Jan Otten van Ackeren en Jan van Opperen hebben gelooft
te betaelen op conditie den pacht van den Neerrijnense weert,
beginnende vant gericht van Oppijnen, sijnde ter somme
van twee hondert vijfftich gulden, gelijck deselve
mette vrouwe van Weerdenburgh hebben opgericht,
was onderteeckent Jan Gerrtien, Jan van Opherden.
De benedensen weert hebben Derck Berntsz van
Slijckewijck, Derck van Esch en Willem van Jaersvelt
gelooft te betalen op conditie met haer hoochgeboren opgerecht
ter somme van twee hondert gulden en met de
waersman een schaer* weyen genieten om die an de pachte
te corten, was ondertekent Derck Berntsz, Willem Hendricksen,
dit & merck heeft Derck Dercksz van Eck selffs gestelt,
leger stont me present geteeckent P. de Gay, mij present
was getekent J. Wechman.
Den meddelweert naest de geërffdens van den Mather weert
aengelegen heeft Gerrit Wermens, Aernt Hendrikcx, Ott
Gerrtisen en Hendrick van Lent gepacht voor de
somme van twee hondert vijff en twintich gulden,
heeft den drossaert oock gelooft als principael dese
pacht te sullen voldoen ende refereert men sich tott conditien
mette vrouwe van Weerdewnborgh opgericht nopende de
heyndonge, referende joffrouw verpachterse het hout
aen haer welgen t'welck knootbaer is, sonder
hetselve van desen jare te knooten off houwen. Actum 23 April
1687. Was onderteeckent P. Schoock.
De pachteren hier voor verhaelt hebben gelooft up conditie
aen mijn ondergeschreven gelooft te voldoen up poene
daerinne vermelt. Actum als voor. Was onderteeckent
Olifier van Weelden scholtus.
* schaer: een stuck grond van een bepaalde grootte, nodig voor voedsel van één volwassen dier.
Stan de Jongh
zei op dinsdag 17 augustus 2021 - 11:07