Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

Openbare verkoping 1657

In bijlage een cate m.b.t. een openbare verkoping van stukken land, waarbij één perceel gekocht werd door de stiefvader van mijn voorvader Reijer Jacobsz Baas in 1657 (dit is Henrick Lambertsz).

De acte was redelijk goed te doen, maar er resteren op sommige punten toch wat vraagtekens bij mij; deze zijn in geel gemarkeerd.

Wie kan me helpen deze punten op te lossen?

Gezien de lengte van de tekst (4 blz) is het niet nodig om de rest van de tekst na te kijken.

 

Ik heb gevonden:

Conditien waer na Adriaen

Thijmansz gerechtel(ijck) bij openbaren

opslach v(er)copen sal de nabes(chreven)

parcelen van landen.

 

Eerstel(ijck) sal ’t navolgende land v(er)coft worden bij

gul(dens) van een twintich st(uijvers) ’t stuck

boven een stuijver p(er) gul(den), sonder affslach aen(de)

cooppenn(ingen) , datel(ijck) tot rantsoen.

Te betalen de cooppenn(ingen) in ’t geheel contant

van ’t nabes(chreven) boulant en(de) dat sonder rantsoen

aen handen van(de) v(er)coper.

En(de) de cooppenn(ingen) van ’t navolgen(de) veenlant

daer van ales boven rantsoen bet(aelt) moeten worden

aen handen als voren in twee termijnen

alse de eene helfte martinii eerstcomen(de) 1657

& d’andere helfte martinii daer aen volgen(de) 1658.

Welverstaen(de) dat de copers (indien sij de cooppenn(ingen)

precisel(ijck) op de v(oorsz) v(er)schijndagen betaelden)

in plaetse van een ende twintich st(uijvers) met XX st(uijvers)

p(er) gul(den) boven ’t rantsoen sullen mogen volstaen.

Te aenvaerden ’t nabes(chreven) lant terstont tot

v(er)maninge en(de) treden(de) in(de) lasten van ongelden

en(de) slagen tot ’t lant specteren(de) …. sedert Peter

[Cathed…m] lest(lijck) 1657 ’t v(er)copen

bij de lesten penn(ingen) sal transport gedaen worden tot costen van copers

dit vrijs gelts van(de) XLen penn(ing) schrijven

van coopcondtitien, transportbrieven & andere

oncosten deses aengaen(de) te vallen.

De copers sullen gehouden sijn terstont tot

voldoen(inge) van haer(luijden) cooppenn(ingen) met ’t rantsoen

te stellen twee suffisante borgen tot genoegen

van(de) v(er)coper, die hun neffens de copers (onder //

renunciatie van (de) exceptie van excussie & divisie

van de effecten van dien, wel onderricht sijnde,

neffens de copers terstont in(de) inhouden deses sullen

laten condemneren.

De copers sullen tot v(er)maninge altijt ’t haren costen

noch nadere borgen moeten stellen.

Indien copers terstont geen suffisante borgen

en costen stellen sal den v(er)coper ‘t v(er)cofte lant

daetel(ijck) wederom mogen doen opslaen tot schade van (de)

copers soo ’t mindere en(de) tot profijt van(de) v(er)coper

soo ’t meerdere quame te gelden.

Ingevalle twee of meer gelijck mijnden sal den

v(er)coper ’t gemijnde goet wederom mogen opslaen ofte

den slagh gunnen die ’t hem believen sal.

Soo den affslager hem v(er)giste sal den v(er)coper

blijven in sijn geheel en(de) sijn goet recht onvercort

& geconditioneert dat [de..] den anderen moet te voet overwech

 

Treckgelt  2- 10 - -- [getransporteert]

De bovenste lotinge van (de) middelste

camp tot de eerste par(cee)l met den

overwech

boven uijt en in, te water en te voet,

ingeset bij Jacob Corn(elis) Slinger voor

twee hondert tachtich g(u)l(den).

v(er)hoocht bij Arien Jacobsz op

Maerseveen met vijff g(u)l(den)

die coper is gebleven voor de v(oorsz)                                            285

Deze looting groot 250 roeden,

borgen: Willem Jacobsz op Maerseveen, Adriaen Willemsz.

 

Treckgelt  2- 10 - -- [getransporteert]

De naestvolgen(de) lotinge in(de) middelste

camp ingeset bij Lubbert Arien Thijmansz

voor twee hondert ’t negentich g(u)l(den)                                     290

die coper sijn gebleven voor de voorsz. somme //

 

Treckgelt  2- 10 - -- [getransporteert]

De derde lotinge van(de) middelste camp

ingeset bij Jacob van Slinger voor twee

hondert vijff en ’t seventich g(u)l(den), die

coper is gebleven                                                                               275

Borchen: Arent Dominicusz, Henrick Henricksz

 

Treckgelt  2- 10 - -- [getransporteert]

De bovenste lotinge van(de) Seck Kamp

ingeset bij Jacob van Slinger voor hondert

ses en tachtich g(u)l(den), die coper is gebleven                          186

Borchen: als boven

 

Treckgelt  2- 10 - -- [getransporteert]

De lotinge daer naest aen van(de)

bovenste lotinge, ingeset bij Adriaen

Willem & voor hondert vijftich g(u)l(den),

die coper is gebleven voor                                                                150

Borchen: Arien Jacobsz , Willem Jacobsz, op Maersseveen

 

Treckgelt  2- 10 - --, treckg(elt) noch -- - 12 - 8, [getransp(orteert)]

De lotinge daer naest aen ingeset bij

Peter Ariensz voor hondert vijff en(de) twintich g(u)l(den),

v(er)hoocht bij Arien Jansz de Roy met vier g(u)l(den)

die coper is gebleven voor de v(oor)sz                                          129

Borchen: Henrick Jansz de Roy, Albert Jansz

 

Treckgelt  2- 10 - -- [getransp(orteert)]

De bovenste lotinge naest de

middelste camp, ingeset bij Henr(ick) Jacob

Lucasz, voor twee hondert ’t seventich

g(u)l(den),

[treckg(elt) noch 2 - 10 - --]

v(er)hoocht bij Henrick Lambertsz met

twaelff g(u)l(den), die coper is voor d’v(oor)sz                            282

Borchen: Gijsb(ert) Corn(elis) den Besten,

Corn(elis) Jansz in Westb(roeck)

 

Treckgelt  2- 10 - -- [getransp(orteert)]

De lotinge daernaest ingeset bij

Henr(ick) Jacob Lucasz, voor twee hondert

sestich g(u)l(den), die coper is gebelven voor

de v(oor)sz.                                                                                        260

Borchen: Arien Willemsz in Westbroeck,

(An)thonis Henrickz //

 

Treckgelt  2- 10 - -- [getransp(orteert)]

De derde lotinge daernaest, aen

ingeset bij Arent Dominusz voor

twee hondert twee g(u)l(den), die coper

is gebelven voor de v(oor)sz.                                                           202

Borchen: Jacob Corn(elis) Slinger,

Henrick Henrickz

 

Twee mergen boulant mettet [bes…de] int veenland

gelegen gecoft bij Goijert Jurriaensz

voor elff hondert twinctich g(u)l(den)                                           1120

Borch: Govert Jansz in Westb(roeck)

 

[in kantlijn, onder elkaar: 1120, 202, 260, 282, 129, 150, 186, 275, 290, 285, Σ 3179]

 

En alle ‘t welcke v(oor)sz. de resp(ective) copers & haren

borchen onder renuncia(tie) als voren sijn gecocht

bij Jan Corn(elis), schout Goijert Jurriaensz &

Govert Jansz, schepenen in Westbroeck den

XXXIIIen Aprilis 1657

{Jan Cornelis}

{Goijert Jurriaensz}

{Govert Janssen}

mij p(rese)nt

{F. Zwaerdecroon, 1657, nots}

Reacties (2)

Geert Ouweneel zei op vr, 01/29/2021 - 15:42

Verbeterd eb aangevuld:

 

Conditien waer na Adriaen
Thymansz gerechtelijck bij openbaren
opslach vercopen sal de nabeschreven
parcelen van landen.

Eerstelijck sal ’t navolgende land vercoft worden bij
guldens van een twintich stuyvers ’t stuck
boven een stuyver per gulden, sonder affslach aen de
cooppenningen  datelijck tot rantsoen,
te betalen de cooppenningen in ’t geheel contant
van ’t nabeschreven boulant ende dat sonder rantsoen
aen handen van den vercoper.
Ende de cooppenningen van ’t navolgende veenlant
(daer van ales boven rantsoen betaelt moeten worden)
aen handen als voren in twee termijnen,
alse de eene helfte martinii eerstcomende 1657,
ende d’andere helfte martinii daeraenvolgende 1658.
Welverstaende dat de copers (indien sij de cooppenningen
preciselijck op de voorsz verschijndagen betaelden),
in plaetse van een ende twintich stuyvers met XX stuyvers
per gulden boven ’t rantsoen sullen mogen volstaen,
te aenvaerden ’t nabeschreven lant terstont tot
vermaninge ende tredende in de lasten van ongelden
ende slagen tot ’t lant specterende tsedert Petri
ad cathedram lestleden 1657 te verlopen
bij de lesten penningen sal transport gedaen worden tot costen van copers,
dit vrijs gelts vande XLen penning, schrijven
van coopcondtitien, transportbrieven ende andere
oncosten deses aengaende te vallen.
De copers sullen gehouden sijn terstont tot
voldoeninge van haerluyden cooppenningen met ’t rantsoen
te stellen twee suffisante borgen tot genoegen
van de vercoper, die hun neffens de copers (onder //
renunciatie van de exceptien van excussie ende divisie,
van de effecten van dien, wel onderricht sijnde,
neffens de copers terstont inde inhouden deses sullen
laten condemneren.
De copers sullen tot vermaninge altijts ’t haren costen
noch nadere borgen moeten stellen.
Indien de copers terstont geen suffisante borgen
en costen stellen, sal den vercoper ‘t vercofte lant
daetelijck wederom mogen doen opslaen tot schade van de
copers soo ’t minder ende tot profijte van de vercoper
soo ’t meerdere quame te gelden.
Ingevalle twee of meer gelijck mijnden sal den
vercoper ’t gemijnde goet wederom mogen opslaen ofte
den slagh gunnen die ’t hem believen sal.
Soo den affslager hem vergiste sal den vercoper
blijven in sijn geheel ende sijn goet recht onvercort
ende geconditioneert dat d'een den anderen moet te voet overwegen
[in de marge: treckgelt  2- 10 - -- [getransporteert]
de bovenste lotinge van de middelste
camp tot de eerste parceel met den
overwech boven uyt en in, te water en te voet,
ingeset bij Jacob Cornelis Slinger voor
twee hondert tachtich gulden,
verhoocht bij Arien Jacobsz op
Maerseveen met vijff gulden,
die coper is gebleven voor de voorsz  285.-.-

Deze looting groot 250 roeden,
borgen: Willem Jacobsz op Maerseveen, Adriaen Willemsz.
[in de marge: treckgelt  2- 10 - getransporteert]

De naestvolgende lotinge inde middelste
camp ingeset bij Lubbert Arien Thymansz
voor twee hondert ’t negentich gulden  290.-.-
die coper sijn gebleven voor de voorsz. somme //

[in de marge: treckgelt  2.10.-, getransporteert]
De derde lotinge van de middelste camp
ingeset bij Jacob Cornelisz Slinger voor twee
hondert vijff en ’t seventich gulden, die
coper is gebleven  275.-.-
Borgen: Arent Dominicusz ende Henrick Henrixsz

[in de marge: treckgelt  2.10,-, getransporteert]
De bovenste lotinge van de Seck Kamp
ingeset bij Jacob Slinger voor hondert
ses en tachtich gulden, die coper is gebleven    186.-.-
Borgen: als boven.

[in de marge: treckgelt  2.10.-, getransporteert]

De lotinge daer naest aen van de
bovenste lotinge, ingeset bij Adriaen
Willemsz voor hondert vijftich gulden,
die coper is gebleven voor de voorsz.  150.-.-
Borgen: Arien Jacobsz , Willem Jacobsz, op Maersseveen

[in de marge: treckgelt  2.10.-, treckgelt noch -.12.8, getransporteert]

De lotinge daer naest aen ingeset bij
Peter Ariensz voor hondert vijff ende twintich gulden,
verhoocht bij Arien Jansz de Roy met vier gulden
die coper is gebleven voor de voorsz   129.-.-
Borgen: Henrick Jansz de Roy, Albert Jansz

[in de marge: treckgelt  2.10.-, getransporteer, treckgelt noch 2.10.-t]
De bovenste lotinge naest de
middelste camp, ingeset bij Henrick Jacob
Lucasz, voor twee hondert ’t seventich
gulden,
verhoocht bij Henrick Lambertsz met
twaelff gulden, die coper is voor d’voorsz
twee hondert twee ende tachtich gulden    282.-.-
Borgen: Gijsbert Cornelis den Besten, Cornelis Jansz in Westbroeck

[in de marge: treckgelt  2.10.-, getransporteert]
De lotinge daernaest ingeset bij
Henrick Jacob Lucasz, voor twee hondert
sestich gulden, die coper is gebelven voor
de voorsz.                                                     260.-.-
Borgen: Arien Willemsz in Westbroeck, Thonis Henrixsz //

[in de marge: treckgelt  2.10.-, getransporteert]
De derde lotinge daernaest aen
ingeset bij Arent Dominusz voor
twee hondert twee gulden, die coper
is gebleven voor de voorsz.                          202.-.-
Borgen: Jacob Cornelis Slinger ende Henrick Henrixsz

Twee mergen boulant mettet [besaeyde int veenlant
gelegen gecoft bij Goyert Jurriaensz
voor elff hondert twintich gulden                 1120.-.-
Borg: Govert Jansz in Westbroeck

[in kantlijn, onder elkaar: 1120, 202, 260, 282, 129, 150, 186, 275, 290, 285, Σ 3179]

En alle ‘t welcke voorsz. de respective copers ende hare
borgen onder renunciaetie als voren sijn gecompareert
bij Jan Cornelis, schout, Goyert Jurriaensz ende
Govert Jansz, schepenen in Westbroeck den
XXXIIIen Aprilis 1657.
Jan Cornelis
Goyert Jurriaensz
Govert Yanssen
Mij present F. Zwaerdecroon, 1657, nots

Louis v. V. zei op za, 01/30/2021 - 15:40

Hartelijk dank Geert, voor de aanvullingen en correcties op mijn transcriptie.

Om de een of andere reden heb ik weer geen e-mail ontvangen toen uw aanvulling geplaatst werd, maar enfin, ik heb 'm toch gevonden !

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.