Beste lezer,
Deze is voor de echte kenner en iemand die dit leuk vindt om te doen, want ik durf het bijna niet te vragen.
Het gaat om een notariële akte uit 1657 en deze telt wel vier pagina's. Aangehecht de eerste pagina, de anderen volgen.
Het begint met 'Comparerend voor mij notaris openbaer .. Raad van Brabant...' tot dusver ging het goed, maar daarna wordt het kennelijk een complex verhaal tussen de partijen, want de notaris heeft gigantisch veel gestreept en bijgeschreven.
Als iemand hier zijn of haar tanden in wil zetten, zou ik heel dankbaar zijn, maar het is wel echt een enorme klus volgens mij...
Hartelijke groet, Sanne
Compareren voor mij notaris openbaer,
in den Raede van Brabant geadmitteert, tot
Helmont residerenden ende d' ondergeschreven ge-
tuygen, die eersame ende discreete Willem Hen-
rix, Jan Janssen ende Marcelis Goldens,
woonende alle tesamen binnen die heerlijckheyt
van Asten, hebben ter instantien ende requisitien
van Anthoni Canters
cum suis verclaert, geaffirmeert ende gedepo-
neert, gelijck sij verclaeren, affirmeren ende depo-
neren mits desen, op henne respective manne
waerheyt in plaetse van eede, met presentatie
vandyen des noot ende versocht sijnde te presteren
waerachtich ende hen deposanten ter goeder me-
morie seer wel kennelijck te sijn,
dat sij deposanten int jaer 1636 in den grooten
pesttijt Andries Reynders
van Ruth, vader van Anthonis Driesse van Ruth
heeft vercocht eene koye Anthonis voorsz.,
toebehoorende aen den persoon Jan Willem Thijssen,
redenen van wel wetentheyt allegeren dat denselven
was een hijselkoye van hayer voor de somme van
omtrent 16 gulden den iersten alsdoen woonende bij Jan
Willem Thijssen, sijn oom, die de koy was copende,
ende den tweeden bij denselven Anthonis was woonende als
knecht of dienstboden ende alsoo daer aen bij ende
present sijn geweest ende alsoo van t'geen voorsz.
die goede kennisse sijn hebbende, verclaerende
voorders den voorsz. Jan Janssen dat Andries
Reynders voorsz. bij hem is gecomen, vragende hem
deponent wat Anthonis Driessen hem noch schuldich
was, aengaende sijn huerloon hebbende aen denselven
Driesse Reynders geantwoort hem den voorsz, Antho-
nis schuldich te sijn naer sijn beste onthouden vrijfftich /
off tsestich gulden onbegrepen, daerop dat Andries
voorsz. hoorende, heeft geseyt dat hij deponent
het beste pert soude nemen ende gaen daermede rijden
gelijck den voorsz. deponent verclaert oock aenge-
nomen te hebben in voldoeninge van sijn schult
ende tselve daernaer oock vercocht aen Anthonis
Canters den Ouden, item verclaeren die
gesaementlijcke deponenten alnoch
dat Andries Reynders voorsz. heeft vergunt
een seker stuck lants Anthonis voorsz. sijn soon
competerende aen den persoon van Marten
Gerarts Vemmelen voor seker quantiteyt van
keese, redenen van welwetentheyt,
allegerende dat denselven ... van dyen tijt is
genoempt gewerden den Kees Acker ende dat Maerten
voorsz. ock dickwils tselve heeft bekent aen hen deponenten
alsoo hebbende van t'geen voorsz. die goede ken-
nisse, item verclaerden voorders die voorsz.
deponenten gesien te hebben dat moeye
en dochter van Anthonis Driessen van Ruth uut
die capelle van Ominel heeft gehaelt een boxe
hout ende ... toecomenden
voorsz. Anthonis Driessen kynderen, redenen van
welwetentheyt allegerende dat sij hebben
gesien dat die boxe was beleyt met roye roeden
ende roy knoppen die den soon van voorsz. Anthonis plegen
te draegen ende alsoo daervan hebbende goede kennisse,
item verlclert den voorsz. Jan Jansse, tweeden
deponenten, dat Frans Driessen, broeder van Anthonis
Driessen is gecomen aen de hudt van hem deponent,
wesende mede besmet van de haestige sieckte ende
knecht van voorsz. Anthonis ende heeft hem deponent
affgevoordert het roer van sijn broeder Anthonis,
dat hij deponent te bewaeren was gegeven, welcke /
hij denselven Frans hadde laeten volgen ende tselve
hebbende, soo vraechde hij oock naer de spenner die daer-
toe was gehoorende, dien hem ock gelevert is,
ende tselve roer alsoo met de spenne hebbende,
heeft hij in substantie geseght dese ofte der-
gelijcke woorden, ick sal t'roer mede nemen
off ick er anders nyet off en hadde, redenen van
welweteneheyt allegerende, datselve in facto alsoo
met hem deponent die voorsz. Frans is gebeurt ende alsoo
daervan die goede kennisse is hebbende, idem
deponent verclaert alnoch dat hij door last van
Menken, dochter Anthonis Driessen, is gegeven off
gesonden naer Gestel bij Eyndthoven ten huyse van Aert Ariaen
Peters, bleycker aldaer om te haelen een stuck
lijnwaets dat daer ter beleycken was bestelt.
maer den voorsz. Aert den blijcker heeft hem
voor antwoord gegeven dat hij tselve stuck nyet
en mochte laeten volgen want hem van eenige
credituers verboden was ende
daernaer nochtans bij die voorsz. Menken ontfan-
gen ende genoten ende nyet beter wetende off
Jan Driessen, haeren oom, heeft tselve naederhant noch
gehaelt, redenen van welwetentheyt allegerende,
dat hij hetselve lijnwaet haer Menken selve sijn gebleven ende aloo
daer naer heeft wijsing die mette ellen ende heeft
tselve vercocht de elle rontom die 16, 17 a 18 stuivers
ende tselve seer wel kennende ende alsoo van tgeene
voorsz. de goede kennisse sijn hebbende, item ver-
claert een tweeden ende lesten deponent dat den voorsz.
Anthonis Driessen tot Duerne heeft gehadt bestelt
eem webbe om geweven te worden, bij den persoon van
Peter den Tijcken wever, woonenden alsdoen in Haege-
eyndt tot Duerne voorsz,. twelck Menken voorsz. oock
heeft genoten ende ontfangen, rendenen van wel- /
wetentheyt, allegerende dat den tweeden deponent
sijn geloofft raeckende van sijn huer daervan heeft ontfangen dat hem ende
voorsz. Menken was affsnijdende ende betaelende
ende alsoo van t'geen voorsz. die goede kennisse is hebbende,
item verclaeren den eersten ende derden deponent goede
kennisse te hebben dat alsoo die weduwe Anthonis
den snijder tot Asten was heffende een ende op Anthonis Driessen een seker pacht, heeft
Menken die dochter van Anthonis Driessen in betael-
linghe van deselve rente ende achterstellen vandyen die-
selve weduwe mede gegeven een koye, redenen
van welwetenthyet allegerende dat de koye alhier ge-
mentioneert was een swaerte bruyne koy met een
blaerhoofft ende alsoo van tgeene voorsz. die goede
kennisse sijn hebbende. Aldus gedaen ende gepasseert
ter presentie van getuygen respective Philips de Rijcke
ende Marten Kelders en dese met mij notairs
en de comparanten hebben onderteeckent opd en 16 Juny
1657.
X Dit ist merckt van Willem Henricx
& Dit ist merck van Jan Janssen
$ Dit ist merck van Marcelis Geldens
Philips de Rijcke
Marten Niclaesen Kelders
Quod Attestor
A. Wijtvelt notaris publicq
Hallo Geert,
Ik snap niet hoe je dit zo snel kan lezen..!!
Maar enorm bedankt, want het is een hele interessante tekst!
Hartelijke groet, Sanne
Sanne
zei op dinsdag 30 november 2021 - 12:15