Het betreft een oorkonde. De landsheer Aert van Loven {=Leuven}, heer van Breda, en diens echtgenote Ysabele, maken via deze oorkonde bekend dat zij aan Aert Coreman en diens vrouw Heilewych het recht hebben verleend om stukken land te gebruiken. Dat recht is erfelijk (hervelake): het gebruiksrecht gaat dus over op de kinderen van Aert en Heilewych, het formele bezit gaat over naar de nakomelingen van Aert van Leuven en Ysabele. Het gaat om een gebied van 50 bunder aan onontgonnen gebied binnen het gebied van Hulsdonck. Voor dit gebruiksrecht zijn Aert Coreman en Heilewych een jaarlijks bedrag van 50 kleine Leuvense penningen (bedoeld wordt mogelijk 50 mailles), dat hij jaarlijks op de feestdag van Sint Maarten (11 november) diende te betalen.
Het land is vrijgesteld van allerlei belastingen en collectes (beden op basis van bezit). Wel rust op de gebruiker de plicht om zijn landsheer bij te staan in geval van nood of van belangrijke ceremoniële zaken: als de landsheer tot ridder geslagen zou worden, een kind van de landsheer zou gaan trouwen, als de landheer gevangen genomen zou worden of als de landsheer deel zou nemen aan een oorlog. Ook blijven Aert Coreman en Heilewych gehouden aan de rechtsspraak van de landsheer en moeten zij de tienden betalen die op het betreffende stuk land rusten. Het stuk is bezegeld door de landsheer in december 1279.
Rien
zei op zondag 17 november 2024 - 16:22