Hierbij de volgende folie uit het Grimbergse Leenboeck voor nazicht aub:
Item Magriete vander Meeren, docht(ere) wijlent Joes, in ’t (overbringen?) sterfwijf van eenen alfnen bunder lants inde prochie van Buggenhout, gelegen opt Wijvelt, co(m)mende noert ende west an tgoet van Afflegem, zuudt jegens tgoet van h(eer) vand(en) Meere(n), ende oest jegens tgoet van Adam van Nuwenhove, ende hier af langs het de(?), en(de) eedt gedae(n) als besedt man Jan vand(en) Meeren, Actum XV novemb(ris) XVV XLI, present Peter vand(en) Beke, stadthoude(re), en(de) Cristoff(e)l Pinnock, Joes van Praet en(de) ander(e) als ma(n)nen
Bij doede Jans V(er)meren, heeft als besedtman de(n) behoorl(ijcken) eedt ged(aen), als besedtman van wegen Magriete(n) vand(en) Meeren, met heuren (mede?) ghegeven zusters ende broed(ere). (N. Daneel van Ousbrouck, actu(m) (VII?), P vand(en) Beke, stathoud(ere), p(rese)nt als ma(n)n(en) C. Pinnock ende W. Reyger(e), meyer(e), Joes vand(en) Bussche en(de) ande(eren), den XIIIIen novemb(ris) XVVL XLVIII
Op den XVIIIen augusto anno XVC en(de) L, heeft Katelijne (Shouders?), weduwe was van wijlen Joes vander Meeren, met Hendrick Geerstman, huere(n) man ende momboier, ontfangen heeft huere toechte[1] int voirs(creven) half bunder lants, Ende ter stont dae(r) naer heeft de selve Katelijne de voirs(creven) toecht opgedreghen in handen P(et)er van Bouchouts, stadhouder, ende manne(n) hier naerbescreve(n) tot behoeft hueren kinderen oeck naer bescreve(n)
Ten jare, daghe, p(rese)nt den stadhouder ende mannen naerbescreven, heeft Cristoffel Pinnock als momboier van Magreten, Anne end(e) Martijne Vermeere(n), ende Jeronimus Moergat als ghetrout hebbend(e) Catelijne V(er)meere(n), doechter des voers(creven) Joes ende als ghemechticht specialyck voer schepenen van Bugge(n)hout, soe sij schepenen vercleert te hebben van Jannen Vermeer(en), Cornelis Moeyensoone, ende Marije V(er)meeren, sijnder huysvrouwen van Ylaude van Mollesbes, ende Berbel V(er)meeren, tot behoeft Janse vand(en) Nuwenhove, opghedregen in handen Robrecht(e) van Bouchoute, stadthouder(e), p(rese)nt als mannen me(e)ster Willem Martijne, joncker Pieter vander (Seeven?), Jan vanden Sande en(de) Anthonus vande(r) Stryecht, dweelcke alsoe is blijven staende in handen des stadthouders voerscrevene
Opden XVIe novemb(ris) anno XVC en(de) L heeft Jan vanden Nuwenhoeve ontfangen het voerscreve(n) haelft bunder leene en(de) den behoerlycke eedt daer aff ghedaen, actum aen R. van Bouchout, stadthoudere, p(rese)nt als mannen Jan vand(en) Sande ende Anthonus vander Stryecht
In de marge: den lesten ontfanck van desen heeren staet folio XXVIII
Sequentia vida folio 93
[1] Toechte / tocht: vruchtgebruik
Carlo van Eysendyck
zei op dinsdag 16 mei 2023 - 16:59