Ik denk dat het laatste woord van de rood onderlijnde tekst "geldprijs" is.
De in rood onderlijnde tekst is zeer mysterieus. Het gaat blijkbaar om achtereenvolgende afgekorte woorden. Wie geeft mij de oplossing ?
"geschreven dese woorden, nota den zegel
is hier annex, was aldus geschreven bij den
zegel Jan Dierricksen l(oco) s(igilli), ............... (?) v(...) (?)
............. (?), desen segel dient voor seeckere
req(ues)te, aen(de) heeren weesm(eeste)ren deser stadt
gepresenteert bij Catalijne Boelaerts."
Ik denk dat het laatste woord van de rood onderlijnde tekst "geldprijs" is.
Een aantal dagen gekeken, maar blijft onduidelijk. Na LS de afkorting voor voorschreven? of staat er een gekke D met daaraan een L ? daarom de volgende gedachtenspinsel: Er staat nota, de zegel is hier annex. Dit betekent volgens mij dat er een aanhangsel zou zijn Op dat aanhangsel worden mogelijk personen genoemd. Als l.s nu niet loco sigilli betekend maar lectori salutem?Dan zou er kunnen staan l.s , d(ee)ln(eme)nde inde v(oorschreven) geldprijs(?) te lezen als : l.s (heil de lezer), die deelnemer is in de voorschreven geldprijs. L.S is dan gebruikt omdat de aanspreektitels onbekend ,danwel te verschillend zijn om te kunnen gebruiken.Ver gezocht ? ja. En mischien zit ik keiverkeerd te denken.Maar ik hoor graag een alternatief.
Zou LS toch niet voor "loco sigilli" moeten staan, "op de plek van het zegel", want zo staat hier ook in een cirkel, dus nagetekend?! Het ontcijferen van de erop volgende woorden is uitdagend: er moeten middenin het langste woord een u staan, met een tot een boogje geworden streepje. Ook hier zou het helpen om meer van de betreffende tekst te zien, mogelijk zitten daarbij lettervormen die helpen om deze passage goed te lezen, en ook de context kan helpen om te begrijpen wat men hier wilde zeggen.
Dit is de weergave van de volledige akte, doch dit heeft mij niet geholpen.
"Copije van requeste voor Cathalijn Boelaerts, suppl(ian)te, aen die eerw(eerdige) heeren de weesmeesteren der stadt Antwerpen gepresenteert, ende van die apostille vande eerw(eerdige) heeren voors(chreven), etc(etera).
Aen mijne eerw(eerdige) heeren de weesmeesteren der stadt Antwerpen.
Verthoont reverentlijck Catalijne Boelaerts Peeters dochtere, daer moeder aff was jo(uffrouwe) Martine Janssens De Bruyn, oudt ontrent de xxii jaeren, hoe dat sij nu cortelinge tot Mechelen is gecommen totten houwelijcken staet met Philips De Bodt, lijnewever van sijnen stiel ende meester int vischer-coopers ambacht aldaer, ende alsoo sij suppl(ian)te geene contante middelen ofte penni[n]gen is hebbende omme int selve vischercoopers ambacht inne te spannen, ende dat volgens den staet vande goederen van haere ouders op den 28. mey int jaer 1653, alhier ter cameren gepasseert, haer suppl(ian)te onder andere is toecomende een gerecht vierde paert in den huys, gelegen tot Testelt aenden Deemer aldaer neffens de pastorije, welck bij haere momboiren vercocht sijnde ten prijse van vijffhondert guldens eens int geheel, waer van haer vierde paert opden selven pandt te rente is blijven staen, soo ist dat sij suppl(ian)te haer is keerende tot U E(erweerdige).
Oidtmoedelijcke biddende dat deselve gelieve nyettegenstaende haere minderjaericheyt, ha[e]r met haeren man te authoriseren omme de voors(chreve) rente van hondert vijffentwintich guldens eens te mogen vercoopen ende de coopers wettelijck opdraegen ende transporteren, den coopprijs t' ontfangen ende quitantie daer van te geven omme bij hun tot die voors(chreve) neeringe geemployeert te worden, d' welk doende, etc(eter)a, in margine onder waren geschreven dese woorden, nota den zegel is hier annex, was aldus geschreven bij den zegel Jan Dierricksen, l(oco) s(igilli) p... (?) v(...) (?) ... (?), desen segel dient voor seeckere req(ues)te aen(de) heeren weesm(eeste)ren deser stadt gepresenteert bij Catalijne Boelaerts."
Hartelijk dank voor deze complete transcriptie! Het lijkt mij dat het gedeelte over het zegel slaat op een van de mombers. Misschien beschikte deze niet over een zegel. Het gebruik van een handtekening moest wellicht geautoriseerd worden, vandaar dan de passage over het zegel. Hopelijk laten ook anderen hun licht hierop schijnen.
Nergens in het register (dat toch wel 190 folio's telt) wordt een gelijkaardige passage vermeld, die van kortbij of van ver enige gelijkenis vertoont. Ondanks mijn ervaring blijft de passage mij een raadsel.
Ik denk maar mee....
Na " l(oco) s(igilli)" staat m.i. "JD" [lees: Jan Dierricksen].
Het volgende woord is duidelijk een afkorting, en zal dan de functie beschrijven van onze Jan. (Zoals Otto verwijst naar "momber"...). Even belangrijk vind ik wat na "Inde" staat, namelijk de afgekorte "v". Aldus zouden we kunnen lezen:
..loco sigilli, J.D.[functie] inde v(oorschreven??) geltprijs...
Paul Peeters
zei op zondag 25 december 2016 - 09:37