Memorie van Aangifte vervolg

Hier deel 2:

Het passief der nalatenschap van den erflater bestaat in:
1) De helft der navolgende schulden van de voorschreven
gemeenschap.
Aan Petronella de Jong, dienstmeid en aan Iranus Bax,
dienstknecht, beide te Leende, aan ieder zeven en twintig gulden
als huur over 1860 tot den dag van overlijden voor de helft zeven en
twtintig gulden        ƒ 27,-.
Het resterenden der gemeenen personelen en grondbelasting over
1860 tot aan den dag van overlijden, bedragende drie en dertig gulden
negen en dertig cents, is voor de helft zestien gulden negen en zestig en een
halve cents        ƒ 16,69½
Het resterende van het verschuldigd patent voor 1860 tot
aan den dag van overlijden, bedragende drie gulden zeven en negentig
cents, voor de helft        ƒ1,97½
Rekening van den heer doctor de la Geneste te Leende wegens geneeskun-
dige behandeling gedurende de laatste ziekte der erflater. Deze rekening
nog niet ingekomen zijnde. wordt gebracht voor        memorie
Begrafeniskosten met inbegrip van den uitvaart en kerkelijke diensten
tot en met het eerste jaargetijde, tezamen twee honderd zeventig gulden ƒ 270,-,
Bedragende het geheel driehonderd zeventien gulden zes en zestig en een halve cents    ƒ 317,66½
Bedragende het zuiver overschot vierduizend twee honderd zeven en veertig gulden
drie en dertig en een halve cent        ƒ 4247,33½.
Dat de overledene geene goederen als bezwaarde erfgenaam of in vruchtgebruik
bezat en door zijn overlijden geene periodieke uitkeeringen bij opvolging zijn
overgegaan of vervallen, en dat door niemand dan de aangeefster als universele erfge-
name iets uit de nalatenschap van den erflater wordt geërfd of verkregen.
Gedaan en geteekend te Leende den 24 April 1860.