Jacob Pietersz Goetcoop x Aechte Cornelisdr.

Jacob Pietersz Goetcoops ende Aechte Cornelisdochtere
warmoesluden weeskinderen t'bescheyt staet.
Wi Pieter Oom Pieterszoon ende Claes Ghijsbertsz van Dorp, schepenen in Leyden,
oirconden dat voor ons gecompareert zijn Volcgen, oud 26 ende Martigen 25 jaren,
zo zi verclaerden, dochteren ende mede-erfgenamen van Jacob Pietersz Goetcoop,
warmoesman ende van Aechte Cornelisdochter, hoorluden zaliger ouders, beyde mit Cornelis Meeuszoon
van Hout, clercq ter weescamer alhier tot Leyden, als hore gecoren voocht in desen, ver-
clarende waerachtich ende hoorluden zeer wel kennelijck te zijn, dat Sijtgen ende Neeltgen
Cornelisdochteren, gezusters, haer comparanten moeyen ende s'moeders zuster, zekere
jaren in den boedel ende goederen van haer comparanten zaliger ouders, zo voor als ooc in-
zonderheyt naer d'overliden van haere comparanten moeder, verkeert, gewrocht, dese boedels
oorbaer ende die voorn. Neeltgen haer comparanten vader merckelicke somme van penningen
geleent heeft, daer hi hem grootelicks mede geneerde, coopmanschapen gedreven ende
den boedel zeer gevordert, zonder dat die haer weder uitgekeert zijn, waeromme
zi comparanten ende ooc hore onbejaerde broeder ende zusteren, mit namen Cornelis,
out 19, Clara 15 ende Katerina 13 jaren, haren vader dicwilen gaende ende
staende, in gezonden lichame ende mede als hij cranc was, ende ter doot toe hebben
horen verclaren wel ripelicken, dat hi wilde ende zijne uterste wille was, dat
die voorn. Sitgen ende Neeltgen naer zine overliden elx zouden hebben ende volgen
ten vrien eygen in zine achterlatende boedel ende goederen een kinstgedeelte ende
dat in voldoeninge van hoorluyden diensten, verschot ende weldaden, zulx dat volgende
dien den boedel bi hore vader voorn. achtergelaten zal comen ende gedeelt werden
(zo zi comparanten willende hore zaliger vaders uterste wille volcomen) in zeven deelen,
twelc zi comparanten onghetwifelt verhopen of hore onbejaerde broeder ende zusteren
zullen als zi tot hore mondige jaren gecomen zullen zijn, tzelve gestant zullen doen,
ende want de weesmeesteren deser stede, mit namen Jacob Tomasz Brouwer,
Dirc Geritsz Samling ende Jan Janszoon van Baertsdorp, als oppervoochden van den
onmondigen hiertoe ten aenzien van tzelve egeen wettelicj schijnssel en bleec, niet
en wilden verstaen ten ware ziluden mitsgaders de voochden van de voorsz. onbejaerden
kinderen, mit namen Claes Jansz, warmoesman, Jan Cornelisz, cleermaker ende
Jan Claesz, vleyshouder, gheindemneert ende verzekert zouden zijn van tghunt
dezelve onmondige kinderen tot hore mondigen dagen comende hemluden te laste zouden
mogen ofte willen leggen. Zo eest dat zi comparanten willende procederen ter
goeder trouwen die voorsz. weesmeesteren, voochden ende allen anderen des noot
zijnde behouvende ende behoorende, belooft hebben ende beloven bi desen hemluden
ende elcx van hen bezondere te vrien, t'ontheffen ende te indemneren van alle
tgund hore onmondige broeder ende zusters comende tot hore mondige dagen hemluden te
laste zouden mogen ofte willen leggen, ofte van anderen gedaen ende geleyt zoude
mogen worden, onder verband van alle hore goederen, jegenwoordige, toecomende,
roerende ende onroerende, actien ende crediten, egeene uitgezondert tot bedwanc
van allen rechten, ten keure van den beschadichden, hiertoe noch mits desen
renuncierende de benefitien ende beschreven rechten ende exceptien senatus consulti
velleiani et ordinis de excussionis et divisonis, van den inhoudens
ende crachten derzelver wel tevoren onderwesen ende gewaerschuwet zijnde
alst behoort, zo zi verclaerden. Zijn mede voor ons schepenen voorn. gecompareert
die voorsz. Sijtgen ende Neeltgen, ende heeft eerst die voorsz. Sijtgen verclaert
dat zi tevreden es voor hore voorsz. besproken kintsgedeelte t'ontfangen, lossende
den penning zestien, mits daervan hebbende als den voorsz. boedel gereet ende
deelbaer zal zijn, behoorlicke ende souffisante rentbrieven. Voorts hebben die
voorsz. Sijtgen ende Neeltgen tzamen ende elcx van hen bezondere belooft, ende /
beloven bi desen, dat bi zoverre de voorsz. onbejaerde kinderen tot hore mondige
dagen comende, mit de voorsz. deelinge niet tevreden en waren ende hore
voorsz. vaders besprec ende uterste wille ten behouve van dezelve Sijtgen ende
Neeltgen gedaen, mit recht ofte anders tegenstonden, dat ziluden Sitgen ende
Neeltgen in dat geval van hore voorsz. legaet, besprec ende gedeelten weder
zullen uitkeeren zo vele t'bevonden zal worden te behooren, zonder den wees-
meesteren. voochden ofte andere daeromme eenige moeyenisse te doen,
noch te doen doene, ofte laten geschien, mit recht noch in geenre manieren daer-
onder elx een voor al, mits desen verbindende, eerst specialick hore voorsz.
besprec, legaet ende gedeelte, ende voorts generalick elx alle hore goederen,
jegenwoordch ende toecomende, roerende ende onroerende, actien ende crediten, egeene uit-
gezondert, tot bedwanc ende onder speciale renunciatiien als voren, behouden
in dat geval hoorluden actie ende gerechticheyt van hun verschoten penningen ende verdiende
arbeytsloon naer behooren. In oirconden desen bezegelt mit onsen zegelen uit-
hangende, opten 20en Augusti anno 1578. Ende onder de plique was
getekent J. van Hout

Heel hartelijk dank weer! Tot nog toe heeft "Historisch Leiden in kaart" het over Fijtje Cornelisdr. als zuster van Neeltje en Aechte, ipv Sijtje.  Als ik het wel heb was zij ongehuwd en linnennaaister of zo, dus weinig  opzienbarend neem ik aan. Neeltje was geloof ik wel getrouwd. Maar nergens komt een achternaam te voren. Ik blijf zoeken…