Beste mensen,
Op de volgende link staat de originele transcriptie:
Manumissierekest Lucretie, de vrije inzake Bergere en hare kinderen (1819) – Stamboomsuriname (wordpress.com)
Waarvan ik een soort ‘vertaling’ naar een begrijpelijke tekst [maar die ik dan toch nog niet helemaal begrijp]. Mijn vraag aan u is:
- Is mijn interpretatie correct?
- Zou Petronella een biologische zuster zijn van Lucretie Maria, of wordt zij zo genoemd zoals kinderen tegen de buurvrouw ‘tante’ zeggen?
- Ben er van uitgegaan dat suppliant (verzoekster/aanvrager) Lucretie Maria is en dat een berigter een soort advocaat is.
Manumissierekest Lucretie, de vrije inzake Bergere en hare kinderen (1819)
Aan den Edele Achtbare Hove van Politie en Criminele Justitie van deze kolonie etc. etc.
Geeft met verschuldigde [eerbied] te kennen de vrije Lucretie 1770-1853), bij den heiligen doop genoemd Lucretia Maria. Dat nu wijle haar aanvragers zuster, Petronella Lambertina Heckers, dd. 3 februari 1790, van de heren C. Juliaans, Hendrik M. Wolff, in die tijd de administratie gevoerd hebbende van de plantage ’s Hage, heeft gekocht de moeder van de aanvrager met haar kinderen Bergere, Lucretie (zijnde de aanvrager van dit verzoek) en de jonge Petro, voor de som van twee en twintighonderd guldens, onder voorwaarde dat haar genoemde zuster Petronella, zich tot dit Hof zou hebben te wenden, om de serieuze brieven van vrijdom voor hen allen te verkrijgen. Zoals het Hof uit de overlegde kwitantie (onder letter A) zal blijken, waaraan aanvrager zich eerbieding refereert.
Dat wijlen haar genoemde zuster Petronella Heckers (1760-1811) in plaats van aan de voorwaarden te voldoen, om per direct de brieven van vrijdom voor haar aanvrager en moeder, en ook broer en zuster dit Hof te vragen, voor de gezworen klerk N.L. Braam en getuigen gepasseerd, een zeer uitzonderlijk besluit heeft genomen over de kinderen van de aanvrager, te weten dat de kinderen van aanvrager niet verkocht zullen mogen worden, maar bedoeld zijn om voor elk kind voor haar broer (van Petronella of van Lucretie?) vijfhonderd guldens op te brengen, alsmede kosten voor het verkrijgen van brieven van manumissie, in welk geval, zij als testatrice Petronella het graag had dat voor hen de vrijheid zal worden verzocht etc. aan de heren van dit Hof.
Zal blijken uit voornoemd testament, hierbij onder letter C aangegeven.
Dat de aanvrager op … van voornoemde executeur Willem Timmers, aan haar aanvrager gedaan ter inwilliging van het gevraagde in haar testament door wijlen ….. als genoemde Petronella Lambertina Heckers, niet weinig verwonderd is geweest, naar die -volgens voornoemde kwitantie van de heren C. Juliaans en H.M. Wolff alhier onder letter A, voornoemde Petronella al in het jaar 1791 aan de aanvrager en haar familie de vrijheid had moeten geven. In dat geval zouden de nakomelingen van de aanvrager thans als vrij geboren personen beschouwd zijn geworden, en de familieleden zouden niet in slavernij gestorven zijn.
Dat de aanvrager dit aankaart bij voornoemde W. Timmens heeft deze zelf ook onmiddellijk gevoeld dat het niet billijk zou zijn voornoemde kinderen van aanvrager, die al jaren als vrijgeborene had kunnen genieten voor de …. Die aan vrijgeborenen bóven gemanumitteerden bij wet zijn toegekend, nog als slaven te moeten aanmerken, en van hen te moeten vragen voor elk van hen zoals in het testament beschreven, doch daar hij het testament volledig moet afwikkelen, en niet op eigen houtje genoemde drie nog in leven zijnde kinderen van aanvrager kan ontslaan of ontheffen van de verplichting hen bij testament opgelegd, zonder daartoe een serieuze opdracht van het Hof te hebben gekregen.
Daarom neemt aanvrager de vrijheid om met alle eerbied het verzoek bij dit Hof aanhangig te maken, om de vraag in overweging te nemen en zo de kinderen van genoemde aanvrager, met name Albert, Christiaan en Pieter, te ontheffen van de last die ongefundeerd door de zuster van aanvrager, wijlen genoemde Petronella Heckers, met haar testament opgelegd, en verder de executeur van haar boedel te gelasten om haar drie kinderen aan de aanvrager, in deze de moeder, per direct dezelfde vrijheid te geven, wat wijlen Petronella had behoren te doen volgens de laatste wil en wens van aanvragers eerdere meesters , de heren eigenaren van plantage ’s Hage, dd. 4 februari 1790.
Paramaribo, 27 augustus 1819. etc
Door Willem Timmens als executeur en boedel-regelaar van de nalatenschap van wijlen Petronella Lambertine Heckers, op verzoek van Lucretie Maria voorgelegd aan dit Hof.
Hoog Edele Gestrenge Heer en WelEdele Gestrenge Heeren.
Om te voldoen aan het verzoek van dit Hof neemt ondergetekende de vrijheid dit aan u voor te leggen. Dat berichtgever (soort advocaat) als executeur verplicht is de wil van de testatrice punctueel uit te voeren, en dus de kinderen van de aanvrager als slaven in eigendom/onderdeel van de boedel heeft moeten beschouwen, ingevolge de uiterste wilsbeschikking bij testament van wijlen genoemde Petronella Heckers, hoewel hij, de berichtgever, uit de bij het verzoek overlegde kwitantie van wijlen de heeren C. Juliaans en H.M. Wolff in hoedanigheid van, wegens de verkoop van die famille heeft opgemerkt, dat die slaven al vele jaren vrij hadden horen te zijn, zodat bij gevolg van de overledene Petronella Heckers geen recht heeft gehad om over de kinderen van aanvrager te mogen beschikken, en al zeker niet als slaven aan te merken.
Alvast heel hartelijk dank!
Vriendelijke groet, Regina
Regina
zei op dinsdag 6 februari 2024 - 20:49