Op heden den vijffden July
anno 1685 is voor ons Johan
van Holsaet in name ende bij absentie
van den hare scholtis Albert van
Boedinckhuysen, schepenen deser vrij
heerlijckheyd Well ende Bergen, gecom-
pareert den cancellerieboode Jost
Cuypers ende haft uyt crachte van
sijne commissie in dato den 25e
Juny 1685 geërft ende geguydt,
gelijck hij mits desen mit handt, halm
ende monde erff ende transporteert
seeckeren drissenshoff aen Henricus
ende Joannes Benninckhovius als aen
coopers van denselven ende daervan
onterft ende ontguets haaren genade
die vrouwe gravinne van Styrom, van
alle haer recht ende gerechtigheydt,
soo sij aen den voorsz. driessenhoff,
gelegen op den camp was hebbende,
des ter waren oirconde hebben wij
voorsz. scholtis ende schepenen deese
onderteeckent ende door onsen gerichts-
substituet secretaris doen onderteec-
kenen, actum Well op dagh ende
datum als boven. Was onderteeckent
Albert van Boedinckhuysen, Johan
van Holsaet, nomine prætoris Rembolt
Lenssen, Gaert Verheyen. Onder stont,
mij present Johan van Holsaet
substituet secretaris.
Accordeert met sijn
origineel bij mij
Jo. van Holsaet
substituet secretaris
Fred
zei op maandag 3 oktober 2022 - 12:37