Dat voor ons coemen is Hoogaert Faessen,
inwoonder tot Winterlroy, ende heeft
wettelijck gecedeert, opgedragen ende met
helmeling* vertijden, erffelijck overgegeven
aen Jan Joris insgelijcx tot Wintelroy
woonachtich, een stucxken teulant den
Driehoeck genoemt, groot ontrent 37 royen,
gelegen onder Wintelroy ende met d'een
zijde Cornelis Ancems, d'ander zijde
Willem Goyaerts, d'een eynde Jan Jacops,
d'ander eynde zeeckere mest wech,
los ende vrij, behoudelijck wegen ende waterlaten,
met recht daerover ende doorgaende dorps-
commer, lasten ende verpondingen ende gelovende dit
opdragen, vertijden ende erffelijck overgeven
nu ende ten eeuwigen dagen vast, stedich
ende onverbreeckelijck te houden ende te weiren
zoo men erve indt recht schuldich is te
weiren, daervoor verbindende zijn persoon ende
alle sijnen goederen, hebbende ende vercrijgende.
Actum den 21en Septremberis 1665, coram
Johan Wouters ende Johan Wigmans,
schepenen.
[in de marge:]
Verclaerden den vercooper ende cooper
op hare respective vromicheden dit coopken maer
te gelden in 40 gulden ende alsoo onder de
50 gulden. Actum als hierneffens.
Helmelinge: het op plechtige wijze afstand doen
Frank Faasen
zei op dinsdag 7 december 2021 - 20:57