Pacht land te Coten 1375

Bijgaand een stuk betreffende een stuk land van een voorouder uit de Van Zijl tak. NB: de naam (Aernt van Lunenburg) doet anders vermoeden, maar het was een Van Zijl; hij noemde zich nl. naar zijn belangrijkste leen, de kasteeltoren te Luneburg.

De tekst was redelijk te doen, maar ik mis een paar woordjes.

Wie kan de puntjes op de i zetten en het verhaal compleet maken?

De tekst begint onderaan de linker blz., en gaat door bovenaan de rechterpagina.

De ontbrekende woorden en dingen waar ik niet 100% zeker van ben zijn in geel gemarkeerd.

Ik heb gevonden:

Wi, Sweder Uterloo bijde g(e)n(ade) Godts domproost van Utrecht doen

kenlick dat voor ons ende onsen mannen gecomen is Aernt van Lunenb(urg)

onsen man en(de) droech op die tiende die hij van onser domprooste

te houden plach gelegen inden carspel te Coten opten Weerdt bij

Bloemenwerde, welcke tiende wij verlijt hebben heeren Robert

van Rijnswoude, ridder te houen van ons en(de) onse domprooste

also als Aernt voorsz. gehouen heeft, behouden ons & ijder…  //

hier over daer dit geschiede waren onse mannen Johan van Zijf, Harbaren

vanden Rijn en(de) anders …le goeder luiden. In orconde des brief

besegelt met onsen segel gegegeven in ’t iaer o(nsen) h(eren) dusent

drie hondert vijf ende ’t seventich des maenendaghes

nae Paeschen.

Onder hangt een segel aldus ten deele gebroken van den

voorsz. proost.