Bijgaand een acte waarin een voorouder een stuk land huurt in 1644, waarbij de acte in een nogal lastig handschrift is opgeschreven.
Het is met derhalve niet gelukt de tekst volledig uit te werken.
Ik heb gevonden:
Op huijden den XXVII Jan(uarij) 1644 compareerde voor mij oude stijl,
notaris ’s hooffs van Utrecht, binnen Utrecht residerende, en den getuijgen nae
benoemt, daer toe versocht, den ed(ele) jo(nke)r Frans van Hulsen als possesseur van
zeckere vicarije gefundeert op St. Philips & St. Johans altaar in St. Jans
kerck binnen Utrecht & (ver)claerde (ver)huirt te hebben aen Jan Petersen van
Zijll, wonen(de) tot Bunnick, die ter selver tijt mede compareerde oock //
bekende voor hem & sijne erffgenamen in huijre genomen
seeckere veertiendalve mergen lants gelegen in een hoeve
van achten mergen daer [Erik] … [Rombauts] …
d’resterende vijftalve mergen van gebruijct soe d’selve hoeve gelegen is
in (de) gerechte van Schoonauwen, streckende v(an) uijt de Schalckwijckerweteringe
tot aen de Goijer opslach, daer het convent van St. Agniet boven &
jo(nke)r Arent Frans weduwe mit secker lant dat zij van
Cap(it)le van Dom i erffpacht heeft beneden naest gelant sijn, soo
groot & cleijn deselve hoeve van achtien mergen van outs aldaar gelegen
& totte voorsz. vicarije behoorende is. Ende dit voor den tijt van zeven
off soveel minder jaren geduren als voorsz. verhuijrder mocht comen te leven,
die inganck nemen sullen op den 1en Januarij [van] 1645 naestcomen(de)
jaerlix & alle jaer d’voorsz. veertiendalve mergen lants voor d’somme
van twee hondert Car(olij) guldens ad XX st(uijvers) ’t stuck, ende daer
van boven alle jaer noch te betalen vier goede cappoenen op drie
guldens daer voor.
Te betalen den helft
van voorsz. geltpachte mitte cappoenen op St. Maartens dach nae den huijren
inganck voorsz. ende de ander helft Corsmis ’t daer aen volgende &
soevoorts de voorsz. huijrjaren d’uijtgedurende, allgeheel vrijs gelts
van leckendijcxgelt, hijnderdam, enckel & dubbel outschiltgelden
mitte & verhoginge vandien van X st(uijvers) op ijder outschilt oude &
nieuwe uercken te doen, ende voorts general(ijck) van
alle andere ongelden, onraeden, impositien, op schathingen, molengelden
tegenwoordich op de voorsz. landen staende, ende die noch gedurende dese
huijrjaren daer op geset sullen worden, niet uutgesondert, dan alleen
op ‘n oorloch ende op ‘n waijen, sulcx dat men de voorsz. landen ter waerheijt
niet gebruijcken conden, in welcken gevallen men doen sall volgens
d’ordonnantien van hooven outheijt & als men doen zall
ende sal den huijrder ’t voorsz. lant gebruijcken ten meesten oirbaar als een
goet huijrmam schuldig is ende behoort te doen, voorts sijnt vorwaerden
dat in gevalle den voorsz. pachter ten dage op de termijnen voorn(oemt), de voorsz. jaerlixe
pachtp(enningen) & toepacht niet vol & all betaelden, dat hij dan van dese
huire & alle actie van vordere huire sall wesen v(er)vallen, ende sal den
verhuirder alsdan indien ’t hem belieft, mit d’selve landen sijnen vrijen
willen mogen doen, ende ’t eijnde d’voorsz. huirjaren soe comt ’t voorsz. lant
wederom vrij, los & ledich aen (ver)huirder in qualite voorsz, omme sijnen
vrijen willen daer mede te doen, sonder dat hij huirder eenige
voor huir [va..ch] op beterschap daervan sall mogen pretenderen in
eenigerwijs. Item noch sijnt vorwaerden dat den voorsz. huijrder
’t voorsz. lant niet geheel noch ten deel niet en sall mogen splitten, scheijden //
opdeijlen, noch te aan ijmant anders te mogen overdoen
sonder consent van (ver)huirder.
Belovende hij huijrder den inhouden deses voor den hove voorsz. te belijden
& actie van condemneren daervan te passeren t’sijnen costen tot (ver)maninge.
Tot dieneijnde constituerende & machtich maeck(ende) Cornelis van Boschvelt
& vordere procureurs in voorsz. hove ’t sampt & bijsonder, omme ’t gene voorsz.
staet in sijns constituants name voor voorsz. hove te bekennen & te (ver)soecken
dat hij daerinne sal worden [getocht]. Belovende voor goet & van weerde
te houden all ’t gene den voorsz. geconstitueerde volgens dese sal passeren, onder ‘t
(ver)bant, submisie & renunchiatie als nae rechten F). Versoucken(ende) partijen hier
van acte in forma. Aldus gepasseert t’Utrecht ten comptoire van mijns notaris
staende aen de Romburgerstraet ter p(rese)ntie van jo(nke)r Johan van Boctop, ende
Evert van Wijck, borger t’Utrecht als getuijgen hier toe versocht die dese
neffens den comp(aran)ten & mij notaris mede onderteckent hebben, ten jare, dage &
plaets voorsz.
F) terselver tijt compareerde mede Jan van Zijll,
broeder van voorn(oemde) huijrder & (ver)claerde hem borge als principaal te
constitueren voor de voldoeninge soe van huirp(enningen) voorsz. als voorts voor den
geheelen inhoude den voorsz. huijrcedulle bij sijn voorsz. broeder belooft, onder
renunchiatie van exceptie van excussie & alle andere exceptien, cosntituerende
hij gelijck deselve Boschvelt & vordere procu(reu)rs alle ten sine onder submissie
& (ver)bant als boven.
{Jr. Alb. van Hulzen} {Jan van Sijll}
{Jan Petersen van Sijl} {Evert van Wijck}
{Johan van Boecop} {Gerard Vaster, not(aris)}
Ik heb de ontbrekende woorden en de dingen waar ik niet zeker van ben in geel aangegeven.
Uiteraard kunnen er meer foutjes in mijn tekst zitten als gevolg van typo's of verkeerd geinterpreteerd oud schrift, maar het is niet nodig om de hele tekst na te lopen, enkel de "gele punten."
Wie kan deze punten voor mij oplossen?
Louis v. V.
zei op woensdag 30 juni 2021 - 09:03