Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

Lastige schuldbekentenis 1708

Bijgaand een acte m.b.t een schuld in 1708 aan een voorouder van mij, welke lastig te lezen (combinatie van oud schrift en slechte kopie).

Wie kan me helpen de missende woorden in te vullen?

 

Ik heb gevonden:

Op huijden den 1den februarij 1708

compareerden Cornelis Jacobssen Breij

jongman geadsisteert met Annigie Cornelis

huijsvrouw van Jan Cornelisse Otten, beijde

wonenden in Thienhoven, den welken bij desen

bekende well en deugdelijk schuldig te wesen

aen ende ten behoeve van Cornelis

Reijerssen Baas ende Maria Dirks egtelieden

wonenden in Maerssenveen erffgenamen

ofte haers regtsverkrijgende de somme van

een hondert en agt en dertigh gulden tien

stuijvers boven nog een silvere ducaton spruijtende

uijt saeke van geleende aen sijns compa(ran)t(en)s

handen verstrekte en aangetelde penningen

bij hem den lesten penning metten eersten

in goeden gangbaren gelden ontfangen ende in

sijnen oirbaar geemploieert tot affcopinge van

sijn dienst …….. hij sij hadde geengageert

derhalve renuncierende de exceptie van

ongetelde gelden, belovende de voorsz. somme

aen handen van de rentheffer te restitueren

en betalen op aenstaende Maij deses jaers

1708, daar toe verbindende hij sijn persoon en

goederen, ende vorts well specialijk sodanige

twee hondert en dartigh guldens als aen //

comparant competerende van Jan Dirkssen

van Ligtenbergh, wonende op ‘t voorsz.

Compareerde ter voorsz. tijt mede gemelte

Annigie Cornelis ende re[….]de sig onder

renunciatie van de exceptie van excussie en

divisie, alsmede het [vrouwelijks] previlegie

[secatus consult vellicum] de [esse…] van dien

onder[] sijnde met belofte van den

inhoude deses te als hun eijgen schult

en , consenterende ende versoekende

de comparanten hier van acte die is dese.

Gedaan en gepasseert in Maarsseveen voorß

in presentie van Steven Manshart onder

maajor der stadt Utrecht ende Jacobus

van Scherpenseell, clerq mijns notaris, als

versogte geloodweerdige getuijgen.

{+ gemerckt bij Cornelis Jacobsse Breij}

{+ gemerckt bij Annigie Cornelis voorn(oem)t}

{J. v. Scherpenzeel, 1708}

{S. Manshart, onder maajor der stadt Utrecht}

{J. Vonck, ½ 1708, notaris}

 

Reacties (2)

Geert Ouweneel zei op za, 01/16/2021 - 14:46

Op huyden den 1den february 1708
compareerden Cornelis Jacobssen Brey,
jongman, geadsisteert met Annigie Cornelis,
huysvrouw van Jan Cornelissen Otten, beyde
wonende in Thienhoven, denwelken bij desen
bekende well en deugdelijk schuldig te wesen
aen ende ten behoeve van Cornelis
Reyerssen Baas ende Maria Dirks, egtelieden,
wonende in Maerssenveen, haer erffgenamen
ofte haers regtsverkrijgende, de somme van
een hondert en agt en dertigh gulden tien
stuyvers boven nog een silvere ducaton, spruytende
uyt saeke van geleende aen sijns comparants
handen verstrekte en aangetelde penningen,
bij hem den lesten penning metten eersten
in goeden gangbaren gelde ontfangen ende in
sijnen oirbaar geemploieert tot affcopinge van
sijn dienst waerinne hij sij hadde geengageert,
derhalve renuncierende de exceptie van
ongetelde gelden, belovende de voorsz. somme
aen handen van de rentheffer te restitueren
en betalen op aenstaende May deses jaers
1708, daar toe verbindende hij sijn persoon en
goederen, ende vorts well specialijk sodanige
twee hondert en dartigh guldens als den //
comparant is competerende van Jan Dirkssen
van Ligtenbergh, wonende op ‘t Bienhoven? voorsz.,
Compareerden ter voorsz. tijt mede de gemelte
Annigie Cornelis ende verclaerde sig onder
renunciatie van de exceptie van excussie en
divisie, alsmede het vrouwelijke previlegie
senatus consulti velliani de effecten vandien
haer onderrigt sijnde, met belofte van den
inhoude deses te voldoen als haer eygen schult
en saecken, consenterende ende versoekende
de comparanten hier van acte, die is dese.
Gedaan en gepasseert in Maarsseveen voorsz.
in presentie van heer Steven Manshart onder-
maajor der stadt Utrecht ende Jacobus
van Scherpenseell, clerq mijns notaris, als
versogte geloodweerdige getuygen.
+ gemerckt bij Cornelis Jacobsse Brey
+ gemerckt bij Annigie Cornelis voornt.
J. v. Scherpenzeel, 1708
S. Manshart, onder major der stadt Utrecht
J. Vonck, ½ 1708, notaris publicq 1-2-1708

Louis v. V. zei op za, 01/16/2021 - 15:37

Hartelijk Geert, voor de transcriptie en de ontrafeling van de missende woorden !

Ik heb de betekenis van de Latijnse frase nog opgezocht: Dit beneficium (voorrecht) is in ons Oud-Vaderlands recht nog een overblijfsel uit het Romeins recht: het verweer als vrouw niet gehouden te zijn aan een verleende borgtocht.  In de waarboekaktes doen vrouwen van dit voorrecht afstand (renunciëren), waarbij zij nadrukkelijk gewezen worden op de consequenties hiervan. Ook wel beneficium authenticae, si qua mulier: verweer als vrouw niet gehouden te zijn aan borgtocht en andere vermogensrechtelijke handelingen.

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.