Hulp bij transcriptie gevraagd

Rentebrieff voor Mathies Weymans tot
behoeff van Bernard Bouwman
Wij Herman Diebels, stadthouder, Joachim Houbroeck ende
Jan Heylen, schepenen der vrij heerlicheyt Well ende Bergen,
doen condt, tuygen ende verclaeren dat voor ons in persoonen
sijn gecompareert Mathyes Weymans ende Maria Claes eluyden
ende hebben alsoo erchijnende vercocht tot behoeff van Bernardt
Bouwmans eene jaerrente van vertigh guldens loopent
permissie gelt, waervan de eerste rente sal vervallen op
Sint Andries 1702 ende soo vorts alle jaers vrij commerloos
te betaelen uyt hunnen comparanten erven als namentlijck
uyt een stuck bouwlandt, gelegen aent weghsken neffens
Herman van den Kerckhoff, groot eenen mergen 59½ roede, een
stuck achter de haeven, gelegen tusschen
comparanten en Jan Juergens erff, groot eenen mergen
31½ roeden, een stuck int Baeckenbroeck tusschen den heer en
Moermans erffgenamen, groot 113½ roede, een stuck neffens den
dranckwegh gelegen, groot twee mergens 62 roeden uyt het
Bijlstuck, groot eenen mergen 19½ roede, sijnde dit
parceel belast jaerlix aen den huyse Well met eenen
vlems erfsins uyt een weyde gelegen tusschen de weyde
van Geurt van Dijck ende Willem Jeurgens, groot twee
mergens 42 roeden, sijnde vorders vrij erff uytgesundert de
contributie en gemeyntslasten, gelijck de comparanten
verclaerde, renuncieerde de comparanten naer de bestendighste
maeniere rechtens op die voorsz. jaerrente, transpor-
terende deselve met handt, halm ende monde in
behoeff van den voorsz. rentheffer in der vuygen
dat bij foute van betaelinge dese rente alle jaers
aen het onderpant sal moegen doen uytpanden met
recht, sonder dat hunne hiertegens te staede sullen moegen
coemen eenige exceptien, statuten, placcaerten ende indulten,
waerop sij vrijwliigh hebben gerenuncieert ende vertheegen,
alleene dat hunne sal vrijstaen dese rente alle jaers te
moegen uytlossen ende vrijcoopen met eene summe van
een duysent guldens loopent permissie gelt, waermede
dese is aengecocht, die lossinge aen den rentheffer drie maenden te-
voorens wettigh aengecondight ende alle achtersteedige renten
eerst afbetaelt, allet sonder argh ofte list, in oirconde der
waerheyt hebben wij stadthouder ende schepenen dese beneffens
onse onderteeckeininge met onsen gemeynen schependombssegel
becraftight ende bij onsen gerichtssecretaris doen onderteeckenen,
actum Bergen den 28 January 1702, onderteeckent Herman
Diebels, Jochim Houbroeck, Jan Heylen, B. Jeurgens secretaris en was
met het schepensegel besegelt.