Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

Leids dingtaal ca. 1450

Dit dingtael betreft een geschil tussen Andries Hughens [Zeverits] en Willem Andries.

[Leiden, rechterlijk archief, kenningboeken 1434-1466, inv. 41, f. 208]

 

De kwaliteit van de scan is niet zo goed, zodat het me niet lukt om alles te ontcijferen. Wie kan me helpen? Het betreft de tekst aan de rechterkant.

Ik heb gevonden:

Andries Hughenz is sijn dingtael tegen Willem Andriesz en Andries voirz seyt dat die pant mit die scepene hem schattinge doen sollen naden recht vander stede en seyt van of [..] wair bij en wair om [...] hij gepant heeft mit scepen en mit […] bij die van wa[irde] 25 engelse nobel … Willem Hugenzn ….

 

Willem Andriesz is siin dingtael tegen Andries Hugenz en Willem voirsz seyt dat die [scattinge] van Andries voirsz niet [geschien] en sal na den recht [..] ander [siede] [reden] wairbij en wair om want dien brief van Andries voirsz Willem Hughensz sijne broeder [mede] gepant heeft van [ge…] [waird] en […] en dat scepenen wel ….

 

Alsoe soe wijsen scepenen alsoe Andries Hugenz gepant heeft mit ene scepenen brieff die [ouder?] is dan Willem Andriesz recht […] en scepen[brief?] die Willem Andries heeft …

….

recht[v]airdich brieff is en sonder […]. Doet Andries voirsz sine eedt …

Andries die kenninge gewonnen en Willem Andries verloren.

Reacties (2)

Geert Ouweneel zei op wo, 06/03/2020 - 11:15

Op een enkel woord na:

Andries Hugensz is zijn dingtael tegen Willem Andriesz ende Andries voirsz. seyt dat die scout mit die scepenen
hem schattinge doen sellen na den recht van der stede ende seyt dair of reden wair bij ende wair om alsoe als
hij gepant heeft mit scepen ende mit scepenen voirsz. die van wairden is om 125 englische nobelen an alle Willem
Hugensz goeden ende voirt an zulke goeden ende an anderhalff hondert nobelen als Wermbout Jansz ende Allairt
Woutersz voir Willen Hugenz voir den gerecht verborcht hebben ende Andries voirsz. seyt alsoe dese voirsz. pandyngh
gestaen heeft in den recht van der stede horen vollen stal ende hij den scout van Leyden upgedragen heeft die se hem
te goede stont ende hem een dach van schattinge dair of leyde na inhout der kuer ende soe Willem Andriesz
seyt dat desen brief van gheenre wairden en is, omdatse der stede clerck niet gescreven en heeft dair Andries up
antwoirt ende seyt dat voir dese tijt menich brieff die der stede clerck niet en screeff van wairden hebben geweest
gelijc als blijct bij enen breif die Willem Andriesz heeft van den vonnesse mit ander brieven die bij der stede clerck
niet gescreven en zijn, die oick scepenen bezegelt hebben, ende soe Willem voirsz. noch seyt alsoe Jan Bairtout,
Andries voirsz. broeder an den voirsz. brief bezegh zoude hebben ende dat dair om dien brieff van geenre wairden
wesen en soude dair Andries up antwoirt, alsoe Jan Wermboutsz ende Jan Baertout van den president ende hen
van den rade ende ter presentie van den schout horen eedt eeden dat sij den brieff upten tijt van datum des briefs
besegelt hebben sonder subtylheyt of argelist dair in te weten dattet van wariden wesen sel ende seyt dattet nyet
geschiet en is noch geweest en heeft soe wat twee scepene van Leyden bezegelt hebben ten is van wairden ende heeft
van wairden moeten wesen na inhout der stede hantvesten binnen der stede van Leyden ende oick in der bailiiuscap
van Rijnlant ende hadde Jan Baertout voirsz. den enen broeder niet of mogen zegelen ende den ander toe ende
dat een recht is van der stede dat men geen scepene brieve doden en mach dan met scepene of mit
scpenen brieve. Ende soe hij desen brief stercken wil mit sijnen eede, dat den brieff om geen bescut gemaict
en is ende dat hem an Willem Hugensoen zijnen broeder dese 125 nobelen gebrect heeft gelijken den
voirsz dat uutwijst bij den voirsz. punten seyt Andries voirsz. dat men hen scattinge doen sel na den recht
van der stede.

Willem Andriesz is zijn dingtael tegen Andries Hugenz ende Willem voirsz. seyt dat die scattinge van Adries voirsz. niet
geschien en sal na den rechte van der stede, reden wair bij ende wair om, want dien brief dair Andries voirsz. Willem Hugensz
sijne broeder mede gepant heeft van geenre wairde en is ende dat scepenen wel bevinden sullen an den rade die om
een ondersoeck dair of gedaen hebben tusschen Andries Hugensz ende Willem Hugensz gebroederen, ende noch seyt Willem
voirsz. dat der stede clerck die voirsz. brieff niet gescreven en heeft, noch met gene recht en is te scriven gelijc dat
menichwarf overdragen is bij den van den scepenen dat men ghene brieven zegelen en sal dan die clerc gescreven
heeft, ende Willem voirsz. die seyt dattet een recht van der stede is ende oic een recht van den gemeenen lande is
ende onbescrevene rechten zijn dat de ene broeder over den anderen broeder niet zegelen en mach, dat van
wairden wesen sal hem mede gaende ende Willem voirsz. seyt alsoe als Willem Hugensz dese voirsz. scepenen brief
zelve gedicht heeft ende Hendrick Lauwerijs priester gescreven heeft ende oick up die tijt die Hendrick Louwerijs den voirsz. scepen
brief gescreven hadde ende Willem Hugensz voir hem drouch niet gemaict en was alsnu enen scepenen brief sculdich
is te scriven ende te maken, soe seyt Willem voirsz. dat dien brief van geenre waride en is, na allen kennieese die
scepenen van Leyden dair of gesien ende gehpoirt hebben. Noch soe seyt Willem alsoe hij die oudste breif heeft die van
scepenen van wairde gekent is ende oick int voir recht is ende oic Andries voirsz. zijn brieff noch niet van
wairden gekent en is bij alle dese voirsz. reden seyt Willem Andriesz, dat dair gheen schattinge van Andries
voirsz. geschien en sal ende dat sijn brief van geenre wairden en is na den recht van der stede.

Aldus soe wijsen scepenen alsoe Andries Hugensz gepant heeft mit enen scepenen brieff die ouder is dan
Willem Andreisz rechtvorderinge ende scpenebrieff die Willem Andreisz heeft, soe sel men Andreis voirsz. scattinge
doen voir Willen voirsz. indien dat Andreis voirsz. den scepene brief stercket mit sinen eede dattet een
rechtvairdich brieff is ende sonder ... doet Andries voirsz. sinen eedt, soe geven scepenen Andries die
kenninge gewonnen ende Willem Andriesz verloren.

Louis van Veenendaal zei op wo, 06/03/2020 - 12:39

Beste Geert,

Hartelijk dank voor de transcriptie van deze lange tekst welke nogal lastig te lezen was.

Het is een mooi verhaal van twee broers die blijkbaar de stelling "wie schrijft die blijft" hebben toegepast, en waarvan er tenminste 1, Andries Hughensz, schepen was. Hij hoeft alleen nog de eed te doen dat alles OK is, en de zaak is rond. Zijn broer, en mijn voorouder, Jan Baertout [Hughens] wordt eveneens genoemd in de acte.

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.