Hulp bij Transcriptie gevraagd

Wij Gerardus van Lindt, scholtis, Jan Rutten
Wiensberghs ende Gheridt Diebels, beyde schepenen
der vrij heerlijckheydt Well ende Bergen, doen
condt ende getuygen hiermede, dat voor ons
is gecompareert ende erschenen Matthijs van IJssum
ende Peter van IJssum, des comparants vaeder, cessie
gedaen hebbende, te kennen gevende naer voor-
gaende onderlinghe vercoopinghe heeft getrans-
porteert ende gecedeert, gelijck denselven trans-
porteert ende cedeert op de beste ende bestendighste
forme rechtens, sijn huys en hoff met ontrent
twee morgen bouwlandt, gelegen op de ribbe,
ter eenre sijde Hendricus van Luyck, ter andere
sijde neffens Dirck Wilbers, sijnde belast met een
capitael van hondert gulden permissie den ...
van Bergen, sijnde voorders vrij oft uytgenoemen
de gemeinte ende naebuerlijcke lasten gelijck den
comparant heeft verclaert, sulcx voor de somme
van seventigh gulden ... ende de betaelinghe
derselve cooppenningen aen en ten behoeve van
Hubert Claes ende Anna Maria Jansen eheluiden nu en
ten euwigen daegen, soo is dat ick scholtes die
den voornoemden Mathijs van IJsum daervan
hebbe onterft ende ontgoet ende daeraen geerft
ende gegoet Hubert Claes ende Anna Maria Jansen
eheluiden en ... nu en ten euwigen daeghen, alles
sonder argh oft list, in oircondt der waerheydt
hebben ick scholtis ende wij schepenen voornoemd
beneffens onsen secretaris dese geteeckent ende
met onse gemeentezegel bevestigt. Actum
Bergen den 3 April 1770.
J. Gilta quod attestor.

Geurdt Diebels

Hendricus van Cuijck