2 woordjes aangepast en de tussengeschreven zin gelezen:
Gijsbert, broeder tot Breroy tot Genp tot Viane(n) Zijl bij der genade goods roem profest en(de) proefst ’t oude
Mu(n)ster ’t Utrecht doen kont en(de) kenlic alle(n) luten dat wij verliet hebbe ende ver-
lien Aernt die Witte van Zijl ene(n) tiende gelege(n) in de(n) kerspel va(n) Cote(n) in ‘t
Over Rijnsche velt ( tussen de regels is geschreven: ende geheten is het goed te Zijs) voer Rijnestein [en(de) te houde(n) van ons en(de) van ons [roemproef-]
stien Aernt die Witte van Zijl voer sich en(de) sijn nakomelinge(n) tot ene(n) goete
onusterflike erfleen behoudelic ons en en onser [roem proefstien] en een ygeliken
sijns rechts hier ware(n) ou en(de) ae(n) daer dit geschiete onser [roemproefstien] ma(n)
als Gijsbert va(n) Nyenroy en Roelof van Wijkersloot en(de) meers? veel goeter
lute in kennisse ter waerheit so hebbe(n) wij onsen zegel ae(n) tese brief ge-
hange(n) int jaer ons he(re)n an(no) CIIII en(de) XL [1440] opte(n) XI dach in Septembri.
Louis v. V.
zei op maandag 12 juli 2021 - 13:17