Bijgaand document betreft een eerste pagina van een 70-tal scans waarin een geschil speelt tussen Willem Goyaert Rossen en Jan van de Laeck in 1725 over de koop van een half huis en een erfschop in Moergestel.
Waar ik benieuwd naar ben is of de locatie van dit huis op deze pagina genoemd wordt?
en
Wat is de rol van de onpartijdige vrienden waarover gesproken wordt?
[Linksboven in de marge:]
Sij dese gestelt in handen
van partijen, omme bin-
nen den tijt van agt dagen
daerop te rescribeeren
actum int geregt heeden
den 7e February 1725, present
alle schepenen.
Ter ordonnantie van de-
selve.
Aan d'Eewaerde heeren sche-
penen der heerlijckheyt
ende dingbancqe van Moer-
gestel.
Geeft onderdanighlijck te kennen Goyaert
Roossen, inwoonder deser voorschreven heer-
lijckheyt, hoe dat met Johan van der Laeck,
mede woonachtig alhier, des suppliants
swager, sijnde affgesprooken en goetgevon-
den, dat een ider van hen aen twee
onpartijdige vrienden souyde versoecken, d'eene
omme volgens instructie van den voornoemde
suppliant te verkoopen ende d'andere omme vol-
gens instructie van de gerequireerde te koopen
ende dat op wedersijtse approbatie van den
suppliant en sijnen voornoemde swager de helfte
van een huys ende de geheele t'erffschap met
de erve daerop die staen, geleegen binnen
dese heerlijkheyt ter plaatse genaampt
die Beysel, sulcx best die gesamentelijke ver-
sogte vrienden op den preys eens werdende,
deselve alsdan bij voornoemde suppliant en
gerequireerde soude comen ende die
haare handelinge bekent maken, omme deselve
met haare wederseytse approbatie te bekrag-
tigen, gelijck den voornoemde gerequireerde
niet en vermag te ontkennen geschiet te sijn,
nogte mede niet op die bekentmakinge van
t'selve ende dat d'voorscreve koop voort
voorscreve geldt was getroffen, ter somme
van acht en seventigh guldens geapprobeert
te hebben, met dese off diergelijke woorde, ick
staa de coop, en ik woude niet off hadde /
[In de marge staat:]
Relateere ik on-
dergescreve vorster
der heerlijkheyt
van Moergest-
tel, dat ik de
nevenstaande regte
en vorenstaende
appointemente hebbe
geinsinueert aen Johan
van der Laeck
en hem daar-
van gelaten
copie, op den
10e February 1725.
W.J. Wolmers
Hauser
... daerop sijne hand uytsteeckende, wanneer
hem tevens de suppliant die vercoping insgelijcx appro-
berende door palmslagh heeft gegeven en
met de voorscreve coop geluck gewenst,
sijnde daarop t'samen wijngedroncken en
tot nadere confrimatie ook bij den suppliant
ende den voornoemde gerequireerde armgelt
betaalt, welcke volgens of wel den voor-
noemde gerequireerde die veste hadde be-
hooren te ontfangen, en daarbij de voor-
screve cooppenningen ter somme van acht
entseventigh guldens te betaelen, te meer
dewijle daertoe civielijck ende gerechtelijck
is aangesogt ende dat selffs bij eene quat-
trouwige contra insinuatie den ignorante
speelende verschijde vragen heeft voorge-
stelt, op alle welcke hem bij nadere insinu-
atie een volkomen berigt sijnde gegeven
en daarbij ook een overbodig declara-
toir gedaan. Soo is denselven ten eynde
voorscreve daarbij tot het tijdig ontfan-
gen der vesta en voorkomen van ca-
langie aengesogt en bij verdere nalatighheyt
geprotesteert als nader en claar consteert
bij d'acte daarvan sijnde dese benevens het
relaas des vorsters, dese geannexeert
sub IVa primo, welke volgens oock den
suppliant de helffte van den 40e penninck
onder den secretaris deser heerlijckheyt
heeft geconsigneert omme nae moge-
lijckheyt van sijnen kant alle calange
Dankjewel Geert, heel verhelderend.
In de akte gaat het vervolgens om een misverstand over acijnsen, pachten en rente die boveop de koopsom moeten worden betaald. Daarvan heeft Jan van de Laeck niet geweten en als hij dit wel had geweten had, had hij het pand niet begeerd zegt hij.
op pag 19 en 20 leggen vrienden getuigenissen af waar ik niet uitkom. Zou je daar ook nog eens naar willen kijken?
Wij Carl Frederik Wolfer en
Stephanus van der Henst, schepenen
deser vrijheyt en dingbanke van
Oosterwijck, certificeren bij desen
dat voor ons gecompareert zijn
Berent Jan Bucken, out ontrent
vijftigh jaeren, en Lambert Witlox,
out, soo hij syede ontrent sevenendartig
a agtendartigh jaeren, den eersten
woonagtigh tot Moergestel
en den tweeden tot Diessen,
dewelke ter requisitie van Willem
Goyaert Roosen, mede woonende
tot Moergestel onder solemneelen
eeder, haer door Sebastiaen Fredrick
t'Hooft, onse meede-schepen, mits
absentie van den heer quartier-
schout deses quartiers en des-
selfs stadhouder wettelijk gestaeft
en afgenomen, verclaert hebben
waer en waeragtigh te weesen,
dat zij depondenten den 28en No-
vember des jaers van 1627 sijn
geweest ten huyse van den /
requirant, dat denselven en
Jan van de Laeck in onderhan-
delingh waeren over coop
van een half huys, torfschop
ende erve daerop staende, dat zijlieden
sulcx niet eens konde worden,
wedersijts hebben gekosen
twee onpartijdige, aen welkers
uytspraeck sij haer souden
refereren, dog een ieder sulcx niet
behagende of approberende,
daervan konde afsien, mits
gevende twee kannen bier, en
ingeval den coop stand soude
houden, dat partijen over en
weder soude geven ieder een half vat bier,
dat de uytspraek daerop bij den
tweede comparant, meede daertoe
versogt zijnde, en nog drie andere
daertoe versogte persoonen
ten bijwesen van den eersten
comparant gedaen zijnde,
sij sulcx hebben bekentgemaekt
aen de voornoemde requirant
en Jan van de laeck, dat daarop /
de voornoemde Jan van de Laeck
eerst seyde, steekende zijn hand
uyt, ik staa de coop, en dat den
requirant, hem de hant gevende,
daermeede geluk wenschte, en dat
aenstons naer treffen van den
accoorde armgelt bij den tweeden
deponent daaervan wiert voldaen,
hetwelk aen hem is gerestitueert
gewerden, dat ook zij deponenten
nevens cooper ende vercooper en
nog verschijde andere persoonen
een tweede dag daeraen de voor-
schreve bedonge wijncoop hebben
gedronken, ende geconsumeert.
Allen t'welcke haer depondenten van
woorde tot woorde voorgelesen
zijnde, hebben zij daerbij gepersisteert.
In kennisse der waerheyt hebben
wij schepenen voornoemt dese ten
registere onderteeckent, heden
den eenendartigste Mey 1725.
Quod attestor
A.M. Hoffer
1725
Deze pagina's zijn een overzicht van de ingeleverde processtukken. Het proces zelf wordt er niet in behandeld.
Pag. 62 (1)
[linkerpagina]
Request voor Johannes van de Laek
om furnissement van
stucken
contra
Willem Goyert Roosen
[rechterpagina]
Inventaris van
stucken en munimen-
ten, gedaen maacken,
en heeren schepenen,
schepenen deser
heerlijckheyt van
Moergestel overgegeven
uyt den naem ende vanwegens
Willem Goyert Roosen
als denselven in seecker proces ten
communicatoire genootsaekt is
geweest te institueren als suppliant
ter eenre
op ende jegens
Johannes van de
Laack, rescribent /
pag. 63
ter andere sijde.
In den eersten ist onnodigh
vanwegens den suppliant
te produceren, dogh is
niettemin bereyts
ter ordonnantie van
U eerwaerde over te leggen
en te quoteren met de
littra A
Wijders wert alhier over-
gelegt request introduc-
tieff bij de suppliant
aen U eerwaerde gepresen-
teert, met de insinuatien
en een acte van consig-
natie, aen gemelde requeste
geannexeert, mitsgaders /
het daerop gestelde ap-
pointement aen U eerwaerde
dato den 7 February 1725,
alsmede de relatie des
vorsters, hetselve op
den 10 dito aen den voorn.
rescribent geinsinueert,
gequoteert met de littra B
Item produceert den
voorn. suppliant requeste
peremptoir als bij den
selve aen U eerwaerde is over-
gegeven, mitsgaders het
appointement door U eerwaerde
daerop verleent, sijnde van
dato den 21 February 1725, als-
mede daeronder staende
relaes op den 27 dito aen den
rescribent geinsinueert /
pag. 64
sijnde gequoteert met
de littra C
Wert alnogh vanwegens
den suppliant geprodu-
ceert request van verstecq
van antwoort salvo adorto
dies, daar den suppliant
aen U eerwaerde in den genegten
van den 7 Meert 1725 inge-
dient, waerop in dorso
een exhibitum vandien
door den secretaris is gestelt,
sijnde gequoteert met de
littra D
Wert mede door den rescri-
bent overgelegt requeste /
om 1e prolongatie en appoin-
tement van U eerwaerde daer-
op verleent in dato den
7 Meert 1725, sijnde in dor-
so gequoteert met de littra C
Nogh wert hier geprodu-
ceert de rescriptie van den
voorn. rescribent op den
21 Meert 1725 aen den gemelte
schepenen overgelevert
en het daerop staende
appointement van den-
selven dagh, mitsgaders
de onderstaende relatie
des vorsters van den 27 dito,
dat hetselve behoorlijck
is geinsinueert, gequoteert
met de littra F
pag. 65
Wert vanwegens den
suppliant geëxhibeert
requeste waerbij aen
U eerwaerde heeft versocht
een eerste prolongatie
ad priman, doordien
sijnen replicq in desen
saeke door onpasie
van sijn advocaet niet cost
vervaerdight krijgen, met
den appointement van
U eerwaerde verleent is, sijnde
van dato den 1e Apriel
1725, sijnde gequoteert
met de littra G
Nogh wert alhier overgelegt /
request bij den voorn. sup-
pliant ten genegten van den
16 Mey 1725, ten fine van een
2e prolongatie, waerop in
margine vandien appointement
is staende, waerbij aen denselven
die prolongatie is verleent, sijn-
de gequyoteert met de littra H
Wert wijders geproduceert
requesten van den voorsz. suppli-
ant om te hebben een 3e
prolongatie, dewelcke haer
eerwaerde aen denselven ten
genegten van den 13 Juny daer-
aenvolgende verleent hebben,
als blijckt bij appointement
in margine vandien gestelt,
sijnde deselve gequoteert met
de littra J
Wert alnogh geproduceert de
schriftuyren van replicq van de
voorn. suppliant aen U eerwaerde /
pag. 66
op den 27 dito overgegeven
volgens daerop staende ap-
pointement, met twee ori-
gineelen attestatien, daer
annex, beyde voor schepenen
der vrijheyt van Oostgerwijck
verleeden en gepasseert, d
'eene van dato den 31e Maey
en d'andere den 11 Juny respective,
1725, met het relaes des vorsters,
door denselven op den voorsz.
replicq behoorlijck geteykent,
sijnde gequotiseert met de littra H
1:2;lo
Wert mede bij den rescribent
overgelegt requeste, waerbij
versogt wert absoluit verstecq
van replicq, als sijnde in dorso
door den secretaris gestelt in
datis den exhibitum van den
27 Juny, 10 July 1726, 26 dito en
24 daeraenvolgende, sijnde ge-
quoteert met de littra L
/
Item wert vanwegens den
suppliant geëxhibeert requeste
waerbij aen haer eerwaerde jegens
den rescribent versocht heefft
verstecq van replicq salvo
adorto dies, en daer onderstaende
appointement van den 19 October
1725, mitsgaders daeronder staende
relatie des vorster, en hetselven
op den 3 January 1726 aen den
rescribent geinsinueert en co-
pie gelevert, beneffens nogh
twee copyen van de verclae-
ringe aen den voorsz. replicq
geannexeert, volgens haer eerwaerde
voorsz. margineelen appostillen,
sijnde gequoteert met de littra M
Item wert vanwegen den
suppliant geëxhibeert nader
requeste om verstecq van du-
plicq, ten genegten van den
23 January 1726 overgelevert
volgens den exhibitum daer-
op staende, gequotiseert met
de littra N
/
pag. 67
Wert vanwegens den rescribent
overgelegt sijn schriftuyren van
duplicq en daerop staende ap-
pointement van heeren schepenen,
in dato den 23 January 1726,
ende daeronder staende relatie
des vorster van de gedaene
communicatie.
Item den rescribent produceert
de daeraen geannexeerde in-
sinuatie van den suppliant, sijnde
van dato den 23 december 1724
en daeronder staende relatie
des vorsters van denselven dage,
beginnende in den text: vorster
in Moergestel hiertoe versocht
alsoo Jan van de Laek etc.
Item extract getrocken uyt seec-
kere erffscheydinge en deylinge
tusschen Maria, Willem ende
Adriaentie, alle meerderjarige
kinderen van wijlen Goyert Roosen,
verweckt bij Marie Hendricx
van Doormalen, aengegaen voor
den notaris Johan Sier
en seekere getuygen tot Moergestel.
Item de insinuatie uyt den naem
ende vanwegens den rescribent /
aen den suppliant gedaen doen
den 31e October 1724, beginnende in den
text: Jacobus Althoffer etc.
Item de insinuatie uyt den naem
ende vanwegens den suppli-
ant op den 8e January 1725
aen den rescribent gedaen insinueren,
beginnenden in den text: vorster der
heerlijkheyt van Moergestel, hiertoe
versogt alsoo Willem Goyert Roosen
etc.
Den rescribent produceert al-
nogh seeker transport brieff ge-
passeert voor heeren schepenen
deser heerlijkheyt van Moergestel,
sijnde van dato den 11 November 1709,
beginnende in den text: Willem
Baten etc., gequoteert op de rugge
littra O
12:3:4:5 et 6 looo
Den rescribent produceert bij offte
in sijnen naeme op den 20e February 1726
aen heeren drossart en schepenen der
voorn. heerlijkheyt gepresenteert, en
daerop staende appointement
ten selven dage gestelt, waerbij de
voorsz. respective partijen sijn geordonneert
tot furnissement der gemelde
stucken jegens heeden van dato
over 14 dagen en daeronder staende /
pag. 68
relatie van den gedaene communi-
catie van het furneren deses, ge-
quoteert met de littra P
Nogh wert vanwegens den
suppliant geëxhibeert requeste
door denselven aen haer eerwaerde ge-
presenteert, waerbij te kennen
gaeff, dat den rescribent in desen
aen sijne voorsz. overgeleverde du-
plicq volgen den inhout van den-
selven verscheyde stucken moet
geannexeert hebben gehadt en den
suppliant van voorsz. schriftuyren
wel copie heeft ontfangen, maer geen
van die annexe stucken, sijnde
van dato den 20 Meert 1726 volgens
haer eerwaerde marginalen appostillen,
waerbij den rescribent geordonneert
wert alvooren te furneren dat
den rescribent de copyen uyt de ge-
annexeerde stucken aen den suppliant
sal hebben te geven, welcke requeste
en appointemente volgens relatie
des vorsters behoorlijck is geinsinueert,
sijnde gequoteert met de littra Q
Wert alnogh wegens den /
rescribent geproduceert requeste
in sijnen naem, sijnde van dato
den 27 July 1726 aen heeren schepenen
deser heerlijkheyt gepresenteert
en daerop staende appointement
ten selven dage gestelt, waerbij
de voorsz. respective partijen geordonneert
sijn tot furnissement van stucken,
meergemelt jegens heeden opt
sluyten van dese inventaris en
onderstaende relatie van de gedaene
communicatie tot furneren deses,
gequoteert met de littra R
Wijders wert geproduceert desen
inventaris in dorso geteykent
met de littra S
Deductie te quoteren, ist nood, met
de littra T
Aldus gefurneert en geinsinueert, in-
ventariseert op den eersten Augusty /
pag. 69
seventien hondert ses en twintigh,
ter presentie van wedersijtse procureurs,
ten overstaen van Antony van Corven,
Hendrick van Geffen, Peter Appels, Adriaen
van de Wouw, Corstiaen van Gorcum,
Peter van Iersel, schepenen.
[volgen de ondertekeningen]
Beste Geert,
Hartelijk dank voor deze uitwerking.
Jammer dat het niet de informatie geeft waarop ik hoopte maar het levert me in elk geval informatie op over familieleden Goyaerts en concrete data.
Mag ik nog een beroep op je doen om de voorlaatste stukken te ontcijferen?
Hartelijke groet, Bernadette van de Laak
Hier de pagina's 57 t/m 61.
pag. 57
[linkerpagina:]
Duplicq
voor
Johan van de Laack,
rescribent
Contra
Willem Goyaert
Roosen, suppliant
[getekend:]
W.H. v. Kelckhoven
[rechterpagina:]
Aen de eerwaerde heeren
drossaert en schepenen der
heerlijckheyt van Moergestel
Geeft reverentelijck te kennen Johannes van
de Laeck, dat in de proceduren ten com-
municatoire tusschen hem suppliant ter
eenre, ende Willem Goyaert Roosen ter
andere seyden, litis pendent, sooverre
is geprocedeert, dat den suppliant op den
23e January 1726 al heeft gedient van
duplicq, en waervan op den 31e dito
de behoorlijcke insinuatie aen de voorn.
Willem Goyaert Roosen met overleve-
ringe der copye is gedaen.
Versoeckende mitsdien dat U eerwaerde de
gemelde proceduren gelieven te houden
voor voldongen ende gesloten, als-
mede dat de voorsz. parthijen sullen
werden geordonneert te compareren
op seeckere bij U eerwaerde te prefigeren
dagh tot furnissement van stucken,
omdat naer gedaene furnissement
bij U eerwaerde daerop reght magh wor-
de gedaen naer behooren.
Dit doende etc.
W.W. v. Kelckhoven
[in de marge op deze pagina:]
Relatere ick ondergenoemde,
vorster der heerlijckheyt
van Moergestel, alsdat
dese requeste van a-
pointment hebbe gein-
sinueert aen Willem
Goyaert Roosen en
gelaten behoorlijck copy
vandien. Actum Moergestel
den 21 February 1726.
W.J. Wolmershausen
pag. 58
[linkerpagina;]
Requeste
voor
Johannes van de
Laeck om furnisse-
ment van stucken
Contra
Willem Goyert Roosen
in dato 20 February 1726
[rechterpagina linksboven:]
Mijn heeren schepenen
deser heerlijckheyt van
Moergestel, ordonneerd
parthijen alvoorens in dese saecken
te furneren, dat sullen hebben
over te geven copien uyt de
stucke geannexeert bij haer
duplicq binnen den tijt van agt
dagen naer insinuatie desses,
off daerjegens te seggen
haer belangh. Ac-
tum int geneght
van den 20 Meert
1726, present
alle schepenen,
behalve van Gor-
cum.
Ter ordonnantie van deselve
[ondertekening]
Aan d'eerwaerde heeren drossaert
en schepenen der heerlijckheit
van Moergestel.
Alzoo den procureur Kelckhoven op den 25e Fe-
bruary deses jaars van 1727,
overgelegt hebbende eene schriffture van
duplicq, waaraen volgens den inhout van
deselve verscheyde stukken moeten geannexeert
sijn en dat den suppliant van voorsz. schriffture
wel een copie heeft bekomen, maer geene
van die annexe stucken, en dat den suppliant
op die voorschreve schriffture van duplicq
zijn tegenseggen moet hebben, en derhalve
versoeckende de copien van de annexe stuc-
ken, waeruyt ook volgt, dat de sake nog niet
in staet van wijzen is gebragt en oversulcx
daerinne nog geen furnissement en kan geschieden,
zoo blijckt dat de requeste bij partije procureur
overgegeven omme dag van furnissement te
hebben, en sulcx ook daerop gevolgde appoin-
tement niet kan werden naegekomen, zoo
sustineert den suppliant dat het voorsz. versoeck
als te prematuer gedaen, met het opgevolgde
appointement niet kan werden
agtervolgt, maer dat vooraff de saecke na-
[in de marge op deze pagina:]
Relatere ik
ondergeteykende, vorster
der heerlijckheid
van Moergestel,
dat ik dese neven-
staende
requeste en haer
eerwaerdes bovenstaende
appointment
behoorlijck heb-
be geinsinueert en
copia gelevert
aen Jan van de
Laeck, omme
etc., heden desen 23e
Meert 1726.
W.J. Welmershausen
pag. 59
dat dese ... bij nadere schriffture jegens die
duplicq, waer zoo veele stucken geannexeert
zijn, zijn tegenseggen sal hebben gehadt, en partije
daerop oock t'haere konnen inbrengen, deze
saecke alsdan eerst in staat van wijsen sal
werden gebragt, sustinerende t'selve alzoo te
behoren, vallende in cas van eenige debat hier-
op voegen corte deductie.
T'welck doende etc.
[ondertekening]
pag. 60
[linkerpagina:]
Requeste voor
Willem Goyaert Roesen,
suppliant
omme te hebben de
copien van de pre-
tense gemancqeerde
stucken
[ondertekening]
[rechterpagina in de marge linksboven:]
Mijn heeren schepenen ordonneren
Willem Goyert Roosen off desselffs
procureur te compareren
in den raethuysen alhier op
toecomende Donderdag, sullende den
1e der toecomende maent Augusty
deses jaers precies, de clocke 9 uyren
ten fine van furnissement
als in de requeste vermelt, off dat
bij naerlatigheyt vandien den secretaris
wert geauthoriseert in den namen
van den voorn. Willem Goyers Roosen,
beneffens den suppliant
preparatoir te vorderen
tot het maeken
van den noodigen
inventaris. Actum
in extraordinairen
vergaderinge van
schepenen, heeden
den 27 July 1726.
Ter ordonnantie
van deselve
[ondertekening]
Aen de eerweerde
heeren schepenen der
heerlijckheyt van
Moergestel
Geeft reverentelijck te kennen Johan-
nes van de Laeck dat den suppliant
op den 15e Mey laestleden bij de an-
nexe requeste heeft geaddresseert
aen U eerweerde en om redenen daer-
inne versoght dagh tot furnisse-
ment van stucken, dogh dat
U eerweerde bij appointment den
suppliant hebben geordonneert de
copyen geannexeert aen desselfs
dupliecq binnen den tijt van aght
dagen over te geven aen Willem
Roosen, dat den suppliant mitsdien
op den 23e Mey daeraenvolgende
de vijff stucken aen het gemelde
dupliecq annex heeft laten insinu-
eren en overleveren aen Willem
Roosen voornoemt, versoeckende
mitsdien voor de derde mael ap-
pointement, waerbij den suppliant
ende den voorn. Willen Roosen ofte des-
selfs procureur in zijnen naeme
geordonneert werden te compareren
op seeckeren precisen dage te pre-
figeren ten fine van furnissement
van stucken, off dat bij naerlatig-
heyt vandien den secretaris sal /
pag. 61
werden geauthoriseert in name
van den voorn. Willem Roosen, beneffens
des suppliants procureur te vaceren
tot het maken van den noodigen
inventaris.
Dit doende etc.
W.H. v. Kelckhoven
Heel veel dank Geert en ik begrijp dat er recht zal worden gesproken op een zitting in het raadhuis van Moergestel in augustus van dat jaar.
Mooi verhaal...
Bernadette van de Laak
zei op vrijdag 26 maart 2021 - 12:52