De margeaantekeningen staan {tussen accolades}
Betaelinghe[n] ghedaen jegens de[n]
voorn[oemden] ontfanck, zo hier naer
volcht
Eerst
{p[er] quytancye}
Betaelt Joos Snouckaer, dyenaer
des Goddelicke Woorders, bij ordonantye
va[n] mij[nen] heere[n] de commissariss[en] van de
gheestelicke goedinghe[n], blijckende
bij een zeker camerbryef daeraf
wesende, de[n] som[m]e va[n] X pond[en] groo[t]en
{p[er] affirmazie
en[de] wete va[n]
prochia[n]en}
Betaelt d'heer Jooris Aerts
voor zij[n] vertreck ter begheerte
va[n] dyverssche prochiaene[n] de som[m]e
va[n] XXIII s[chellingen]s VI gr[oote]n
{p[er] billiet}
Betaelt de[n] zelve[n] bij der handt va[n]
Blase Merannes, blijckende p[er]
billiet V s[chellingen] VI groo[te]n
{De[n] quytancie
over de nuantie
van [den] prochia[n]en
ghemerct de[n]
zelve[n], costere
voorzangher en[de] de zelve kercke
ghedient heeft zij alhier ghepasseert
en[de] boven dien volghen[de] zeker ordonnantie
van zijne execelentie}
Betaelt Ja[n] van de Velde over
zij[n] sallairis va[n] ee[n] gheheel jaer
ghevalle[n] Kersmesse XVcLXXX
bij laeste va[n] dyversche prochiaene[n]
deser plaetse, compt XVI [ponden] groo[te]n
Brend
zei op vrijdag 23 oktober 2020 - 20:54