Wij Roetert Ernst ende Arent Pietersz van der Burg
schepenen in Amsterdamme, oirconden ende kennen dat voor
ons gecompareert zijn d'heeren burgemeesteren ende regeerders
deser stede, ende gelieden dat op den dertichsten Jnauary
anno 1615, achtervolgende d'ordonnantie daeraff zijnde,
bij executie derselver stede, vercofft is geweest
Pieter de Coocker, cruydenier, tweederde delen van een huys en
erve, staende opt water, genaemt De Bonte Cater,
daervan het derdepart bij mr. Anthony van Foreest
den voorn. Pieter de Coocker uytgeschouden is, daer
lendenden van zijn Roeloff Woutersz met een gemene
loden goote aen de noortzijde ende de erffgenamen van Hilletgen
Jans, mede met een gemene loden goote, die bij den voorsz.
erffgenamen alleen moet onderhouden worden ter tijt ende wijlen
de voorsz. erffgenamen haer huys rechten, volgende de coustume deser
stede, aen de suytzijde, streckende voor vant water /
tot achteraen den huyse offte erve van Aert Kemp,
laeckencoper, onder conditie dat het ancker van de
schoorsteen van desen huyse precario gehecht is int
dack van Roeloff Woutersz voorsz., oock dat dit huys De
Cater zijn waterlosinge gebruyckt in de ryoel ofte
secreet vant huys van Claes Lambertsz, nu
toecomende Roeloff Woutersz voorsz., zonder daervan
eenich bescheyt te hebben, sulcx dat d'actie
van deze waterlosinge tot pericule ende avontuyre
van dezen coper sal staen, belast met twaelff
guldens s'jaers out eygen opten voorschreven huyse
ende erve staende, naerlijck t'bescheyt daervan zijnde
t'welck den coper op Mey toecomende tot zijnen
laste nemen sal, voorts vrij huys ende erve,
in allen schijne etc. behoort hebbende ..el Claes
weduwe ven Franchois van Caersum, voor de
somme van viertien duysent ses hondert gulden,
die de voornoemde Pieter de Coocker te borde gebracht
ende betaelt heeft, ende weder bekeert zijn zoo verre
die strecken mochten in de schulden, commeren ende laste
daermede etc., den 28en Novembris 1620.
Jan T.
zei op zaterdag 25 juli 2020 - 16:54