Geloftesignaat 1619 Bank van Driel

Nog aardig wat open stukken, maar vast een start, aanvullingen zeer welkom

Sch[epenen] et die ut s[upra] dat Jacop Vos als mo[m]ber over de nagelate
kynderen va[n] z[aliger] Ja[n] V[er]steech tot Dryel overgeg[even] dat hij in v[oor]s[eyde] quali[tey]t
noch Ja[n] V[er]steechs kynderen hen nyet en sullen behellepen tot naedeel
van Aert Versteech uyt Hanrick va[n] Lits ... mitten coop d[aer]van eysen
v[er]kregen voir bet[aeling] van [den] acht[er]stel eens chijns van seven g[u]l[den] jaerlix
voir ... ... edoch de XII ... daer aen volgen[de]
alsoo ... de schuldige dat v[oir]sz[eyde] verwin noch tselve stellen
mogen to pleg[en] binne[n] de XII ... ... en[de] indyeen de
plichtige tvoirsz[eyde] v[er]win in ...schap begeven ... te doen
dat sij van [den] bijcoompt twee dagen te voorens sullen
laten weeten o[m] de bijco[m]pst ... ... to maken en[de] de
q[uae]stie in ...schapp[en] to v[er]gelijken

Rene, Hartelijk dank voor transcriptie. Ik vraag me af wat ".. tot naedeel van Aert Versteech uyt Hanrick van Lits..." betekent. Wordt er een schuld niet langer afgelost?

Rene, Ik zie nu pas dat in het verlengde van de vierde alinea, in de vijfde alinea, men nog meer waarschijnlijk interessante info deelt, waarin ene Dirck Cornelisz Jongbloet en Hanrick Jacopsz van Lith voorkomen. Kun je hier nog chocola van maken?  ;-)

Vijfde alinea loopt door naar pagina 116. Klopt het dan dat ik 'Belia weduwe van Hanrick Hanricksz van Lith' lees?

Ik vermoed dat de erfgenamen recht hebben om een achterstallige betaling op te eisen, maar dat vooralsnog verklaren niet te willen doen ten nadele van Aert Versteech. Tekst volgende akten blijkt inderdaad ook gerelateerd, lukt me niet op korte termijn echter.

Beste Rene, Ok. Fijn als je me later nog zou willen helpen bij het aanvullende stuk (alinea 5, links onder in en rechtsboven in pagina 116). Alvast dank voor de moeite!

Rene, Bij scannen van tekst rechtsboven (pagina 116) ben ik in het bijzonder geinteresseerd naar de transcriptie van regel 7 vanaf het jaartal 1557, regel 8 (staat daarin Albertus kind van ?) en regel 9 (Belia weduwe van Hanrick Hanricks?)?

Dag Erik,

vast even naar deze drie regels gekeken, zie onder

... a[nn]o 1557 geloefft heeft Hanrick
Hanrickssz, mit twee dese selleve thijns transfixen alwaer in dierste
transfix dateert 1569 den achsten aprilis ge... Belia weduw Hanrick
Hanrickssz en[de] transporteert desen ...

Wordt vervolgd ;)

Beste Rene, Ik ben weer op de lijn ;-) Kun je me uiteindelijk nog helpen bij het aanvullende stuk (alinea 5, links onder in en rechtsboven in pagina 116). Alvast dank voor de moeite!

@Rene van Weeren: Dank nogmaals voor transcriptie van vierde alinea, waaruit blijkt dat de achtergestelde lening van wijlen Jan Versteech tot Driel aan erven van Hanrick Jacopsz van Lith door zoon van Jan, Aert Versteech, wordt kwijtgescholden. In vijfde alinea wordt verder geborduurd op deze kwijtschelding en wordt in de eerste regel van de vijfde alinea Dirck Cornelisz Jongbloet genoemd. Kun je vanaf hier tot halverwege rechterpagina een poging doen voor transcriptie? 

Ik heb het vermoeden dat vanaf de vijfde alinea op linkerpagina (tekst loopt door naar bovenkant rechterpagina) partners van de kinderen van Hanrick Jacobsz van Lith (gehuwd met Marieke Jans Versteegh) worden genoemd, zoals Dirck Cornelisz Jongbloed, Anthony de Jonge, Gijsbert en Belia (weduwe van Hanrick Hanricksz). Wie kan helpen de puzzel te leggen en me te helpen met transcriptie?