Ter requisitie van Dionijs Wouter Mutsaerts als pach-
ter van de zeepenacchijns voor den lestleden ende den te-
genwoirdigen termijn binnen dese stadt Breda, compareerde
voor mij Geraerdt Prasers, openbaer notaris, bij den Ed. Hove
van Brabant in s'Gravenhage geadmitteert, binnen Bre-
da residerende, ende voor de getuygen hieronder genomineert,
Symon Willemsen van Goorle, woonende
alhier tot Breda als collecteur ofte toesiender over
den voorsz. zeep acchijns aen de Antwerpsche poorte, rechtelijck
door Willem van Kemp roeydrager der voorsz. stadt Breda
gedaecht sijnde, soo hij seyde, omme getuygenis der waer-
heyt te geven, heeft bij sijne mannewaerheyt, eere ende
vromicheyt, onder presentatie van eede (des noodich ende
versocht zijnde) verclaert, getuycht ende geaffirmeert waer-
achtich ende hem alnoch volcomentlijck indachtich te wesen, alsdat
den gewesene knecht van Cornelis van Haften, borger ende
zeepsieder, woonende in den Pellicaen alhier aen de vischmerct,
tegenwoirdelijck woonende (soo hij deponent verstaet) op de
hoeve van den heere ritmeester Crock, in Novembri lestleden
1655 sonder den precisen dach onthouden te heb-
ben, ten huyse van Govaert van Gulick, winckelier opten
Haeghdijck in den Eyerkorff (alwaer hij ordinaris zeep metten
cruywagen was brengende) op eenen dach in verscheyde reysen
metten cruywagen heeft gebrocht twaelff kinnekens seepen,
tot redenen sijnder wel wetentheyt allegerende de voorn. depo-
nent, dat hij sijnde als collecteur ofte toesiender van den voorsz.
zeepacchijns aen de Antwerpsche poorte, tselve selver alsoo
heeft gesien, ende dat hij deponent t'savonts ten selvigen dage
als de voorsz. twaelff kinnekens zeepen ten huyse van den voorsz.
Van Gulick van de voorn. pachter vraegende des voorsz. pachters huys-
vrouwe (mits des pachters absentie) ofte den voorn. Van Gulick
twaelff kinnekens seepen dien dage hadde aengegeven, ofte ver-
impost, waerop sij antwoorde, neen, dan heeft er heden aen-
gegeven ende verimpost maer vier kinnekens zeepen volgens
mijnen boeck, denwelcken sij mij thoonde, ende bevonden dyen
daghe maer vier kinnekens zeepen bij ofte op den voorn. Van
Gulick verimpost te sijne geweest. Aldus gedeponeert, gepasseert opten
15e Mey 1656, als getuygen hierover geroepen ende gebeden
[rest doorgehaald]
Simoen Will ems
G. v. Hansem
Alex
zei op dinsdag 9 september 2025 - 15:02