Hulp bij transcriptie van Notariële akte uit 1798

vervolg Akte 1798

vervolg Akte 1798

vervolg akte 1798

vervolg akte 1798

vervolg akte 1798

/1417/
N. 419
Op huyden den eersten
November des jaars 1798 des na-
noens ten vier uuren, compareerden
voor mij Danniel Rother, notaris s'Hoofs
van Utrecht etc. en de getuygen nabenoemd
hiertoe verzogt
/1418/
Aart Bakker, weduwenaar van
Elizabeth van Wierst, wonende
onder Pijlsweerd buyten de Waandpoort
der stad Utrecht, mij notaris bekend,
zijnde zwaklijk naar den lichaame, edoch
zijn verstand en memorie volkomen
machtig, als ons notaris en getuygen
klaarlijk bleek, dewelke verklaarden
te revoceeren, casseeren, dood en te niet
te doen alle zoodanige testamenten,
codicillen en andere actens kracht van
uytterste wille hebbende, welke hij
voor dato dezes, 't zij alleen of met
imand anders, mogten gemaakt en
gepasseerd hebben, niet willende
dat dezelve ofte eenige vandien de
minste kracht of effect zullen
hebben, en nu bij deze disponeerende
in krachte van den octroye s'hoovs
voorschreven aan den comparant op
den dertichste October deses jaars
verleend, zo verklaarde den comparant
tot zijn eenige en universsele erfgenamen
te nomineren en stitueeren en te stellen
zijne drie kinderen, met namen
Dorothea Bakker, gehuwd met Cornelis
van der Steen, Willemina Bakker,
getrouwd met Jelis van der Lugt, en
Johanna Bakker, en zulks ider van
/1419/
dezelve voor een derde portie, en bij voor-
overlijden van een van driën zonder
wettige kind of kinderen na te laten,
alsdan in dien gevalle de langstlevende
van de gestelde erfgenamen, en dit
in alle de goederen, roerende en onroerende,
actien en crediten, niets van dezelve
uytgezondert, waar die ook gelegen of
uytstaande mogte zijn, die den testateur
met er dood zal komen te ontruimen
en nalaten.
Voorts verklaarde den comparant
bij deze expresselijk te begeeren en te
ordonneeren, dat bij 't scheyden en
verdelen van deszelvs boedel en
nalatenschap aan een ider van zijne
voornoemde drie kinderen en erfgenamen
in derzelver respective erfportie, de
volgende vaste goederen meede zullen
werden toegescheiden en aanbedeeld
alsse in de erfportie van Dorothea
Bakker, gehuwd met Cornelis van
der Steen, een hofstede met seven
honderd roeden warmoesiersland,
staande en gelegen aan de zuydzijde
in de Hooglandse Steeg onder Pijlsweerd
bij den testateur thans bewoond wordende
Item alle de huysraad en inboedel /
glaze raamten en 't geen verder tot
de Warmoesierderij mogte behoren, niets
van dezelve uytgezonderd, zo en in
dier voegen als 't zelve op 't overlijden
van den testateur in dezelvs huy-
zinge en op 't voorschreve land bevonden
zal werden, en dit alles voor sodanige
zomme van penningen als dezelve
goederen onderling, of door onpartijdigen
deskundige lieden zullen werden
geëstimeerd, edoch zoo dat zijne
voornoemde dochter Dorothea Bakker
daarvan zal konnen en mogen af-
trekken zodanige zomme van
penningen als den testateur aan
zijn voornoemde dochter en haare
voornoemde man Cornelis van der Steen
schuldig is wegens getrouwe diensten
die zijlieden aan hem testateur in 't
waarnemen van de warmoesierderij hebben
bewezen of nog bewijzen zullen, te
rekenen van den eersten November 17C
twee en negentich tot een hondert gulden
jaarlijks, en dit tot die tijd dat zijlieden
daarmede zullen continueeren.
Wijders in de erfportie van Willemina
Bakker, getrouwd met Jelis van der Lugt,
een huyzinge tot twee wooningen
geapporprieeert, staande en gelegen
binnen deze stad aan de Noordzijde
/1420/
in de Veesteeg bij hun thans in
huure gebruykt werdende. Item een
stuk warmoesiersland, groot drie
honderd roeden, gelegen onder de
gerechte van Catharijne en 't Lijnpad,
in huure gebruykt werdende bij Steven
van der Steen, en dit alles meede
voor zodanige zomme van penningen
als dezelve huyzinge en land onder hun
of door onpartijdigen en deskundige
lieden zullen worden geëstimeerd,
zo nogtans dat zijne voornoemde
dochter Willemina Bakker in den
boedel zal moeten brengen of wel
op denzelven erfportie laten korten,
eerstelijk een zomme van een honderd
en seventien guldens, die den testateur
aan haar en aan haar man, de voor-
noemde Jelis van der Lugt ten leen
heeft verstrekt, mitsgaders nog
de jaarlijkse huurpenningen van
de huyzinge bij hun thans in huure
gebruykt werdende, te rekenen van
den eersten May 17C seven en negentig
tot een honderd en vrijftig guldens
jaarlijks, en dit tot die tijd dat /
dezelve huyzinge door hun zal werden
bewoond, onder afslag egter van
zodanige zomme als op 't overlijden
van den comparant bevonden zal werden,
dat daarop mogten zijn betaald.
Eindelijk in de erfportie van Johanna
Bakker een hofstede met 575 roeden
warmoesiersland, staande en gelegen
onder den gerechte van den Nieuwen
of Lagen Oort bij 't Schut, in huure
gebruykt werdende bij Arie Gresnich.
Item een stuk warmoesiersland, groot
350 roeden warmoesiersland, gelegen
onder den gerecht van Pijlsweerd aan
de zuydzijde in de Hooglandse Steeg.
en dit alles ook voor zodanige zomme
van penningen als dezelve hofstede
en warmoesierslanden onderling of door
onpartijdigen en deskundige lieden
zullen werden geëstimeerd.
Wijders verklaarden den testateur
bij deze mede nog te willen en te
ordonneeren, dat de hofstede en
aanhorig warmoesiersland, staande
en gelegen onder den gerechte van
den Nieuwen of Lagen Oort tusschen zijne kinderen
/1421/
en erfgenamen onverdeeld zal moeten
werden bezeten en verbonden blijven
voor een zomme van negen honderd
en sestig guldens, als de twee nog
minderjarige kinderen van wijle Wilhelmina
van Wierst bij Goyert de Groot in echte
verwekt, met namen Dorothea de Groot
en Jannetje de Groot, te vorderen hebben
uyt de nalatenschap van hunnen over-
ledenen grootouders Jan van Wierst en
Johanna Spruyt, in leven echtelieden,
zijnde dezelve, benevens hunnen zuster
Dirkje de Groot, tezamen bij repre-
sentatie in hun moeders plaatze
voor een derde portie mede erfgenamen
van gemelte hunnen grootouders, welke
zomme onder den testateur in qualite
als mede aangestelde voogd over
dezelve minderjarige is berustende
gebleven. Begerende den comparant
verder om dit te doen effect sorteren
dat extract dezer ten registre
van transporten en plechten van
den gerechte van Pijlsweerd werde
geregistreerd, latende en gevende
den testateur niettemin aan zijne /
erfgenamen de magt en faculteit
om nadat de gemelte zomme zal
zijn afgegeven en voldaan die
huyzinge en warmoesierslanden onder
hun te scheiden en verdeelen.
Voorts verklaarde den comparante
testateur tot voogden over zijne minder-
jarige erfgenaame of erfgenaamen
bij deze te nomineeren en aan te stellen
zijn beide schoonzoonen Cornelis van
der Steen en Jelis van der Lugt, te-
zamen en ider van hun in 't byzonder,
gevende aan dezelve zodanige ampele
last, magt en authorisatie als
aan voogden na rechten maar eenig-
sints kan en mag gegeven werden, ook
de magt van assumtie, surrogatie en
substitutie, aan welke te assumeren,
te surrogeren en te substituteeren
voogd ofte voogden hij comparant gelijke
macht is gevende, ten uiteinde der
voogdijschap toe, dit met uytsluiting
van allen anderen en wel inzonderheid
alle oppermomboiren en voogden, zoo
alhier als elders, alwaar zijn compa-
rants sterhuys mogt komen te vallen,
de goederen gelegen of de onmondige
woonachtig mogte zijn.
/1422/
Alle t'geene voorschreven staat den
comparant distinctelijk voorgelezen
zijnde, verklaarde hij 't zelve te wezen
zijn testament, laatste en uitterste
wille, welke hij begeerde dat na zijn
overlijden volkomen standgrijpen en
effect sorteren zal, 't zij als zulks
codicil of andere acte kracht van
uitterste wille hebbende, zoals 't zelve
best zal konnen bestaan, al waaren
alle solemniteiten na rechten
gerequireert in dezen niet geobserveert,
dezelve nogtans houdende voor in
dezen vervath te zijn.
Verzoekende den comparant testateur
hiervan instrument in forma, 't welk
vergost en deze is.
Aldus gedaan en gepasseert buyten
dezen stadts Waardpoort onder den
gerechte van Pijlsweerd, ten huyze
van den testateur, staande in de
Hooglandse Steeg, ter presentie
van Johan Frederik Rother, Johannes
de Haan en Willem van Steenwijk als
getuygen, zijnde hierbij een derde getuyge
verzogt, vermits den comparant niet konde schrijven.
X Dit merk is gesteld bij Aart Bakker
Joh. Fred. Rother
Johannes de Haan
W. v. Steenwijk
D. Rother, notaris, 1798

_______________

Arie Gresnich is huurder van een van
de hofsteden die de testateur
in bezit heeft.