Op heden den 15e May 1669 compareerde voor mij
Johannes Vossens, openbaer etc. in den den Edele Rade van
Brabant geadmitteert notaris, ende de getuygen
naergenoemt, binnen de vrijheyt Oirschot residerende
Jacob Wilbertsz, wonende tot
Vessem, ende heeft bekent ende beleden, gelijck
hij bekent ende belijt midts desen, wel ende
deuchdelijck schuldich te wesen aen Niclaes Jansz
van Wijck de somme van tachtentich carolus gulden, ende
dat van goeden geleende ende te dancke ontfangen
penningen, van voorsz. van Wijck geleent ende ontfanghen
in goeden gepermitteerden hollandschen gelde, welcke
voorsz. somme den voorsz. comparant belooffde, gelijck hij belooft
midts desen, aen den voorsz. van Wijck wederom te restitueren
St. Andriesmisse ierstcomende, metten
interesse vandyen tot vijff guldens, ende want
de voorsz. penningen ten bestemden daege nyet voldaen noch
gerestitueert en werden sal den voorderen /
[in de marge op het eerste blad;}
Deleta cum
consensu partum.
Actum den 26e January
1671. t'Oirconden geteyckent.
Quod attestor
J. Goossens
1674
vH
zei op woensdag 3 februari 2021 - 23:04