Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

Leen van land van kerk 1440

Bijgaand een stuk m.b.t. de leen van een stuk land van een voorouder in het jaar 1440. Het betreft de laatste alinea onder aan de linker blz.

Het oude handschrift is even wennen, evenals het oude Nederlands, en het lukte me derhalve niet om de tekst volledig te transcribereren.

In geel zijn aangegeven de ontbrekende delen of punten waar ik twijfels heb (hoewel er tevens typo's of transcriptie fouten in de overige tekst kunnen zitten).

Wie kan deze tekst voor me nalopen?

 

NB: hij komt uit inv. no 2368.2, Dom kapittel te Utrecht, leen- tijnsregister van de proosdij, 1403-1811.

 

Ik heb gevonden:

Gijsbert, broeder tot Breroy tot Genp tot Viane(n) Zijl bij der genade goods roem profest en(de) proefst ’t oude

Mu(n)ster ’t Utrecht doen kont en(de) kenlic alle(n) luten dat wij verliet hebbe ende ver-

lien Aernt die Witte van Zijl ene(n) tiende gelege(n) in de(n) kerspel va(n) Cote(n) in ‘t

Over Rijnsche velt voer Rijnestein [en(de) …….] te houde(n) van ons en(de) van ons [roemproef-]

stien Aernt die Witte van Zijl voer sich en(de) sijn nakomelinge(n) tot ene(n) goeten

onusterflike erfleen behoudelic ons en en onser [roem proefstien] en(de) …[egelitien].

sijne rechte hier ware(n) ou en(de) ae(n) daer dit geschiete onser [roemproefstien] ma(n)

als Gijsbert va(n) Nyenroy en Roelof van Wijkersloot en(de) anetere veel goeter

lute in kennisse ter waerheit so hebbe(n) wij onsen zegel ae(n) tese brief ge-

hange(n) int jaer ons he(re)n an(no) CIIII en(de) XL [1440] opte(n) XI dach in Septembri.

Reacties (4)

herman zei op ma, 07/12/2021 - 15:57

2 woordjes aangepast en de tussengeschreven zin gelezen:

 

Gijsbert, broeder tot Breroy tot Genp tot Viane(n) Zijl bij der genade goods roem profest en(de) proefst ’t oude

Mu(n)ster ’t Utrecht doen kont en(de) kenlic alle(n) luten dat wij verliet hebbe ende ver-

lien Aernt die Witte van Zijl ene(n) tiende gelege(n) in de(n) kerspel va(n) Cote(n) in ‘t

Over Rijnsche velt ( tussen de regels is geschreven: ende geheten is het goed te Zijs) voer Rijnestein [en(de)  te houde(n) van ons en(de) van ons [roemproef-]

stien Aernt die Witte van Zijl voer sich en(de) sijn nakomelinge(n) tot ene(n) goete

onusterflike erfleen behoudelic ons en en onser [roem proefstien] en een ygeliken

sijns rechts hier ware(n) ou en(de) ae(n) daer dit geschiete onser [roemproefstien] ma(n)

als Gijsbert va(n) Nyenroy en Roelof van Wijkersloot en(de) meers? veel goeter

lute in kennisse ter waerheit so hebbe(n) wij onsen zegel ae(n) tese brief ge-

hange(n) int jaer ons he(re)n an(no) CIIII en(de) XL [1440] opte(n) XI dach in Septembri.

 

Louis v. V. zei op ma, 07/12/2021 - 17:35

Hartelijk dank Herman voor de aanvullingen !

 

NB: voor het woord met het vraagteken lees ik "antere" (ik had een typo in mijn tekst hierboven).

Louis v. V. zei op wo, 07/14/2021 - 08:39

Ik heb nog eens naar deze tekst gekeken, en denk dat op veel plaatsen in de transcriptie waar een "t" staat dit een "d" dient te zijn. Ook het woord "roem proefst" dient volgens mij "doem proefst" te zijn (i.e. dom proost); het gaat tenslotte over de lenen van het Dom kapittel.

De eerste letter van het woord "doem" is de rare "d" die terugkomt in een aantal andere woorden. Dus is het bv. toch "dese brief" en niet "tese brief"

herman zei op wo, 07/14/2021 - 15:13

Ik had voor mezelf ook al beslist om een ''d'' te lezen ip een ''t'' . Mooi dat je dit zelf ook zo ziet

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.