Op huyden den negen en twintighsten
Decembris anno 1643 compareerde
voor mij Jacobo West Frisio, openbare notaris,
bij den Hove van Hollandt geadmitteert, t'Am-
sterdam residerende, ter presentie van den geuytgen
naergenoemt, Dirck Muller, laeckenkooper,
poorter deser stede, out ontrent 30 jaeren,
ende heeft ten versoecke van Wijntgen Jans,
huysvrouwe van Koris Jacobs Blijdensin, bij waere
woorden in plaats van solemnelen eede verclaart,
getuyght ende geattesteert, hoe waer is, dat
ontrent vier maanden geleden onbegrepen,
hij getuyge geweest is ten huyse van dese
reducente voorsz. man ende hem aengesproocken
om betalinge van seecker root laacken t'sijns
getuygen huyse gehaalt ooversulcx met malckan-
deren in propoosten geraackte ende van de
absenteringe tusschen hem Blijdesin ende de
producente sijn huyyvrouwe, hadde getuyge gesijt dattet
beter was (omme die luiden de monte te stoppen)
dat sij sich wederom bij malckanderen voeghden,
daerop die voorn. Bleydesyn antwoordende ende
seyde, t'is waer, wat der wort alrede geseit,
dat sij (denoterende de producente) van een andere
swaar gaet, terwijle sij van mij offgeweest is,
daerbij voegende dat dieselvige Blijdesin noch
meer andere schandelijcke ende oneerlijcke propoosten van de
producente sijn huysvrouwe verhaalde, die de eer-
baarheyt hem niet toelieten om te seggen,
overbodich met eede (des noot sijnde) ter verstercken.
Actum ten comptoire mijns notary ter presentie van Rocus
Scharm ende Franchois Thyvart, getuygen
hiertoe versoght. Anno et die ut supra.
Hartelijk dank!
want daer wort alrede geseit
van een ander
in propoosten geraackende
Chiem
zei op maandag 10 oktober 2022 - 10:39