Oude Staten Archieven

Het teken is in ieder geval de munteenheid, hier mogelijk pond.

Ieder vack huises 
23 voet en er boven 8 uijt
getaxeert op 30 pond
en onder 23 voet ieder 
voet op 1 pond tot 8ste incluis

Schueren hooivaken 
op de helfte

De landen zijn getaxeert
zo als bij ieder is te sien.

Ook noemagtig wie onder
de 20 jaeren in gebruik zijn.

Nieuw Register van de 
nieuws aangetimmerde huisen 
en schuiren etc. en nieuws te 
lande gemaekte landerien 
in het Dingspel Rolde zoo als 
dezelve sedert den jare 1654 zijn 
aangetimmert en te lande ge-
maakt ingevolge overgave door 
de Verwalter Scholts R. Sickens 
en erfburen uit ieder cluft in 
anno 1745 en nader overgave door 
den Scholtes L. Homan en erfbu-
ren uit ieder cluft in anno 1750 met diens 
prijsatie ingevolge Landsdags-
Resollutien van jare 1741 tot 
1751 incluis op een ieders staat 
en name gebragt in schattinge 
door de ondergeschrevene als daar toe
door de Heeren Drost en Gede-
puteerden (ingevolge Landsdags
Resollutien van den 25 Meert 1749) 
geauthoriseert.

Dank. Over het teken ben ik nog niet rustig. Ik heb eerder zo'n teken gezien en toen ging het over de aanbesteding van brood. Dat stond volgens mij voor libre, de oudhollandsche pond.

In dit geval denk ik eerder aan een lengtemaat dan een bedrag. Ik neem aan dat in die tijd niet met Engelse pond werd gerekend.

Beste Evert,

Ik sluit me aan bij de interpretatie van L als pond. De doorgehaalde L staat inderdaad voor libra(e), Latijn voor pond. Het pond is als rekenmunt nog behoorlijk lang in gebruik gebleven, omdat het als een vaste en stabiele muntsoort gold, zelfs al was deze als muntstuk zelf niet meer in omloop. In dit geval is het de basiswaarde voor de omvang van een huis: alle woningen die breder (wijt in plaats van uuyt) waren dan 23 voet werden belast met 30 pond, alle woningen minder breed werden belast voor 1 pond per voet. 

Dag René,

Het tarief per vak van 30 libre klopt wel met de waardeschatting van de panden. Een 5-vaks huis (minimaal 23 voet) werd geschat op 150-0-0. Ik heb AI ook even om raad gevraagd en die geeft aan dat ik de libra als rekeneenheid moet zien, zoals karaat bij goud. In Drenthe was 1 libra rond 1745 gelijk aan 1 gulden, dus de nota was libra/gulden-stuivers-penningen.

Voor mij is het nu helder, vooral dankzij jouw inbreng. Bedankt.