Dag Hans, het is een akte van 5 mei 1639:
negenendedertich compareerden voor mij
not[ari]s publ[icus] ende onderges[chreven] getuygen
d'Heer Johan van Lantschot en[de] mr. Philips / van Lantschot / als voochden / over de nage- / laten twee kinderen / van dr. Geradt / van Lantschot de-
welcke verclaerden alle d' voor<gespecificeerde
goederen uyt handen van Joffrou
Susanna vanden Bogaert ontfangen
te hebben t geen de v[oor]sz[eyde] Joffrou
Susanna vanden Bogaert, mede comparere[nde] verclaerde haers wetens
geen meer goederen van Gualterus
van Lanschot van smoeders zijde onder haer te
hebben, presenter[ende] t zelve des / noot en[de] v[er]socht / zijnde met so- / lempnele[n] eede / te bevestigen. Aldus gedaen ten huyse van den
v[oor]sz[eyde] heer Johan Van Lanschot,
ter presentie van Jan Baptista
Lieftinck en[de] Albertus Garbrantssz
van Nierop, schrijvers, als get[uygen]
hiertoe v[er]socht.
[getekend:
Susanna van den Boogaert
J. de Haes nots pubs
J. Baptta Liefrinck
Albertus Gerbrants van Nirop]
Opten vijfd[en] mey a[n]no 1639 v[oor]sz. Soo
Hans Van Landschoot
zei op donderdag 10 november 2022 - 20:29