'noe' is de afkoritng van 'nomine'. Er staat dus: nomine ipso, dat betekent uit naam van zichzelf, voor zichzelf.
'noe' is de afkoritng van 'nomine'. Er staat dus: nomine ipso, dat betekent uit naam van zichzelf, voor zichzelf.
Dank voor uw snelle antwoord.
Er viel me overigens nog meer op: in vijf jaar tijd wordt liefst negen keer vermeld "... noe ipso Anna van de Wiel", en dat is niet alleen bij dopen van familieleden. Ook zie ik het alleen tegen bij doopinschrijvingen van Aalst (N.Br.) en -tot nu toe- niet in andere plaatsen. Wat kan dat betekenen?
Waarschijnlijk was zij zeer geliefd als peetmoeder?!
Ik heb eerlijk gezegd de indruk dat zij namens één of wellicht zelfs uit naam van beide peetouders optrad, zeker gezien de afkortingsstreep die vaak boven ipso staat en op het meervoud zou kunnen duiden. Het zou dus kunnen staan voor no[mine] ipso[rum] = uit hunner naam.
René, dit lijkt me volkomen juist geredeneerd, het verklaart ook volgens mij waarom er ook boven ipso een afkortingsstreep staat.
Ik vind het toch opvallend dat zij in vijf jaar tijd maar liefst negen keer vermeld wordt. Ook zie ik maar een enkele keer verband met een (mogelijke) verwant. Verder is het zo dat dergelijke vermeldingen in dat doopboek over een periode van tien jaar voorkomen: niet daarvòòr of daarna.
Beste M.G.M. van der Wiel,
Inderdaad is de beperking in die periode opvallend. De gewoonte om een vervanger aan te wijzen als de oorspronkelijke doopouder(s) niet in staat waren om de doop zelf bij te wonen komt vaker voor; ik ken zelf voorbeelden uit West-Brabant hiervan. Mogelijk was het in de betreffende periode moeilijker om Aalst te bereiken; hiervoor ken ik de lokale geschiedenis onvoldoende. Wel was er in het midden van de achttiende eeuw een sterke neiging vanuit de Republiek om de Rooms-Katholieken in Brabant tot het Protestantisme te laten overgaan, mogelijk speelde dat hierbij nog een rol.
Gezien het feit dat zij meermalen vermeld is als vervanger voor de doopouders zou er op kunnen wijzen dat zij een centrale rol binnen de dorpsgemeenschap vervulde; je kunt dan denken aan bijvoorbeeld een dienstbode of huishoudster van de pastoor of bijvoorbeeld een vroedvrouw.
M.G.M. van der Wiel
zei op maandag 5 oktober 2020 - 17:36