Volgens mij staat er 'noetrof'. Denk aan het ouderwetse woord nooddruft in de betekenis van behoefte, noodzaak. In het Middelnederlands Lexicon komt het voor als nootdorft, -orft, -dorfte, -dorcht, -dorch.
Volgens mij staat er 'noetrof'. Denk aan het ouderwetse woord nooddruft in de betekenis van behoefte, noodzaak. In het Middelnederlands Lexicon komt het voor als nootdorft, -orft, -dorfte, -dorcht, -dorch.
Ik lees noetcost.
Ik lees met Geert "noetrof" en zou dat als nooddruft duiden
Nooddruft in de betekenis van armoede zou in het zinsverband passen. Wellicht is Willem de armste van de drie broers en wordt er een voorziening getroffen om de schuldaflossing aan Luyck op zijn kinderen over te laten gaan als hij daar zelf niet meer toe in staat is. Heb ik dat goed geinterpreteerd?
Kees van der Beek
zei op maandag 3 december 2018 - 14:09