leiden en leeuwarden ... namen inzake inventarissen en eventueel beroep / 1

Dit is pagina 1 en 2

Op huyden den 20en November anno 1638
compareerde voor mij Alewijn
de Man, openbaer notaris, bij den Hove
van Hollandt opte nominatie deser stadt
Leyden geadmitteert, ende voor den nabeschreven
getuygen, Anthony Petaving,
apothecarius, wonende binnen deser stede, out
omtrent 26 jaren, ende heeft ter
requisitie ende versoucken van Vincent
van Gooten, innewonende burger deser stede,
bij sijne manne waere woorden ende
op trouwe, eer ende vromicheyt, in plaetse
van eede, getuycht ende verclaert
warachtich te weesen, dat hij depo-
sant als apothekersknecht
in den jaere 1635 heeft gewoont ten huyse van
zaliger Maria van Gooten, des requirantes moeder,
ende dat hij deposant in den voorsz, jare aldaer
verscheyde salven ende medicamenten
heeft gemaect voor de arme
ende onvermogende siecken der voorsz. stede,
doch sonderlinge veel salven genoemt
diachylon cum gummis, gebruyckende
daerinne opopanax, hebbende hij deposant
de voorsz. salve alsoo naer zijn behooren gemaect,
wijders niet tuygende, presenterende
sulcx des noot ende versocht sijnde
t'selve naerder ende met solem-
nele eede te bevestigen, consenterende
hij deposant voornt. hiervan gemaeckt
ende aen den requirant gelevert te
werden openbaer instrument een /
off meer in gewoonlijcke forma. Aldus gedaen, verleden ende
geapasseert binnen de stadt Leyden
ten huyse van den requirant, ter presentie
Adriaen Gijsbertsz van Raephorst
ende Jan Symonsz Hasius, als
getugen van goeden gelove, neffens
mij notaris ten desen versocht.
Adryaen Ghijsbertsz van Raephorst
Anthonius Pittavin
Johannes Hasyus
t'Welck ic affirmere
A. de Man, notaris publicq

Deze hoort bij deze aanvraag:

Staet ende inventaris inde namen
des Heeren van de
goederen van Claes
Adriaensz van der Maes, ge-
maeckt bij mij Dirck Jansz van
Wesanevelt, openbaer notaris,
bij den Provincialen Hove van Hollant
opte nominatie van de Ed. heeren van de
gerechte deser stadt Leyden
geadmitteert, binnen derselver
stede residerende, ten versoucke
van de Ed. Pieter Dircxz van
Leeuwen, mede notaris publicq,
als bij die van de Ed. gerecht
voorsz. gestelt tot curateur
over den voorsz. boedel, vermogens
de acte van curatele van date
den 22en Meye voorleden deses
jaers 1641, ten
bijwesen van de Ed. Claes Jacobsz
van Leeuwen, Claes Jacobsz van Assendelff, Cornelis van Bil-
derbeecq ende Jacob Lourisz
van der Houff, in den name ende
als den voorsz. Pieter Dircxsz van Leeuwen
tot toesienders bij gevoucht,
alles op het aengeven van Haesgen
Jacoben buren ende Aefgen Jacobs
dochter van Lissendelff, huysvrouwe
van Claes Adriaensz Pander
Maes voornt., ende gestelt in
guldens, stuvers ende penningen naer
advenampt, gelijck volght,

[In de marge:]
Soo roerende  als onroerende,a ctien ende
crediten, geen uutgesondert, bevonden in den
boedel

Het voert nu te ver om de gehele inventaris te bewerken.

bedankt!

verder inderdaad niet nodig (zal zoiets voortaan beter aangeven)