Aan Zijne Majesteijd
Willem de tweede Koning
der Nederlanden
Sire
Wij ondergeteekende ingesetene van het eiland
Sint Philipland, neeme met verschuldigden
eerbied den toevlugt tot uwe Koninklijke troon
om aan uwe Majesteijd te verzoeken datgeen
waarin wij een groot belang stellen.
Sire, Daar is bij ons aan de Zuiderzijde van
ons eiland een waterkreek onder de benaming
van Mosselkreek, daar jaarlijks mosselen
in gevange worde die in wasdom en in
deugt vele andere plaatsen overtreffen
en daar die Mosselkreek kort bij ons dorp
leijd en wij maar kleijne en vrakke schuijtjes
hebben, kunnen wij met die mosselen te vangen
brood voor ons en voor onse kinderen verdienen
maar wanneer die mosselen hare wasdom
hebben komen er zoo veel van andere plaatsen
dat zij in eenen korten tijd gevangen zijn, en
daar wij in het naarjaar en in den winter
anders niet kunnen verdienen als die
mosselen te vangen, is de wegroving het
middel dat wij tot groote Armoede vervallen.
Mogte het dan den Koning goedvinde ons
verzoek in te willigen en ons die Mosselkreek
van de Zuidwesthoek van ons eijland tot aan
ons dorp alleen aan ons ondergeteekende
te vergunne al was het zelfs met opbrengst
van eenige gelden zoude ons hoogst aangenaam
weese en welligd een middel dat wij brood
voor ons en onse kinderen zoude kunne verdienen
en dat het geen naardeel aan den Dijk
of vaargrond toebrengt, willen diegeene
verklaren die in de polder geintresseerd zijn
en er belang bij hebben wij hoope en verlange
dat des Konings waart zijn mag naar onse
begeerte uwe Koninklijke Majesteit en
Anneke van Waarden-Koets beheerder
zei op woensdag 1 oktober 2025 - 21:30