Li marge:
Betaelt den questie
Register L folio 11
Wij, Geurt Dircxzen ende Abraham Boom,
schepenen in Amstelredamme, oirconden ende
kennen dat voor ons gecompareert es Gillis
Ffranszen Ruij, ende geliede vercoft, opgedragen
ebde quijtgeschonden te hebben Cornelis Albertszen,
schavemaecker, een erff, breet twintich voeten
ende lanck tweentsestichstelve voeten,
leggende opde Egelentiersburchwall
int parck vande letter E, geteeckent
met No. 3, daer lendenen van zijn hij comparant
met Gerrit Jacobszen, koeckebacker, ende
Pieter Simonszen vander Schelling tsamen
aende oostzijde ende hij comparant alleen
aende westzijde, streckende voor vande voorseyde
burchwal tot achter aent erff van No. 3
leggende inde Egelentiersstraet in
allen schijne t voorseyde erve ter voornoemde
plaets gelegen es. Ende hij comparant
geliede daer aff al voldaen ende wel
betaelt te wesen den lesten penningh
mitten eersten, so dat hij daeromme
belooffde (onder t' verbant van alle zijne
goederen, roerende, onroerende, presente ende toecomende)
t' voorseyde erff in manieren voorseyt te vrijen
ende vrij te waren jaer ende dach alsmen
in gelijcken schuldich es te doen ende alle oude
brieven aff te nemen, uytgeeyt vande
melioratie die derselve stede alrede
opt voorseyde erff gestelt heeft, ofte noch
naermaels sal mogen stellen. Dwelcke
d' voornoemde Cornelis Albertszen (mede comparerende)
tot zijnen laste genomen heeft ende neemt
mits desen, sonder arch ende list. In
oirconde desen broeve bezegelt met onsen
zegelen den XXIIIIen february anno XVIc
vijfthien.
Li-marge:
Betaelt ut supra
Dselve schelt noch quijt ten behouve als boven
een erff, breet twintich voeten ende langh vijftich
voeten, leggende indie Egelentiersstraet
int parck van de letter E ende geteeckent
---
met No. 3, daer lendenen van zijn Henrick
Gorisszen, opperman, aende oostzijde ende Jan Janssen
van Embden aende westsijde, streckende voor vande
voorseyde straet tot achter aent erff geteeckent
met No. 3 leggende opdie Egelentiersburch
wal, in alle schijn t' voorseyde erff ter
voornoemde plaetse gelegen es. Ende hij
comparant geliede daer off al voldaen ende
wel betaelt te wesen etc. ut supra pro omnia
Li-marge 1:
Utsupra etc.
Li-marge 2:
Wij, Pieter de Vlaming ende
Roeter Erns, schepenen
in Amstelredamme, oirconden
ende kennen dat voor ons ge-
compareert sijn Hendrick
Pietersz voirnoemd ende Jan Harmansz,
cuper ende hen tesamen
ende elcx voir al borgen
geconstitueert ende gestelt
als sij dien bij desen voirnoemde
Gillis Fransz Ruijs, ten
behouve van Jan Jansz
van Embden, schuytevoerder,
tot bevrijdinge ende waringe
van allen lasten ende comeren
daermede t' erve gementioneert
inden brieve van quijtscheldinge
daerdeur desen gesteecken ende opbesegelt es, belast ofte beswaert soude mogen wesen, hiervooren verbindende
alle heurlieder respective goederen, roerende, onroerende, presente ende toecomende, sonder arch ende list. In oirconden etca.
den 27en july 1616.
Dselve schelt quijt Jan Janssen van Embden,
schuytvoerder een erff, breet twintich
voeten ende langh vijftich voeten, leggende
inde Egelentiersstraet int parck vanden
letter E, geteeckent met No. 4, daee lendenen
van zijn Cornelis Albertszen, schavemaecker,
aende oostsijde ende Pieter Cuepckes aende
westzijde, streckence voor van de voorseyde straet
tot achter aent erff geteeckent met
No. 4, leggende op die Egelentiersburchwal,
in allen schijne t' voorseyde erff ter voornoemde plaetse
gelegen es. Ende hij comparant geliede
daer off al voldaen ende wel betaelt te
wesen etc. utsupra pro omnia.
Li-marge:
Utsupra etc.
Dselve schelt quijt Pieter Cuepckes Jaspers
een erff, breet twintich voeten ende langh
vijftich voeten, leggende indie Egelentiers-
straet int parck vanden letter E, ende
geteeckent met No. 5, daer lendenen van zijn
Jan Janssen van Embsen aende oostzijde ende hij
comparant aende westzijde, streckende voor
vande voorseyde straet tot achter aent erff
geteeckent met No. 5 leggende op de
Egelentiersburchwal, in alle schijne
t voorseyde erff ter voornoemde plaetse gelegen is.
Ende hij comparant geliede daer aff
al voldaen ende wel betaelt te wesen, den
lesten penningh mitten eersten, so dat hij daeromme
belooffde etc. utsupra pro omnia.
Jan Thijm
zei op woensdag 7 augustus 2024 - 15:52