Wat betreft de handtekeningen ben ik onzeker, maar deze gegevens zijn wellicht te verifiëren aan de hand van andere documenten, omdat het de dekens en ouderlingen van de gilden zijn.
Aen mijn[en] heeren borgerm[eeste]ren, schouteth ende
scepenen deser stadt van Antwerpen.
Gheven te kennen in alder oitmoet uwe onderdanighe de
dekens ende gemeyne ouders van der natien van den goudt-
ende silvermeden der voirsz[eyde] stadt, hoe dat sij supplianten
dagelicx bevinden veele overtereders ende contrariedoenders,
soo die van hender neeringe sijn, als dieghene die in de
voirscr[even] neeringe nyet en sijn, die sij suppl[ian]ten gheerne brengen
souden tot onderhoudinge ende observantie van uwer heeren
voirsaten ordonnan[tie] ende statuyt, der voirsz[eyde] natien gegunt en[de]
verleent, midtsgaders oyck de placcate ons genad[ige]s heeren
's keysers op 't stuck van den goudtsmeden gemaeckt ende
gepubliceert, maar wat diligen[tie] sij suppl[ian]ten gedaen hebben
en[de] noch dagelicx doen[de] sijn, soo en cunnen sij dae[r]tusschen
nyet geraecken, overmidts der menichte der m[eeste]ren ende
werckgesellen die in cortten jairen herwairts binnen
deser stadt sijn comen woonen, dewelcke alle practijcken
ende listen socken om de voirsz[eyde] ordonnan[tie] met onbehoirlijcke
cautelen te versubtylen, daerdoe[r] sij suppl[ian]ten geschapen zijn
in menichfuldige process[en] te moeten treden (gelijck sij
alreede voer uwen Eer[waarden] ter causen vandien sekere
process[en] hebben hangende onbeslicht). Ende om 'tselve te
verhuedene, soo geven sij suppl[ian]ten te kennen seke[re] swaricheden
die sij bevonden hebben daerdoe[r] eenige van de voirsz[eyde]
natien uwer heeren voirsaten ordonnan[tie] nyet en onderhouden.
Ierst midts datt[er] diverse m[eeste]rs sijn die werckgesellen
van buyten aennemen ende binnen heure huyse cameren
oft plaetss[en] verlenen, aldaer sij op hen selfs handt heymel[ijck]
sitten en wercken, ende hen costen bij sulcke m[eeste]rs coopen, sond[er]
dat deselve gesellen in't voirsz[eyde] ambacht bevrijt sijn oft
de rechten daer toe staende betaelt hebben, die moegel[ijck]
valssche ende verboden stenen in 't goudt stellen. Ten
anderen, dat oyck sommige m[eeste]rs en[de] heurlieden werckgesellen
dagelicx werckende sijn op comptoiren, cameren ende oyck
beneden in de achterhuysen, soo dat sij suppl[ian]ten, soo wanneer
sij ommegaen om te wetene ende te visiteren (oft de
m[eeste]rs ende werckgesellen van heuren ambachte hen werck
navolgen[de] der voirsz[eyde] ordonnan[tie] gemaect hebben oft nyet)
hen officie nuet gevuechel[ijck] en cunnen opereren, te meer
uuytdien dat sij achterwairts ende boven, ja, totten oppersten
van den huyse onder 't dack toe met beslotenen deuren sijn
werckende, ende dat de meesters somtijden voer in den
----
winckel wesen[de], voergaet de tarppen op oft achterwairts
ende comen[de] bij de werckplaetss[en] roepen: "Gesellen, doet
open, de dekens sijn hier om u werck te visiteren",
sulcx dat sij daerentusschen al verslaen en[de] versteken
tgene dat onbehoirlijck gewrocht soude moghen wesen.
Ten derden, soo vinden sij suppl[ian]ten dickwils werckgesellen
in de achterhuysen oft boven op camers en[de] comptoiren sitten[de]
sonder goudt oft silve[r] onder handen te hebbene om te
verwercken, seggen[de] dat sij sonder werck sitten, om
daerdoe[r] den suppl[ian]ten egheen gemaect werck te
dorven laten sien, hoewel nochtans egheen apparentie
van der waerheyt en heeft dat de meesters alsulcken
gesellen (die sij twee oft drye croo[ne]n ter maendt
geven boven heure costen) souden houden leedich sittende,
waeruuyt genoech te suspicieren is dat alsulcke
gesellen eenich onbehoirl[ijck] werck onder handen hebben, en[de]
opdat de goede heeren coopluyden, borgeren en[de] ingeseten[en]
dees landts, ende van allen anderen landen, doe[r] 't heymel[ijck]
wercken nyet en souden werdden bedroghen met eenich
onbehoirlijck werck, gelijck men dickwils bevonden heeft
ende noch dagelicx bevindt datt[er] silveren ketenen en[de]
ander verguldt werck vercocht sijn die onder den voet
ende van see[r] crancken silve[r] gewrocth sijn geweest,
daeraff hen suppl[ian]ten dagelicx groote clachten gedaen
werden, ende oyck van diverse coopluyden en[de] ande[ren]
verweten werdt dat binnen deser stadt meer valssche
stenen geset ende onbehoirlijck werck gemaect wordt
dan in eenige ande[re] steden, ende dat sij suppl[ian]ten 'tselve
nyet geweeren en cunne, uuytdien datt[er] veel p[er]soonen
in abstracte plaetss[en] wercken[de] sijn. Soo begheeren sij
suppl[ian]ten (die hier ondergeteeckent staen) dat uwen Eer[waarden]
gelieven wille der voirsz[eyde] neeringe te gunnen[e] ende
te verlenen[e] totten stauyten en[de] ordonnan[tie] hen gegundt
en[de] verleent de poincten en[de] articlulen hie[r]nae volgen[de].
Te wetene, dat van nu voirtane nyemant, wie hij sij,
eenige werckgesellen (van d[en] voirsz[eyde] neeringe sijnde) en al mogen
leenen oft verhueren cameren oft plaetsen, moch oyck costen
vercoopen, om binnen sijnen huyse te wercken[e], noch oyck
te wercke stellen dan
op dach-, weecke-, maent-, oft jairloon, sonder dat de m[eeste]rs
metten selven werckgesellen eenige contracten selen moghen maken
----
oft eenige ande[re] prouffijten in heure wercken selen
moghen geven dan voirscr[even] staet, op de pene van thien
gouden realen, te bekere[n] in drye`n, d'een derdendeel den hee[re],
d'ander deser stadt, en[de] 't derde halff de deecken ende
halff den ambachte, tot behoeff van heuren armen.
Ietem dat, soo waneer de dekens op eenige meesters oft
werckgesellen eenighe merckel[ijcke] suspitie hebben, sij alsdan
denselven selen mogen onder eedt doen vercleeren oft sij tegen
'tgene des voirscr[even] staet nyet en hebben gedaen. Ende
soo wie denselven eedt weygert te doene, dat die v[er]beuren
sal ses gouden realen, te bekerene als voe[r]. Welck doen[de] etc[etera]
[getekend:
Lauwereys De Groote - Stefanis Beijs
Steven Snewaeters - Peeter Prostmans
Symon Dergaent - Michel Paullu
Jan Van Liefvelt - Hans De Haen
Reijnier Va[n] Darsselt - Bartelmeus Oert
Peeter De Wunt - Cornelis Van der Voort
Claes Huybrechts - Ambrosius van Hille
Claes Vander Borch - Costein Bonecroij
Peeter Va[n] Worlzulte - Cornellies Ruerixs
Jacop Van Ganspoel - Hendrik La Sera[m]
Egbaert Bontynck - Engelbert Gijsenberch
Jan Goorinc - Germeyn Lescarnet
Franssois Van Aelst - Michiel Janssen
Lenhaert Zerlij - Jacqes De Clerkc
Ic, Fransoys Den Smyt - Franchoys Bonecroeij
Jan De Cordes - Gabriel Dijck
Andrse Losth - Jans Spert
Jan Boenecrij - Krijstoffel Franck
Francescho Marliano - Jacop Bonzick
Jacob Zegers - Jacop Vernulen
Corstijeyaen Spelberch - Baltazer Dries
Merten De Wilde - Hasn Voyer
Sanne Mannier - Bernaert Ronck
Hendrick Van Steijnvort
bi mij, Andries Roeselat
Wouter Van Campe[n] - Jan Merckicx
Hans Van Groll - Adrijaen Tijmmer
Jan Bakelte
Peter Die Boet]
Hartelijk dank, René. Fantastische snelheid! Kan het zijn dat er wellicht Cornelis Van der Doort staat, in plaats van Voort?
Hartelijk bedankt.
Met groeten,
Elsa
Jazeker!
Elsa
zei op woensdag 19 mei 2021 - 23:32