Groote Houtstraet
Hans van Leeuwen, Gesubstitueerde Schout van Overveen etc.
vercoopt Gonert Gerritsz van Beuyl, Hans Heuvelmans,
Franchois Martens, ende Cornelis Dirxz, voor hen ende
ten behoeve van noch derthien van hunne gebuyren inde Groote
Houtstraet, een huys metten erve daer't op staet,
staende ende leggende inde Groote Houtstraet op de
hoeck van de groote houtbrugge genaempt D'Oude Vyer
Winden, ende dat in allen schijne t’selve jegenwoordich
affgescheyden staet, soo met muyre als met houten
schot van beneden in den kelder aff tot boven in den nock,
onder expresse conditien dat d’een d’ander zal moeten
volgen indien yemant van hen beyden de scheydinge
begeerde te doen met een halve steen, daer nu jegenwoordich
t’selve met schot affgescheyden staet, ende dat de costen
ten wederzijden halff ende halff gedraegen sullen werden,
gelijck oock het schot ende oude affgebroocken hout
mede halff ende halff sal werden gedeelt, ende dat de
deur, staende tusschen beyde de kelders, op gemeene costen
mede toegemetselt sal werden, ende de deure mede halff
gedeelt, welcke voorsz. scheytmuyre alsdan van onderen
tot boven gemeen sal sijn ende blijven, belent aen de
westsijde Lubbert van Haluwijn met gemeene muyre
den looden goote Haluwijn alleen toebehorende, leggende
tusschen dit huys ende t'huys daernaest ende t'waeter
daerinne vallende sal sijn cours ende loop hebben als het
jegenwoordich doet. Voorts met alsulcken subjectie van
servituyten alst jegenwoordich betimmert staet, ende voorts
volgende den opdrachtbrieff bij den voorsz. vercooper daer-
van vercregen, gepasseert voor Pieter Fredericxsz Deyman, ende
Nicolaes van Crabbemorsch, schepenen in Haerlem den XXIIIIen
January XVIc achtyen [1618], daervan desen copers copie gelevert
sal werden, daer nae sij hen sullen mogen reguleren ende voorts
sulx ende in allen schijne het den voorsz. vercooper toebehoort
den ganck lopende vuyt den kelder tot in de Oude Gracht
is tot wederseggen vande stadt.
IIm Vc [2500] karolus guldens, te betalen den gerecht vijffdepaert
vandien gereet over den termijn verschreven 1e Mey anno /
XVIc vijff ende twintich [1625] lestleden ende de reste op bijde
eerstcomende ende achtereenvolgende Meyendagen, telcken
een gerecht vyerdepaert der restantsomme, precys binnen de
Meyemaent off interesse tegens den penninck sesthien
die evenwel tot believen van den houder s'brieffs sal moeten
geschieden, vrij, suyver gelt, etc. Ende sullen den voorsz.
copers hen verbinden elck een voor all, als principael met
renunchiatie van de nyeuwe constatie de duobus vel
pluribus reis debendi etc.,onder generael verbant etc,
Gedateert 28 Juny 1625.
In de kantlijn:
Den schultbrieff bij assignatie
te maecken op Nicolaes
Gillis
Memorie
Alexander Thijs
zei op dinsdag 3 oktober 2023 - 11:27