Inschrijving in Schepenregister 1697 (2)

sij eens ende wel te vreden sijn Peeter
Jacob Augustijns, haren comparanten
broeder, seeckere henne gerechte dry
vijffde paerten, portien ende wintingsten
in ende van eene stede onder huyssinghe,
schuere, stallinghe ende thorftschap,
gelegen alhier tot Baerlo Hertoghe
in de Hooghbraeck, groot int geheel
ontrent twee hondert ende vijftich
roeden onbegrepen der juster maeten,
comende oost s'heeren straet, suyt
des coopers andere, ende Adriaen van Reuth,
ende oost en noort d'erffgenamen Jan
Berviere erve, los en vrij, te waere
de gerechten heeren chijns, ingeval
in seven distincte parcheelen ende
gronden van erven gelegen onder Baerle
Nassauw tot deselve stede gehoorende
ende voordere gerechtigeden ende heyvelden
bij de vercoopers ouders achtergelaeten,
ende naer volcomen wettich verticht
bij de vercoopperen in forma gedaen,
soo is den voornoempden Peeter Jacob
Augustijns met alle poincten ende
solemniteyten van desen landtrechte
daertoe gerequireert in hetselve dry
gerechte vijffde paerte der voorsz. huyssinge,
hoff, aenstede ende gronden van ons en
voor soo veel wij schepenen rechteren sijn
gehoort, gevest ende geërft, soo dat
die selve dry vijffde paerten hem
seecker sijn ende vast, met voorwaerde
hiervan te moeten doen ende onderhouden alle
gebuerlijcke rechten, sonder argelist.
In kennisse dese letteren met onse
segelen besegelt int jaer ons Heeren 1697,
in de maent February, derthien daeghen.
H. van Gilberts, secretaris

Geachte Geert, heel hartelijk bedankt voor de snelle en nauwkeurige vertaling. Het is een heel mooie aanvulling op mijn voormoederonderzoek. Ik ben je erg erkentelijk.

Een hartelijke groet,

John.

PS Deze woorden gelden uiteraard ook voor het vorige bestand, c.q. bericht.