Het is een flink dossier :)
Inventaris van al de goederen
nagelaten bij Peter, soone
Steijns Peters, bekent
gemaeckt voor Willem
Jacob de Langhen, in presentie
van Jan Leunissen, Vorster
deses dorps Heesch en(de) Lambert
Somers op heden den 10e(n) mey
1663.
In den eerste 2 koeye, een brootcast,
een kist toegesegelt, daer alder hant
goet in is, soo Langenhs seyt [marge: t daer sou in sijn lijwaet / en(de) / een iser pot], een
kar, een koeyback, een snijmesch,
3 stucken lanst, sonder dat hij weeckt
hoe groot die sijn [marge: de 2 stucken zijn / v(er)kregen en(de) / het ander stuck / coompt oock toe / Hilleken Steijne / dat eer Steijns / Peeterss gecoft / bij zij eerste vrou]; hij seyt dat hij oock
100 reyxdaelders heeft geerft, seyt dat
Langens niet meer en weet dat den
naetuerel(ijcken) toebehoort
De vrou van(den) natuerel(ijcken)
dat haer vader haer mede
heeft gegeven
Inden eerste een koeyemael en(de) een kalf,
een boterkorn en(de) een top en(de) een troch,
een pert, bed sonder heutpolue,
een decken, [marge: een paer lakens], een koeyketel, een dry
stapelen stoel en(de) 2 quade gevlochte(n)
stoelen, eenen back daer de verckens
uyt eten, 2 vlegels hebbender geweest
seyt hij, v(er)claret niet meer te weten
---
en(de) is bereet om desen inventaris
altijt te beedigen dat hij niet meer
en weet. Actum Heesch dage(n) en(de) jaere(n)
als boven, de getuyghen boven
v(er)haelt hebben dese onderteeckent
[getekend: bij mij / Jan Luenissen
Lambert Somers]
---
Inventaris ende <verdwenen tekst>
gereede goederen g<verdwenen tekst>
sijn ten sterffhuysen van <Ste>ijns
Peeters en(de) Hilleken, sijne(n) achterge-
laeten huysvrouwe, ende dat vant tg<unt?>
Hendersken, dochtere Willem Jans
Langens, weduwe van Willem Pet<ers>
Steijnssen was competeerende van h<verdwenen tekst>
t selve gereet soo sij verclaerde.
Inden iersten eenen ouden waegen
Item een venneken
Item een paer oude slaeplakens
Item een beurie om te draegen
Eenen tob
Item in baere gelden vijff ducatons
Noch een half
Item noch een rijcxvoirtter somme 12 s(tuyvers) 8 p(er)c(en)tief
Item een deuyt sijnde twee penningen
Item alven overgelanght de beste donckere
kleederen van Peter Steijnssen aen Hendersken,
sijn naegelaete(n) huysvrouwe.
Aldus gedaen voor schepenen inne Heesch
Lambert Jan Ariens ende Arien Ariens ende
mr. Peeter, secretaris ende Johan Leijdegema<...>
mede Willem Jacob Langens ende Hendersken,
sijne dochter, ende met alsulcke verclaer<in->
ge onder eede bij Hilleken ende Hendrick die <seyden>
geen gelt ofte goederen meer te weeten ofte
t'selve naerderhant te bedencken t'selve open-
baer en(de) bekent te maecken, geschiet opt dyns-
dach den 18 novemb(er) 1664 toeco(me)nde
ondert(ekent) etc(etera)
---
Naedemael dat Peter, natuerlijcken soone
Steijns Peters, sonder kinderen van sinen
lijve te hebben v(er)wect) ofte naegelaten,
deser werelt is comen afflijcih te werden,
sonder dat hij Hilleken, nu wed(uw)e van Steijns
Peters doot heeft beleeft, noch dat eenigh
affstant van haer tocht t'sijnen behoefe
is geschiet, en oversulx den selven
Peter, noch sel onderges(chreven)e als raedt en(de)
rentm(eeste)r-general der Domeynen van
Brabandt int Quartier van sHertogen-
bossche uyt des voorsz. Peters goet dat
hij [marge: nae de doot / van(den) voorsz. Hilleken] te v(er)wachten hadde, bij aldien de doot
van voorsz. Hilleken hadde beleeft, van
hem als eenen natuerlijcken had die
mogen comen te eysschen, nu niet te pre-
tenderen hebbe, te meer de voorn(oemde)
Hilleken, nu ter tijt noch in leven sijnde,
nae haer doot des voorn(oemde) Steijnssens
goederen nootsaeckelijck moeten devol-
veren en delen op des meergenoemden
Steijnssens erffgenamen alsdan in
leven sijnde, ten waere de selve Hil-
liken tot behoeff van(den) voorsz. tegen-
woordige erffgenamen haere tocht aff-
gingh en also tocht en erffrecht v(er)ga-
dert werde.
Doch reservere
mijn actie van en op de naelaten-
schap van(den) voorn(oemde) Peter, natuerlijcken
als tot een geboirte huysingh gecoft sellen(de)?
werden(de)? een peyrt v(er)coft voor 78 gul(den), een
hoogh kar, en Voort t'geen inden inventaris
staet.
---
Memaria om te onthouden vanden invantaris
Item inden ersten is Peter Stensen die was bastert
gheackerdert met de erfghenamen van Metghen Rutten van
de erfhad voor de helft daer Stens Peeters huys mede
hadde ghehouden voor de soomme van - II g(u)l(den)
Waer van de weduwe van Stens Peeters in tochtende
is besitten de ander helft
Hier van heeft Peeter Stenssen tot het sterfhuys
van Stens Peeters ghehaelt een kotsen die ick wel ten
tyen stayen ghelast heb als blijckt
Noch het selve een kiste die den boien is ghelast, ende
besijen niet veel en deughden als blijckt
Noch eenen drye stapel stoel
Noch van het selve eenen afback ende eerden schotel
Noch van selve van het sterfhuys een kleyn haelken
met een tanghe ende daer Petter erst most aen
laten smeien eer dat hijse cost ghebesanghe als blickt
dat weel is ghelapt, noch het selve vanb het
sterfhuys twee slaplacken met een sack om te mulen
te doen mety een stroye kerf ghenaiy die den boyem
uut viel, noch eenen kayen koyback sonder emdelbort
als ock blijckt tot Langhens
Aen ghaende van weghen het uutsetsel een kaers die
pert van een hadden gheloopen die wij hem hadden
ghegeven voor de waghen
---
Noch een brookas om haer eten daer in te setten eenen
iseren moespot half wij betaelt ende de ander heelf
Langhens soo hebben wij den pot tesamen ghecost
Noch eenen kleynen keetel
Noch twee koyen, noch eenen weghel met noch twee
bueghels, noch eenen soutvat om sout daer in te doen
Noch twee parklere, noch hemden tot sijne lijve gewest
Een par hoosen tot sijne live, noch eenen hoet tot sij hooft
Noch twee beff
Item noch ghegeven van Willem Jacob Langhens in den
ersten een koy, een mael, een kalf met noch een
pert, noch eenen papkeetel
Noch een koykeetel die wel gelapt is beseijen
wel veel als blickt
Noch twee stroyen stoelen met vier stapels
Korf en toc, noch eenen melckeemer met een scherfbort
Noch eenen verckenback daer het pert uut at, noch
eenen kayen ghelaptten wan, noch eenen trogh, noch
een bed met een parlakens met noch een sarsen
tot het bedde, noch een koperen sijschotel
Noch een booterschotel, noch eenen stenen drinckpot
Noch een iseren struefpan, noch een weghel
Noch twee lanp, noch een snimes
---
Noch twee hondert gulden ende vijftich gulden die ghe-
erft sijn van derfghenamen Metghen Rutten
Item Peeter ende Hanrisken tesamen ghecoft twee
rieken, noch eenen spay, noch een meshaeck om mes af te
trecken, noch een bijl, noch een seef met noch scherf-
mes, noch een sep kinneken tot spilinton daer in te doen,
drie eerden testen, noch twee houten schotelen, noch drie
leppels, noch drie Eerden kannekens om olie daer in te
doen, noch eenen eerden pot om romen daer in te ver-
gaderen, groet ontrent 8 cannen, twee houten telgoren,
noch een stroyen vat, genaeyt met een spilcorf, ghe-
nayt met spillen, etlick vlas ghecoft ende dat ghesponnen,
noch eenen sniselcorf, ghebonden van stroy, noch een
plucxsel mant, noch rogghe onghedorst met het
stroy ontrent twee ... of daer ontrent, noch
bockweit die tot Stenssen in de kas staet die Peeter
voor sijn eyghen ghelt ghecoft heff ende ghenoch
teghen schuldich is, noch een kleyn vercken ontrent
sestien weeken out, afgedaen ontrent Catalijn, dit
is Hanrisken, huysvrouwe van Peeter Stensen
alle daghe met haeren eet bevistichende alle ure
alle stoned als mijn heer belieff
Antonia
zei op maandag 8 september 2025 - 11:12