Jacobus van Oosterwijck coop 1650

Page 2

Page 3 with mention of children of Van Oosterwijck

Decreet folio folio 351 et ultra
Voorwaerden waernaer notaris Johan van Ruyven
in qulaite als bij de ed. heeren scheepenen der
stadt Delft tot desen volgens acte van date
den 20en Mey anno 1650 ge-
committeert ten overstaen van twee uyt
het collegie der selver heeren scheepenen
vercoopen sal

De resterende cooppenningen van het huys
ende erve van de weduwe van Dirck Andriessen,
hoedemaecker, staende ende geleegen aen de suyt-
sijde van de Molslaen binnen deser stadt, welck
bij decreet gelevert is aen Johan Wil-
lemsz van Houcke, mr. silversmit, sijnde
noch veertien hondert gulden capitael,
die op interest gehouden werden jegens
den penning twintich, te lossen met hondert
vijftich gulden 1en Mey 1651, noch met
hondert vijftich gulden 1en Mey 1652
ende voorts allen jaeren ende 1en Mey-
dagen daeraen volgende met hondert carolus
gulden, wel meerder, maer niet minder, waer-
van t'eerste jaer interest ende de eerste
lossing ten behouve van de cooper verschijnen
sal 1e Mey 1651 ende voorts tot de volle ende
effectueel betaelin toe, vrij gelt, sonder
eenige cortinge, geen uytgesondert /
waervan den cooper ten laste van de voorsz. Van Houc-
ke ende sijne borgen gelevert sal werden ter
secretarie dese stadt een generale acte omme
die daer mede jaerlickx van de cooper van thuys
te ontfangen.

Den cooper sal sijne beloovden cooppenningen binnen
acht dagen moeten betalen ter secretarie deser
stadt omme aldaer aen de crediteuren weeder
uytgekeert te werden.

Ende mede betalen t'recht van den 40 penning voor't
gemeene landt mette vacatje van de Ed. hee-
ren scheepenen.

Noch voor t'maecken deser voorwaerden, mitsga-
ders eenige andere moeiten tot vorderin van dese
vercoopinge gehadt, t'samen ses gulden,
voor t'schrijven van de billietten die te doen aenplecken
ende meermaels te vernieuwen eene gulden
tien stuyvers, ende voor twe dubbelden van desen
elck 24 stuyvers, voor de boode ende camerbe-
waerder elck ses stuyvers, alles onvermindert
de te belooven cooppenningen. /

De cooper sal datelijck naer het toestaen
van de coope moeten restitueren allen op-
gesteecken ende affgetrocken penningen ende den
rouper sijn recht, mede onvermindert de te
belooven cooppenningen.

Die eenich bodt biedt ofte gelt treckt
sal sijn bodt moeten gestandt doen, den tijt
van twee mael vier en twintich uuren,
omme te hooren off hem de coop sal volgen
off niet.

Twee ofte meer geldenden mijnende sullen de heer-
ren scheepenen vermogen te gunnen die't haer
believen sal ofte andermael ophangen son-
der tegenseggen.

Iemandt cooper werdende ende in gebreecke
blijvende dese voorwaerden te voldoen sal t'ge-
veilde tot sijnen costen weeder opgehangen werden
minder geldende sal hij het te cort comen datelijck
moeten opleggen ende meerder geldende sal daervan
geen proffijt hebben.

Ende is op de voorsz. conditien voor de somma van
dertien hondert carolus gulden cooper gewarden den notaris
Adriaen van den Block, als rentmeester, in qualite van de kinderen
van dominus Jacobus Oosterwijck. In kennisse der bij de
twee ondergeschreven heeren scheepenen ende den coo-
per geteecketn op den 27en Mey 1650.
A.v.d. Block 1650

In bodt geset bij Gergius Turwell op 1200.-.-
opgesteecken een rijckxdaelder die't 400 gld.
verhoochde affgeslagen tot 400.-.-
ende gemeynt bij den notaris Adriaen van den Block,
opgesteecken bij een ducation die't 300 gulden
verhoochde affgeslagen tot 5 gulden
gemeynt
Opgehangen op 1500 gulden, affgeslagen tot
1300 gulden
W. Littensteyn
D. Pauw 1650
J. van Ruiven notaris publicq

This document contains the conditons under which the house is sold. The house belonged tot Dirck Andriessen, a hatmaker in Delft and it was situated in teh Molslaan in Delft. It was indirectly sold to the childeren of Jacobus Oosterwijck for 1300 guilders. The mediator was Adriaen van den Block a notary and steward of the children. Johan Willemsz van Houcke was a silversmith. I don’t understand his role in this document.

Dear Geert Ouweneel, Many thanks for this fascinating information. The children of Jacobus van Oosterwijck, who was a pastor in Voorburg, were 23, 20 (two girls) and 16 (a boy). Have you ever heard of children buying a house together at this age? van Houcke is listed as creditor/schuldeiser in the archival data. Could he have had an outstanding mortgage with the hatmaker when it was sold, or something like that? I'm very grateful for your transcription and commentary!

This document from 20-1-1650 shows a transfer of a Molslaan property from Dirck Andriesz to the silversmith. Does it too mention 'weduwe' of Dirck Andriesz? The second page is missing. There is no mention of the Van Oosterwijck children as far as I can tell. 

https://hdl.handle.net/21.12115/NL-DtAD16458398

page 2 of purchase agreement of Johan Willems van Houcke on 20-1-1650

It doesn't mention the widow of Dirck Andriesz. And I think you are right about the mortgage.

I did some more hunting and found that Johannes van Houcke, woonplaats Molslaan, married Maertge Jacobs van der Burch on 9-4-1645, and appears in the tax register for Molslaan, south side (Verponding op huizen en erven binnen de stad...1632, met aantekeningen tot 1656) with Dirck Andryes van der Crans, hoedmaker, Cornelis Wouters zn van Sweden, timmerman, and Jan Willems zn van Houcke in the same listing. No Van Oosterwijcks. The hatmaker Dirck Andriesz is buried in 1649 at the Oude Kerk in another document. I am new to this research area and don't know how real estate worked. I read in Aglionsby or another traveler's account that canal houses were divvied up and bidders came in and bought parts of them. Is it possible that an estate manager would invest in mortgages for the interest? the reason I'm looking at the silversmith, hatmaker and carpenter is only for the Van Oosterwijck children's information. I also noticed that Delft is listed as a seller, and didn't know what to make of that. I certainly ended up with a new puzzle! Do you have any insights?