Hulp bij transcriptie gevraagd

Renbrief voor Jan Rolfs tot behoeff van
Jacobs Hermans
Wij Henrick Linders, richterboede, in plaetse ende bij absentie van den
heere Albert van Bodinckhuysen, scholtis, Joachim Houbroeck ende Jan
Heylen, schepenen der vrij heerlicheyt Well ende Bergen, doen
condt, tuygen ende verclaeren dat voor ons in persoonen
sijn gecompareert Jan Rolfs ende Elisabeth Moermans eluyden
ende hebben alsoo erschijnende vercocht tot behoeff van Jacob
Hermans ende Agnes van den Kerckhoff, eluyden eene
jaerrente van ses guldens vijfthyens stuyvers loopent per-
missie gelt, waervan de eerste rente sal vervallen
op den eersten daegh van de maendt May duysent seven
hondert ende soo vorts alle jaers vrij commerloos te
betaelen uyt hunnen comparanten huys ende hoff, gelegen
tusschen Jan Moermans ende Michiel Vervoort, groot
twee en sestigh roede, alnoch uyt de rechte helft van
eenen morgen hondert vijfthien roeden, belast sijnde
den geheele werdt jaerlix aen de kercke tot Bergen met
elff vat gerst, pachtmaet ende alnoch sijnde dese helfte
belast aen Jan Hebben tot Gerlo met een capitael van drie
hondert guldens, sijnde vorders vrij erff, uytgesondert de
contributie en de gemeyntslasten, gelijck de comparanten
verclaerden, renuncieerde de comparanten naer de bestendighste
maniere rechtens op de voorsz. jaerrente, transporterende deselve
met handt, halm ende monde in behoeff van de voorsz. renthef-
fers in der vuygen dat bij foute van betaelinge dese rente
alle jaers aen het onderpant sullen moegen doen uytpanden met
recht, sonder dat hunnen hiertegens te staede sullen moegen
coemen eenige exceptien, statuten, placcaerten ende indulten
waerop sij vrijwilligh hebben gerenuncieert ende verthegen,
alleene dat hunne sal vrijstaen dese renten alle jaers te
moegen uytlossen ende vrijcoopen met een summe van
een hondert vijftig guldens loopent permissie gelt, waer-
mede dese is aengecocht, die lossinge aen de rentheffers drie
maenden te voorens wettigh aengecondicht ende alle
achtersteedige renten eerst affbetaelt, allet sonder argh ofte list,
in oirconde der waerheyt hebbe ick richterbode in qualityet
als vooren dese onderteeckent ende wij schepenen onsen
gemeynen schependombssegel hieronder gedruckt ende bij
onsen gerichtssecretaris doen onderteeckenen. Actum Bergen
den 8 February 1700, onderteeckent Hendrick Linders ende met
het schepensegel besegelt van groene wasch overdect met wit
pampier, onderteeckent, B. Jeurgens secretaris
Accordeert,
B. Jeurgens secretaris