Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

Hup gevraagd bij akte archiefnummer 5075, inventarisnummer 514, aktenummer 133347

Beste allemaal, zou iemand mij kunnen helpen door deze akte te vertalen? 

Het archief in Amsterdam geeft als een van de namen uit de akte 'Johannem Hallium' maar ik denk dat dat Johannes Hartman moet zijn omdat dat de vader was van de andere hartmannen in deze akte. Zijn vrouw zou de volgende naam uit de akte kunnen zijn: Marijtgen Heindricx

Zie bijgesloten scams van de akte. Volgens mij is dit de link naar de akte: https://archief.amsterdam/indexen/deeds/9d6d21e3-6358-666d-e053-b784100…

Bij voorbaat dank voor alle hulp!

Vriendelijke groet,

Marc

 

 

Reacties (2)

René van Weeren zei op za, 05/06/2023 - 23:01

Dag Marc,

Ik moet je teleurstellen, want Johannes Hallium is niet de Johannes Hartman waar je wellicht op hoopte. Johannes Hallius was predikant in Amsterdam en leefde van 1549 tot 1619. Zie voor zijn portret en nog wat aanvullende informatie https://resolver.kb.nl/resolve?urn=urn:gvn:VUMCC01:SPKK-G00398

Uit de akte blijkt ook dat de vermoedelijke stiefvader van Hartman Hartmans niet Stockvis, maar Stockius was (die heb ik in jouw vorige vraag dus foutief gelezen). Hij was in volgorde de tweede predikant van de gecombineerde gemeenten Heemskerk en Castricum en is samen met zijn vrouw in de Hervormde Kerk van Heemskerk begraven. Opvallend: hij stond ook bekend als Scipio. Meer informatie over hem: https://www.oud-castricum.nl/categorie-activiteiten/categorie-jaarboeke…

Er zijn een aantal redenen waarom Johannes Hallius niet de gezochte vader van de kinderen Hartman(s) is:

- in de eerste akte gaat het om een nalatenschap van de vrouw van Johannes Hallius, bestaande uit legaten en erfdelen; gezien de volgorde krijgen de kinderen Hartman(s) een legaat op basis van haar testament. Zij wordt echter vermeld als huisvrouw van Johannes Hallius; dat impliceert dat haar echtgenoot nog in leven is, anders was zij wel vermeld als 'weduwe van'.

- als een van beide ouders overlijdt, wordt vaak wel een regeling getroffen voor de garantie van de kindsdelen, maar houdt de langstlevende ouder doorgaans het vruchtgebruik en worden de kindsdelen vaak pas uitgekeerd bij meerderjarig worden van de kinderen of overlijden van de langstlevende ouder. Hier worden echter de legaten al uitgekeerd

Johannes Hallius overleed in 1619, Franciscus Stockius trad echter al in 1602 op als getuige bij de ondertrouwinschrijving van zijn stiefzoon Cornelis Heynrickszen Huyk (zie je vorige post). Aangezien Johannes Hallium blijkens deze akte nog in leven was, kan hij niet de biologische vader van de Hartman(s) geweest zijn.

Overigens betreft de procuratie op de volgende bladzijde dezelfde erfenis; helaas is het tweede blad van deze akte verdwenen uit de originele bron en de tekst van de akte dus onvolledig.

Compareerde voor mij, Jacobo Westfrisio*, keyserl[ijcken] openbare
notario*, bij den Hove van Hollant geadmittert, residerende
binnen der stede van Amsterdam en[de] den getuigen naerge-
noempt Hindrick Hartman, Gerrit Hartman, Jan Hartman
ende Hartman Hartmans, t'samen gebroeders en[de] poorter deser
stede, voor haerselffs, met sich en[de] v[er]vangende ende haer
sterck makende voor haren broeder Harmen Hartman, voorts
Franciscus Stockius, dienaer des Godtl[ijcken] woordes tot Caster-
kum, man ender voocht van Marijtgen Heindricx, ende vader
ende oppervoocht van Abraham ende Isaac Scipio, daervooren
caverdende de rate, t'samen legataresen en[de] erffgenaemen
met ende neffens Marijtgen ende Hindrick Jochums, haer
comparantenb susterlingen, in sekere drieduisent carolus
gulden capitael, haerl[ieden] bij wijlen Nieltgen Hendricx, alias Hoijck,
huysvrouwe van den aendachtigen Johannem Hallium,
diener des Godtl[ijcken] woordes binnen deser stede, bij testa-
mente gemaeckt: ende vper[claerden sij comparanten,
alsoo sij v[er]claren mits desen, in der v[oor]sz[eyde] qualite van [den] v[oor]n[oem]t
Hallium van 't v[oor]sz[eyde] legaet van drieduisent gulden, volkomel[ijck] en[de]
al soo wel van [den] laesten penninck als van [den] eersten, ver[noecht], vol-
daen ende betaelt te zijn tot haren contentemente, sulcx
dat sij ter saecke van 't v[oor]sz[eyde] testament bij haerl[ieder] peetmoye
---
ende allen voordere erffnisse niet meer hadden te preten-
deren, te eysschen, noch te voorderen, daervan wel expres-
lijken renuncierende, ende den voorn[oemde] Hallium voor goede
ende deuchdelijke betalinge quitereden, bedanckende, geloven[de]
ov[er]sulcx den voorn[oem]t Hallium ende sijne erffgenamen voor allen
namaningen, evictien en[de] aenspraecken ter v[oor]sz[eyde] saecke te hoe-
den, te waren, ende hem daervan schadeloos te houden, onder
v[er]bant van hare p[er]sonen en[de] goederen, roerende, onroerende,
presenet ende toekomende, submitterende deselve
allen rechten ende rechteren iusticiael. Consenteren[de] tot dien
einde bij mij notario hiero[ver[ gemaeckt en[de] gelevert te
worden acte in forma. Actum Amsterdam ten comptoi-
re mijns notarii, ter presentie van Jacob de  ende
Schelte Boudewijns als getuigen hierov[er] gedtaen, op ten
18 january XVIc ende achtien.

Procuratie
Compareerde voor mij, Jacobo Wrstfrisio, openbare
notario, bij den Hove van Hollant geadmittert, residerende
binnen der stede van Amsterdam, en[de] den getuygen naerge-
noempt, Lunnert van Vincelaer, woonachtich tot Nimwegen,
man en[de] voocht van Marijtgen Jochums Hoijck, voor hemselven
ende als procuratie hebben[de] van de v[oor]sz[eyde] voochden, van Hindrick
Jochumsz[en] Hoick, sijn comparants swager, onder hen beyden
erffgenamen, elck voor een negende part in seker drieduisent caro[lus] gulden
capitael, hem comparant in der v[oor]sz[eyde[ qualite mit en[de] neffens
de seven kinderen van sijn comparants v[oor]sz[eyde] huysvrouw en peet-
moye Marijtgen Hindrick, als Hindrick, Gerrit, Jan Hartman ende
Harmen Hartmans, mitsgaders Abraham en[de] Isaack
Scipio, van wijlen Nieltgen Hindricks, mede haerl[ieder] peetmoeye
ende huysvrouw was van Johanes Hallius, dienaer des Godtl[ijcken]
woordes binnen deser stede, bij testmante gelegateert ende
gemaeckt, t'ontfangen naer 't overlijden van [den] voorn[oem]t sijne peet-
moye Marijtgen Hindricx, dewelcke geduren[de] haer leven
lanck het vruchtgebruyck van [den] v[oor]sz[eyde] 3000 g[u]l[den] gemaeckt en[de] compe-
terende is. Ende v[er]claerde hij comparant dat hem tot
v[er]sekeriongen ende voldoeninge van [den] v[oor]sz[eyde] twee negende parten, als 666 g[u]l[den] 13 1/2 [stuyvers]

* hier is de naamval ablativus gebruikt die in het Latijn uitdrukt: (verschenen) voor. De notaris heet dus Jacobus Westfrisius.

 

Marc zei op zo, 05/07/2023 - 16:37

Jeetje René, bedankt voor alle aandacht en energie die je hierin gestoken hebt! Het ia allemaal zeer leerzaam. Ik blijf mijn onderzoek naar Johannes Hartman voortzetten! Ik heb i.i.g. zijn vijf zonen in beeld. Nogmaals veel dank en groet,

Marc

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.