Getuigen, testament 1503

Beste Lionel, ik lees de vijf passages als volgt:

her Jan Peborch

minr[e] executoir

Jan Stapparts Anthonis van Kets

Henric Rompay cooster

Wouter Arts priester ende cureyt van Lire

Een cureit is de benaming voor een priester die aan een parochie is verbonden. Overigens prima dat je eerst juist een gedeelte met meer context had geüpload, de i en r moest ik echt heel goed bekijken en vergelijken!

Hoi Lionel,

Fijn dat ( Heer ) Wouter Arts dit ( mogelijk op verzoek ) in het Middelnederlands heeft geschreven. In deze tijd voert het Latijn nog vaak de boventoon. 

Is dit testament geschreven in Lier? Er staat wel degelijk: her Jan Peborch, maar dit is niet een naam die veel voor lijkt te komen. Met Brabantse vooringenomenheid ( excusez-moi ) heb ik de neiging er: Heer Jan Peijnenborch van te maken. 

Met het woord cooster kan ik in het Middelnederlands niet zoveel. Als hij koster bedoelde zou je: custer, of minder vaak: coster, verwachten. Meestal is dat in deze tijd een clericu en zou je de aanduiding: clericus verwachten, hoewel Wouter Arts zichzelf ook niet: Heer Wouter noemt, terwwijl hij wel priester en cureijt is.

Ik zou het in de vader van Henrick Rompay zoeken, een zoon van Joost. Henrick Rompay Joostez. / Ioostesz. 

Veel plezier met je onderzoek. 

Dag Dennis, 

Goed opgemerkt. Ook dit testament komt uit de stad Lier, zij het deze keer een eeuw vroeger. 

In dit document noemt Gheerdt Rombouts zijn nicht als erfgenaam.

Zij erft onder meer zijn 'appelwas' en 'houtwas'. Volgens het woordenboek voor het Middelnederlands zou dit dan de opbrengsten moeten zijn van een boomgaard en bos. Verder wordt er ook aan liefdadigheid gedaan en krijgen de armen van de Heilige Geesttafel hun deel. Zeker een interessant document waarin de lokale geschiedenis tot leven komt. 

In bijlage eventueel de gehele tekst.

Bedankt voor alle hulp!