge
voor haer wiste, waerop bij den
requirant wierde geseyt, comt tot
mijnent slapen, want ghij hebt mij tot
Rotterdam wel vrientschap gedaen,
wierde bij de voorsz. vroupersoon geantwoort,
ic weet niet waer ghij woont, seggende
alsdoen den requirant Henric Beffert
sal het u int voorbijgaen wel wijsen, waerop
den voorsz. Beffert antwoorde, ic wijse geen
schelm ofte dievenhuys ende heeft den
requirant sonder meer te seggen met
den vuyst tegen t'aansicht geslagen, dat
den requirant bloede, ende de daernaer
sijn mes uutgetrocken ende op den requirant
aengecomen sulcx dat den requirant ge-
nootsaect is geweest hem selven opte
... te begeven, sonder dat den requirant
hem Beffert voorn. yetwes meynde ...
nu te na.... Getuygde voorts
voorsz. Hendrick Leis mede alleen, dat hij
ten tijde ende plaetse voorsz. gesien heeft dat /
Henric Beffert voornt. den requirant
met een vuyst int aensichte heeft
geslagen dat hij bloede, ende daer
naer met ontbloot mes toestecen
wilde, den requirant omme t'selve
te ontcomen heeft moeten ontloopen,
wijders niet tugende, presenterende
t'geene voorsz. es des noots ende versocht
sijnde naerder ende met eede te
bevestigen. Aldus gedaen, verleeden ende
gepasseert binnen de voorsz. stede ten
huise mijns notario, present den onderschreven
getuygen.
It’s a story in which the following persons played a role:
a. Wouter Tacker, tobacco seller, 40 years old;
b. Judick Feis, 20 years old, single;
a+b are the appearers who testify about a quarrel
c. Christoffel Lasen, tobacco seller, he asked a and b te give a testimony;
d. Henric Beffert, pipemaker, Accompanied with Neeltgen Brunen.
Wouter Tucker’s testimony: yesterdag at about four o’clock he was walking with Christoffel, when the met Henric Beffert the younger who was in the company of a woman from Rotterdam, named Neeltgen Brunen. Neeltgen was looking for a boy and asked Christoffel if he knew a good hostage for her. Christoffel said: Come and spend the night at my place. This ended in quarrel and violence, during which Christoffel was wounded.
Conclusion: there is no special relationship between the two pipemakers. It was the woman who came with him who started the fight. Maybe she was annoyed about Chrostoffel’s invitation to sleep in his house.
_
Peter Taylor
zei op zondag 1 maart 2020 - 11:59