Overslaan en naar de inhoud gaan

Forum

Hulp gevraagd bij het ontcijferen van een akte uit 1365

Zou iemand mij kunnen helpen bij het ontcijferen van deze akte uit 1365? Het lukt mij helaas niet om veel verder te komen, dus ik zou heel blij zijn met wat hulp.

De eerst zin is vermoedelijk: “ Wij Edwart, bi der genaden Gots, hertoghe von Gelre ende greve van Zutpene, doen kunde alle luden die dessen brief lesen…

Het document gaat over een geschil tussen Johanne Haghedorne en ridder Willem van Boytberhg. Ik hoop vooral iets meer te weten te komen over de aard van het geschil.  Vermoedelijk een financiele transactie, verkoop van land…

Alvast super veel dank voor de hulp!

Reacties (5)

Dick zei op vr, 01/13/2023 - 20:55

Beste Pauwel, dank voor je reactie. Ik heb dit document ontvangen van het historisch centrum Limburg. Ik heb de scan laten maken, maar zij gaven aan helaas geen transcriptie te hebben. Ik had de hoop er zelf wel uit te komen. Maar dat valt dus niet mee.

Hartelijke groet,

Dick Hagedoorne

René van Weeren zei op vr, 01/13/2023 - 21:59

Het geeft eigenlijk geen informatie over de aard van het geschil. Dit document verwijst wel naar het geschil, maar gaat er eigenlijk over dat Johanne Hagedorne [vaak vermeld als Hadorne] een eerdere zaak bij uitspraak door de richter heeft gewonnen, maar dat ridder Willem van Boytbergh de uitspraak betreffende de te vergoeden schade niet is nagekomen. Middels dit document krijgt Johanne Hagedorne van Eduard, hertog van Ochten en graaf van Zutphen, het recht op beslag van de goederen van de tegenpartij binnen de stad Gelre en mag hij deze te koop aanbieden. Hij moet dan nog wel de tegenpartij de kans geven om na verkoop alsnog binnen acht dagen de schadevergoeding te voldoen, maar blijft die uit, dan mag hij goederen tot de hoogte van de schadevergoeding verkopen; mocht hij de goederen niet kunnen slijten of verkopen binnen een half jaar na de dagtekening van deze oorkonde, dan mag hij de goederen als zijn eigen bezit beschouwen, althans tot een bedrag gelijk aan de schadevergoeding.

 

Wij, Edewart, bij der ghenaden Goeds H[er]toghe van Ochten en[de] Greve van Zuutphenne, duen kunt alle [den] luden mitt desen apene[n] brieve. Want
onse scepe[n] van Ochten ghetuucht hebben vur ons Johanne Haghedorne sijn claghe gewon[n]en, als van der aensp[r]aken en[de] van der dodmake[n] tussche[n]
he[re]n Willem va[n] Boytbergh, ridder en[de] oem des Johan Hado[r]ne brieve heeft, en[de] dair her Wille[m] vursz[eyt] ghelaist hadde aen onss richters hant die
sijn ghelofnisse dair af nam Johan[n]e Hado[r]ne burgh[er] ghenoig te duen als van der claghen, des her Willem niet ghedaen en heeft dairom[m]e so
richt wij Johan[n]e Ha[ghe]dor[n]e vursz[eyt] en[en] weldighe[n] en[de] werene[n] in alle guet rurende en[de] onrurende dat her Willem vursz[eyt] heeft in onser stat van Gelren, also dat Johan[n]e Hador[n]e vurg[enoempt] en[de] sijn erve[n] dat vurg[enoempte] guet sluten mach en[de] verkope[n] na desen daghe voert als hij kan, als vur sine[n] sca-
de den hij he[re]n Willem vursz[eyt] bewisen kan als recht is, en[de] Joha[nne] Hador[ne] sal he[re]n Wille[m] late[n] wete[n] ene[n] loesdach acht dage te boere va[n] den guede
dat he v[er]cochte, en[de] w[e]rt dats h[eren] Willem dan niet en loeste, so w[er]t verlan, en[de] ghebieden en[den] bevelen onsen amptma[n] en[de] richte[r] te Gelre[n] die nu is
en[de] die namails wesen sal, dat hij den ghene[n] halde in den guede, daie dat cochten. En[de] w[er]t sake dats Joha[nne] Hado[rn]e niet gheslite[n] en kunde noch ver-
kope[n] bine[n] ene[n] halve[n] jaire na datu[m] dis briefs, en[de] dats her Wille[m] vursz[eyt] niet loessen en wilde hyr en bin[n]e[n], so mocht Joha[nne] Hador[n]e vursz[eyt] en[de] sijn erve[n]
dat behalden en[de] duen oer beste dait mede, en[de] dat besitte[n] als vur sine[n] schade den hij bewisen kunde als recht we[re] als vurs[chreven] steet. Sonder alle
arghelist. In orkunde des briefs, so hebbe[n] wij onsen seghele hyr aen duen hanghe[n]. Geg[even] int jairt Ons Here[n] duse[n]t driehond[er]t vijfen[de]sestich
op den Heylighe[n] Kersavonde.

Dick zei op za, 01/14/2023 - 10:27

Beste Rene, heel veel dank voor je uitgebreide reactie en gedetailleerde transcriptie. Ook heel interessant om nu iets meer over het geschil te weten. De 14e eeuw is een heel interessante periode uit de geschiedenis. Speciaal voor het gebied tussen Kleef en Roermond omdat daar zowel de graven van Kleef als van Gelre zeggenschap hadden. Ik heb bij het historisch centrum Limburg ook de vervolg charter opgevraagd. In bijgaande tweede charter uit 1368 van de schepenen van Gelre wordt de kwestie nogmaals behandeld. Daarbij wordt naast Johan Haghedorne opnieuw  Willem van Boytbergh genoemd en de getuigen Didderic van Kudichaven en Sander Diddericson van Eyk.

Misschien komt uit dit tweede document iets meer naar voren over het geschil en de afhandeling?

Hartelijke groet,

Dick

Reageer op dit bericht

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.
Slechts één bestand.
10 MB limiet.
Toegestane types: png gif jpg jpeg.