Paleopuzzel nr. 28: De boze geesten wegjagen

1.  Alsoo men ondervint dat dertele en
2.  onbesonne menssen, die niet weete met wat dansjere
3.  en prijkel gepaert is, het aansteken van cissers, vuerpijlen
4.  cnappers, moortslaagen, en werpen van voortcruijpers
5.  off slangen van buspoeder jn dese heerelijckhijdt
6.  Tilborgh daar soo veel stroije dacken sijn
7.  waar door seer ligtelijck brant soude cunnen
8.  worden veroorsaakt, dat niet alleen de ruine van veel
9.  goede jnnegesetenen soude nasleepen maar
10.selffs vande ganssche gemeente,
11. Omme daar jinne te voorsien, zoo jst
12. dat den president en Schepenen deser heere=
13. =lijckhijdt Tilborgh voorseijde waarschouwen en
14. verbieden, gelijck doen bij desen, allen en eenen
15. jegelijcken sonder onderschijt eenige diergelijcke
16. instrumenten van buspoeder gemaackt aan te steken
17. off te werpen bij dagh off avont op peene van te
18. verbeuren. Voor jder slangh, cisser, cnapper, vuerpijl
19. off moortslagh, eene boete van vijffentwintigh gulden

Johan, dat is een prima transcriptie. 

Toch enkele opmerkingen

In regel twee moet je wel onbesonnen schrijven als je in regel 4 werpen schrijft. Of die "n"juist is, dat is lastig te bepalen aangezien op meerdere plaatsen een enkele e meer op z'n plaats lijkt.

Nog twee opmerkingen: Ik denk dat er de eerste keer vierpijlen staat en in de laatste zin zou ik moort slagh los van elkaar schrijven.

Dank voor je oplossing!