Van 1 woord ben ik niet zeker, wellicht kan iemand die bekend is met de lokale rechtspraak mijn gok bevestigen of verbeteren.
Den XVIIIen feb[ruarii] 1610 gedingt.
De scholtus vanwegen des heeren aver[echte?] spreeckt
aen Derck Fransz, cleger en[de] Jan van Dael
en[de] Arnt Thijssz, beclaecheden. Duerdien dat
sij beclaechden hem, cleger, op des heeren straten
gaen[de] naer huys, met een bloot mes in de
hant hebbende, hem sijn nagevolcht ende
willen vermoorden en[de] doe met steenen in
sijns clegers huys ingedreven. Sustineerde
dat cleger sijn clachte sal hebben te
bewijs[en] oft beclaechden hun te defenderen
van [den] selve clachte, oft dat d'een oft
d'ander sal sijn v[er]vallen tot behoeft des heeren
in een amende van hondert golden realen
in specie oft soo veel min oft meer etc[etera]
boven de arbitrale correctie, aver?bedingen,
cond[en], cost[en] etc[etera]
Eric vD
zei op maandag 27 juli 2020 - 21:21