Een poging:
Scan1
December 1725
16 bap(tizata) est sub conditione: si non
Henrica f(ilia) Theodori van Erp, et Helenae van
Rumund ex S(anc)tae Odae Roij con(jugum) susc(epit) Maria
van Mierde no(min)e tam Huberti van Rumund,
quam Mariae van Erp.
Op 16 december 1725 is gedoopt onder voorwaarde, als niet,
Henrica, dochter van Theodorus van Erp, en Helena
van Rumund uit Sint-Oedenrode echtgenoten getuige is Maria
van Mierde namens zowel Hubertus van Rumund
als Maria van Erp.
Scan 2:
Ongeveer dezelfde tekst, maar nu staat er "sub conditione rebaptizata", dus herdoopt onder voorwaarde.
Ik weet niet hoe ik e.e.a. moet duiden.
Vonden de eerste en de tweede doop plaats op dezelfde dag?
Werd bedoeld met "sub conditione si non" onder voorwaarde voor het geval dat ze nog niet is gedoopt? Maar waarom dan nog een doop?
De dopen vonden beide plaats op 16 dec. 1725, en beide in de RK kerk te Boxtel. En ik snap het ook niet. Wanneer het de ND kerk geweest zou zijn, kan ik het misschien kunnen volgen maar dit heb ik nog niet eerder gezien.
Hoi Ria,
Het kind is waarschijnlijk in levensgevaar geweest
NOODDOOP
BETEKENIS & DEFINITIE
is het doopsel, dat in geval van nood (stervensgevaar) wordt toegediend. In zulk een geval mag ieder dopen en is daartoe zelfs verplicht krachtens het gebod der naastenliefde.
Alleen het noodzakelijkste vindt daarbij plaats: de uitgieting van water over het hoofd (of zo dit niet mogelijk is over een ander lichaamsdeel) van de dopeling onder het uitspreken van de doopwoorden. Ook niet-Katholieken en zelfs niet-gelovigen kunnen geldig dopen, mits zij maar de bedoeling hebben dat te doen wat de Kerk als het heilig doopsel beschouwt.
De ontbrekende ceremoniën worden eventueel later aangevuld.Hoewel verschillende theologen van mening zijn dat ook kinderen, die zonder doopsel sterven, de eeuwige zaligheid zullen genieten, blijft toch de praktijk aanbevelenswaardig, om bij voortijdige geboorte de onvolgroeide vrucht te trachten te dopen, zulks in verband met de gebruikelijke mening over de noodzakelijkheid van het doopsel (zie ook Doopsel, Doopwater, Kinderdoop).
In aansluiting op het voorgaande: 'sub conditione, si non' werd inderdaad als doopformule gebruikt bij een kind dat een nooddoop had ontvangen. Deze formule had te maken met de Room-Katholieke geloofsleer, die voorschrijft dat een kind slechts een maal kan worden gedoopt. In geval de nooddoop conform de richtlijnen was gedaan, gold deze kerkelijk gezien als de werkelijke doop; omdat hierover uiteraard geen duidelijkheid was (de nooddoop werd immers uitgevoerd door een leek, omdat de priester op dat moment niet aanwezig was), gold de herdoop en de gebruikte formule als 'zekerheid'. Mocht de nooddoop niet juist zijn uitgevoerd, dan was het kind vanuit kerkelijk oogpunt nog ongedoopt en werd door deze tweede doop alsnog gedoopt. De formule geeft dus feitelijk aan: 'ik doop je, mits je nog niet gedoopt bent'.
Ik zie nu dat de beide akten in twee verschillende doopboeken staan, dus ik denk dat het om één doop gaat.
Dag Jeanne, dat was ik er vergeten bij te zeggen dat het 2 verschillende boeken waren. En René, weer bedankt voor je aanvullende informatie
Ria van de Laak
zei op maandag 5 april 2021 - 19:59